direct naar inhoud van Artikel 5 Kantoor
Plan: Kempenbaan West 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008019-e001

Artikel 5 Kantoor

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Functies

De voor ´Kantoor´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. bouwwerken van algemeen nut.
5.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Kantoor´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. vergader- en conferentiecentra:
  • b. expositie-, beurs- en tentoonstellingsruimten;
  • c. kantines en restauratieve voorzieningen;
  • d. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. tuinen en erven;
  • g. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • h. objecten voor beeldende kunst;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 5.1.1 genoemde functies.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum bedragen;
  • d. de bouw- en goothoogte binnen het bouwvlak mag niet meer dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding maximum vloeroppvervlakte bruto (m2) mag het totale bruto vloeroppervlakte in gebouwen niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum.
5.2.2 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen in het onbebouwd erf niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag in het bouwvlak en in het erf niet meer dan 3 m en in het onbebouwd erf niet meer dan 1 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwen in het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 5.4.3, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 5.2.1 met betrekking tot het bebouwingspercentage, zulks tot een maximum van 100;
  • b. het bepaalde in 5.2.3 voor de hoogte van erfafscheidingen, zulks tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • c. het bepaalde in 5.2.3 voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zulks tot een hoogte van maximaal 10 m.

Daarnaast zijn de in 5.4.2 genoemde mogelijkheden voor binnenplans afwijken van overeenkomstige toepassing binnen het bouwvlak.

5.4.2 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwen in het (onbebouwd) erf

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 5.4.3, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 5.2.1 voor het bouwen van entrees, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, zulks tot een hoogte van maximaal 4,5 m, tot een oppervlakte van maximaal 20 m² per eenheid en met dien verstande dat niet meer dan 40% van het onbebouwd erf op deze wijze mag worden bebouwd;
  • b. het bepaalde in 5.2.3 voor de hoogte van erfafscheidingen, zulks tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • c. het bepaalde in 5.2.3 voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zulks tot een hoogte van maximaal 10 m.
5.4.3 Voorwaarden

Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de bouwregels kan slechts worden verleend indien:

  • a. dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de bedrijfspresentatie, de constructie of verschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
  • b. de bebouwingskarakteristiek van de straat niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • h. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel of bedrijvigheid anders dan het bepaalde in 5.1;
  • c. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming of het saneringsplan;
  • d. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • f. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.