Plan: | Uitwerkingsplan Palazzo, deelplan F Paleiskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002506-1401 |
De gebiedsontwikkeling van Paleiskwartier nadert zijn afronding. De afgelopen jaren is volop gebouwd in de omgeving van de Vijverlaan. Appartementengebouwen Upstairs en Belvédère zijn inmiddels opgeleverd, eind 2021 gevolgd door het Tribute hotel en de tweede kantoortoren naast het Ricoh-kantoor. Ook is gestart met de bouw van appartementengebouw Terrazzo, even verderop aan de Hoflaan. Er worden nu nog twee locaties ontwikkeld: de voormalige kunstacademie-locatie aan de Onderwijsboulevard 256 die door grondeigenaar Avans Hogeschool wordt ontwikkeld en Palazzo (deelplan F), het laatste project van de BV Ontwikkelingsmaatschappij Paleiskwartier.
Het voorliggend uitwerkingsplan heeft betrekking op het project Palazzo, gesitueerd tussen de Onderwijswijsboulevard, Jonkerstraat, Statenlaan en Residentieplein. Op deze locatie worden circa 233 woningen gerealiseerd en circa 1.300 m2 BVO commerciële ruimte in de plint. In dit plan is rekening gehouden met de inpassing van een evenementenplein dat ook een functie krijgt als verblijfs- en ontmoetingsplek voor de buurt. Zowel Palazzo als het evenementenplein zijn een belangrijke stap in de duurzame woningbouw en verstedelijkingsopgave van de Spoorzone.
Afbeelding 1.1: Spoorzone met het plangebied Paleiskwartier (rood omkaderd) en Palazzo (deelplan F, rood vlak)
Afbeelding 1.2: Plangebied Palazzo
In het vigerende bestemmingsplan “Paleiskwartier-Willemspoort-Station” is ter plekke van de beoogde bouwlocatie een uitwerkingsplicht met uitwerkingsregels opgenomen. Het plan Palazzo past volledig binnen de vastgestelde uitwerkingsregels. De gemeente 's-Hertogenbosch wenst dan ook toepassing te geven aan de uitwerkingsplicht teneinde het plan Palazzo juridisch-planologisch mogelijk te maken.
Voor het gebruik als evenementenplein is ook een planologische procedure nodig. Deze wordt op een later moment opgestart. Eerst worden de uitgangspunten en wensen besproken met de omgeving en andere belanghebbenden. De omgevingsdialoog die begin 2022 is gestart vormt de aanzet voor het benodigde locatieprofiel en het inrichtingsplan voor het evenementenplein Paleiskwartier. De aanleg van het plein vormt onderdeel van het woonrijp maken van Palazzo.
Hoofdstuk 2 van dit plan gaat in op de beschrijving van de huidige situatie, waaronder het ruimtelijk plan Paleiskwartier-Zuid en het vigerend bestemmingsplan. Daarnaast wordt in hoofdstuk twee het plan getoetst aan de uitwerkingsregels. Hoofdstuk 3 beschrijft de globale stedenbouwkundige opzet terwijl het daaropvolgende hoofdstuk ingaat op het sturende beleidskader. Hoofdstuk 5 beschrijft vervolgens de milieuaspecten en hoofdstuk 6 gaat in op de beschrijving van de planregels. Hoofdstuk 7 kent een korte motivering voor de economische uitvoerbaarheid; en tot slot beschrijft hoofdstuk 8 de participatie -en vooroverlegfase.
Op 9 september 2008 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het ruimtelijk plan en het beeldkwaliteitsplan van Paleiskwartier-Zuid vastgesteld: 'Paleiskwartier-Zuid, scharnierpunt tussen Binnenstad en West' (regnr. 08.0602).
Afbeelding 2.1: Ruimtelijke basisstructuur 'Ruimtelijk plan Paleiskwartier-Zuid'
Het ruimtelijke plan was onderlegger bij de actualisatie van de bestemmingsplannen die voor het gebied golden. Op 25 juni 2013 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch deze actualisatie in bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' vastgesteld. Op 24 september 2014 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden.
Het plangebied ligt binnen de plangrenzen van het vigerend bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' (NL.IMRO.0796.0002185-1402). Het plangebied Palazzo heeft de bestemming 'Gemengd - Uit te werken' (GD-U). Voor dit deel van het bestemmingsplan is een uitwerkingsplicht opgenomen, waarbij het college van burgemeester en wethouders verplicht is om het plan conform de vastgestelde uitwerkingsregels uit te werken. Zolang en voor zover de uitwerking nog niet in werking is getreden, mogen er geen bouwwerken worden gerealiseerd.
Onder de nieuwbouw wordt een garage gebouwd ten behoeve van parkeren, fietsenstalling en bergingen. Deze garage komt ook gedeeltelijk onder het Residentieplein te liggen, in de bestemming Verkeer. Op deze plek wordt de garage volledig verdiept. Binnen de bestemming 'Verkeer' is er, in afwijking van de vastgelegde bouwvlakken, een bouwmogelijkheid opgenomen voor ondergrondse en/of halfverdiepte gebouwen voor parkeervoorzieningen tot een bouwhoogte van 2 meter. De garage wordt echter gebouwd ten dienste van de bestemming 'Wonen', waardoor de bestemming 'Verkeer' de garage niet direct mogelijk maakt.
> Het deel van de garage dat onder het Residentieplein wordt gerealiseerd, wordt mogelijk gemaakt met een omgevingsvergunning op basis van de zogenaamde kruimelgevallenregeling.
Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn naast verkeer- en parkeervoorzieningen onder andere ook terrassen, groen, sport en spelen en verblijfsgebied toegestaan.
Een deel van de woningen langs de Statenlaan krijgt een verdiepte, gebouwde buitenruimte, ook wel 'Engels hof' genoemd. Het gaat om de vier tweelaagse woningen die ook een woonfunctie in het souterrain hebben. De bestemming 'Verkeer' maakt dit bouwwerk en gebruik niet direct mogelijk.
Afbeelding 2.2: Uitsnede verbeelding bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station'
In het vigerend bestemmingsplan zijn voor de vlakken met de bestemming 'Gemengd - Uit te werken' uitwerkingsregels opgenomen, welke hieronder worden weergegeven en getoetst.
Toetsing uitwerkingsregels
De gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Binnen de bestemming 'Gemengd – Uit te werken' is er, in afwijking van de vastgelegde bouwvlakken, een bouwmogelijkheid opgenomen voor ondergrondse en halfverdiepte gebouwen voor parkeervoorzieningen tot een bouwhoogte van 2 meter.
> > De nieuwbouw van Palazzo wordt binnen het bouwvlak gebouwd. Een uitzondering betreft de verdiepte garage die deels onder het Residentieplein wordt gebouwd. De garage past binnen de bestemming 'Gemengd - Uit te werken'. Het deel van de garage dat onder het Residentieplein wordt gerealiseerd, wordt mogelijk gemaakt met een omgevingsvergunning op basis van de zogenaamde kruimelgevallenregeling.
> In het plan is rekening gehouden met de inpassing van het beoogde evenementenplein, door het opschuiven van de zuidelijke bouwgrens. Hierdoor wordt het Residentieplein vergroot.
De hoofdgebouwen van de woningen mogen uitsluitend gestapeld worden gebouwd.
> De woningen in Palazzo zijn uitsluitend gestapelde woningen.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in het bouwvlak van de verbeelding is aangeduid. Op de beoogde bouwlocatie is de maximaal toegestane bouwhoogte 25 meter vanaf peil, dat is vastgelegd op 6,0 meter +NAP. Op de hoek Onderwijsboulevard – Residentieplein is een hoogteaccent toegestaan van maximaal 40 meter vanaf peil. Daarnaast kan het bevoegd gezag onder randvoorwaarden algemene afwijkingsmogelijkheden toestaan, waaronder de mogelijkheid om de voorgeschreven maten en normen met maximaal 10% te vermeerderen.
> Palazzo heeft een bouwhoogte van circa 27,4 m+peil aan de Hofvijver, met een accent van 43,4 m + peil op de hoek Onderwijsboulevard – Residentieplein. Aan de Statenlaan bedraagt de hoogte van de bebouwing 26,2 m+peil, aan de Onderwijsboulevard is de bebouwing 24,4 m +peil en aan de Jonkerstraat is de bebouwing 26,2 m+peil hoog;
Onderbouwing 10% afwijkingsregeling
Deze ontwikkeling vindt plaats in een stedelijke omgeving met diverse stedelijke bouwblokken en hoogteaccenten. Geredeneerd vanuit deze stedelijke omgeving zijn deze gekozen hoogtes,10% extra hoogte t.o.v. de maximaal toegestane bouwhoogtes, logisch en stedenbouwkundig gewenst. Deze beperkte hoogteoverschrijding in dit project heeft geen impact op de stedenbouwkundige opzet van de wijk, het beeld en de beleving van de bestaande gebouwen en de structuur en beleving van de openbare ruimte.
De nieuwe bebouwing voegt zich in de stedelijke context van het Paleiskwartier er wordt een goede overgang gecreëerd naar de bestaande aangrenzende bebouwing.
Aan de Jonkerstraat heeft de bebouwing een getrapte hoogteopbouw. Deze hoogte varieert van 5 tot maximaal 8 bouwlagen vanaf maaiveld. Slechts het middelste deel van deze bebouwingswand bestaat uit 8 bouwlagen en de rest van de bebouwingswand is dus lager. Dit om zorgen dat de hoogte van nieuwbouw goed aansluit op de hoogte van de bestaande bebouwing aan de Jonkerstraat en er een goede overgang naar de bestaande bebouwing en een evenwichtig straatprofiel worden gerealiseerd. Ook door het losknippen van deze bebouwingswand van de rest van het blok en de getrapte hoogteafbouw wordt een speelse luchtige massa gecreëerd (dus geen fors lang bouwblok en geen ongewenste muurvorming) en daarmee wordt ook een optimale aansluiting bereikt op de bebouwingshoogtes aan de overzijde van de Jonkerstraat. aa
De bebouwing langs de Onderwijsboulevard bestaat uit 7 bouwlagen, en langs het Residentieplein (aan de zijde van de Hofvijver) uit 8 bouwlagen. Aan de zijde van zowel de Statenlaan bestaat de bebouwing gedeeltelijk uit 7 en gedeeltelijk (nabij het Residentieplein) uit 8 bouwlagen. Met deze bouwhoogtes zullen de gebouwen zich op een natuurlijke manier voegen in deze stedelijke omgeving. De ruime en stedelijke straatprofielen en het stedelijke karakter van de reeds gerealiseerde bebouwing langs deze twee straten zorgen ervoor dat nieuwbouw en de bestaande bebouwing qua hoogte in elkaar opgaan en dat er een evenwichtig en continu, maar wel een interessant, bebouwingsbeeld ontstaat.
Op de hoek van de Onderwijsboulevard en het Residentieplein komt een hoogteaccent van 12 bouwlagen op een hoge plint. Met dit hoogteaccent wordt de beëindiging van het Paleiskwartier aan de Hofvijver en het Residentieplein geaccentueerd en tegelijkertijd een ruimtelijke interactie gecreëerd met andere hoogteaccenten in het Paleiskwartier en in het bijzonder met het reeds gerealiseerde hoogteaccent, de 23 verdiepingen tellende hoge woontoren, de Jheronimustoren, aan de overzijde van de Hofvijver.
De verspringing van het hoogteaccent t.o.v. het bouwblok zorgt voor het benadrukken van dit accent en voor een goede begrenzing en afbakening van het plein.
Conclusie: de gekozen hoogtes zijn stedenbouwkundig verantwoord en deze keuze is gemaakt op basis van goede ruimtelijke en integrale afweging.
Een extra 10% bouwhoogte (maximaal 10% hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane hoogtes van 25m en 40m+ peil) gaat op in deze stedelijke omgeving en versterkt juist het stedelijke karakter van de wijk.
De voor 'Gemengd – Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en diverse niet-woonfuncties, waaronder horeca, kantoren en dienstverlening. Ook zijn aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen toegestaan zoals terrassen.
> Het bouwplan voor Palazzo (Deelplan F) betreft de bouw van circa 233 woningen en circa 1.300 m² BVO commerciële ruimte in de plint. De commerciële ruimte wordt nader ingevuld met functies die in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Gemengd – Uit te werken' staan. Dit betekent dat o.a. dienstverlening, detailhandel, horeca t/m categorie 3 en bedrijvigheid in categorie A zijn toegestaan.
Palazzo is het laatste deelplan dat langs de Hofvijver wordt gerealiseerd. Hiermee wordt niet alleen Paleiskwartier-Zuid afgerond maar ook het gehele plangebied dat door de BV Ontwikkelingsmaatschappij Paleiskwartier wordt ontwikkeld. In het Ruimtelijk Plan 'Paleiskwartier-Zuid' is ingezet op de ontwikkeling van een levendig gemengd stedelijk gebied. De komst van de bioscoop, het hotel, de invulling van het sheddakengebouw en de plinten van de woongebouwen hebben bijgedragen tot de gewenste reuring in het gebied. Vanaf 2015 tot 2019 heeft de BV het toekomstige bouwterrein van Palazzo beschikbaar gesteld als tijdelijk evenemententerrein. Daarna is het in gebruik genomen als tijdelijke opslag voor de bouw van kantoor Belvédère en appartementengebouw Terrazzo.
Afbeelding 2.3 : Food Truck festival TREK
De evenementenlocatie Paleiskwartier is een gewenste toevoeging in de Bossche Spoorzone. Op 12 juni 2017 heeft de gemeenteraad dan ook de motie 'Evenemententerrein Paleiskwartier' aangenomen. In de motie is gevraagd om 'De mogelijkheid van een permanent evenemententerrein op - een deel van - de huidige (tijdelijke) evenementenlocatie Paleiskwartier te onderzoeken'. Uitgangspunt is het faciliteren van (kleine en middelgrote) evenementen in de omgeving van het Residentieplein die de dynamiek, reuring en aantrekkelijkheid van Paleiskwartier en Spoorzone versterken.
Op 30 juni 2020 heeft B&W besloten om op deze plek een rechthoekige evenementenlocatie van circa 3.000 m2 in te passen. Hierdoor wordt een brede range van evenementen mogelijk gemaakt. Om de verblijfskwaliteit te versterken, wordt daarbij wel uitgegaan van de aanwezigheid van terrassen, bomen en groen.
Afbeelding 3:4: Beoogde(globale) evenementenlocatie Paleiskwartier
Door een kleiner bouwvlak en het opschuiven van de zuidelijke rooilijn van Palazzo is er ruimte voor de inpassing van het evenementenplein Paleiskwartier. Het evenemententerrein bestaat uit een verhoogd deel nabij de nieuwbouw van Palazzo en een wat lager gelegen deel dat zich uitstrekt tot aan de Hofvijver. Het evenementenplein is geschikt voor een brede range van evenementen, passend in een stedelijke woonomgeving. De nadere ruimtelijk en functionele uitwerking gebeurt door de gemeente, in overleg met omwonenden, werknemers en andere belanghebbenden. Om het gebruik als evenementenplein mogelijk te maken, is er een planologische procedure nodig, die op een later moment wordt opgestart. De omgevingsdialoog hiervoor is begin 2022 opgestart, dit vormt de aanzet voor het benodigde locatieprofiel en het inrichtingsplan voor het evenementenplein Paleiskwartier.
Paleiskwartier ligt aan de westkant van het station. Na sloop van de vroegere bedrijfsgebouwen van Wolfsdonken is vanaf 1998 ruimte gemaakt voor ontwikkeling van Paleiskwartier; een stedelijk gebied met stedelijke bebouwing en aanhaking op het centrumgebied en de historische binnenstad. Ten zuiden van het Paleiskwartier is het stedelijke knooppunt Willemspoort midden in ontwikkeling. Het noordelijke deel van het gebied is inmiddels gerealiseerd. Aan de westzijde van het Paleiskwartier ligt de Onderwijsboulevard met diverse onderwijsinstellingen en het Westerpark met een stedelijke uitstraling. Het Paleiskwartier vormt een belangrijke verbinding tussen de historische binnenstad en het stedelijke knooppunt Willemspoort enerzijds. Anderzijds vormt het mede een verbinding tussen de historische binnenstad en het Westerpark.
De bebouwing in het Paleiskwartier kan globaal in drie architectonische vormen worden opgedeeld; de stedelijke bouwblokken (aan de randen van het plangebied), het binnengebied en de accenten. Kenmerkend voor de stedelijke bouwblokken in het Paleiskwartier zijn het solide karakter naar de buitenwereld en de verborgen binnentuinen.
Het noordelijke deel van het Paleiskwartier wordt gekenmerkt door de lange waterpartij met daaraan enerzijds de 'Armada's' een reeks identieke gebouwen, en anderzijds de Statenlaan ter ontsluiting van de westelijk gelegen bouwblokken. Aan het einde van deze Statenlaan, ten noorden van de Hofvijver, in het gebied dat wordt gekenmerkt door de Hofvijver met daaromheen bebouwing, ligt ook Palazzo (deelplan F).
Afbeelding 3:1: Aanvliegfoto Paleiskwartier en omgeving, met zicht op het bouwterrein van Onderwijsboulevard 256 (links) en Palazzo (rechts)
Palazzo (Deelplan F) is onderdeel van de reeks bouwblokken langs de Onderwijsboulevard, aan de westelijke rand van het Paleiskwartier. Dit deelplan heeft een unieke ligging in het Paleiskwartier. Het vormt de afsluiting van een reeds bouwblokken aan de Statenlaan en Onderwijsboulevard. Dit stedelijk vormgegeven bouwblok, met stedelijke woningen en voorzieningen, ligt tussen de Hofvijver aan de zuidzijde, de Statenlaan aan de oostzijde, Jonkerstraat aan de noordzijde en de Onderwijsboulevard aan de westzijde. Door de bijzondere ligging van dit blok aan de vijver is besloten om Palazzo gedeeltelijk te openen aan de kant van de vijver, zodat de vijver vanaf de binnenkant voelbaar en zichtbaar is en daarnaast zicht op de binnentuin is vanaf de vijver.
Met de ontwikkeling van dit deelgebied wordt rekening gehouden met de realisatie van openbare ruimte met een goede maat zodat er, naast ontmoeten en verblijven, ook ruimte is voor organiseren van evenementen op het Residentieplein. Hierdoor is de dieptemaat van dit blok, met uitzondering van de toren, smaller dan de oorspronkelijke maatvoering van dit deelplan zoals is aangegeven in het Masterplan Paleiskwartier en het Ruimtelijk Plan Paleiskwartier-Zuid. De oorspronkelijke maat van Palazzo (deelplan F) is 60m x 90m.
Palazzo (deelplan F) heeft voornamelijk een woonfunctie. In de plint van de bebouwing aan de Onderwijsboulevard en aan de zijde van de Hofvijver en het Residentieplein zijn een aantal commerciële voorzieningen aanwezig.
Afbeelding 3.2. Stedenbouwkundige situatie Paleiskwartier
Palazzo is een, niet geheel gesloten, stedelijk bouwblok rond een centraal gelegen groene binnenhof. De verschillende bebouwingswanden van dit blok vormen een samenhangend geheel; een zorgvuldige massa met een alzijdige oriëntatie. Uitgangspunt van het stedenbouwkundig plan is het opvolgen van de rooilijn aan zowel de Onderwijsboulevard en de Statenlaan als aan de Jonkerstraat. De groene binnenhof, vormt het hart van het blok. De woningen oriënteren zich op dit binnenhof en worden via dit binnenhof ontsloten.
De zorgvuldige verdeelde massa, het groene binnenhof, het hoogteaccent aan de Onderwijsboulevard en de bijzondere poort aan de zijde van de Hofvijver zijn belangrijke dragers van het stedenbouwkundig concept en vormen een hoogwaardig stedenbouwkundig ensemble. Het hoogteaccent op de hoek van het Residentieplein en de Onderwijsboulevard bestaat uit twaalf bouwlagen op iets hogere plint met diverse commerciële functies (totaal dertien bouwlagen). De bouwhoogte bedraagt op deze plek circa 43,4 m + peil.
Met de bouwhoogtes voor het project Palazzo wordt goede aansluiting gemaakt op de hoogtes van de bestaande bebouwing. Aan de Jonkerstraat bestaat de getrapte bebouwingswand uit vijf oplopend tot maximaal acht bouwlagen. Beide zijden van de bebouwingswand zijn losgeknipt van de rest van de nieuwbouw. Dit versterkt de gelede opbouw en geeft ruimte en lucht.
Naast het hoogteaccent bestaat de bebouwing langs de Onderwijsboulevard uit zeven bouwlagen, en langs het Residentieplein (aan de zijde van de Hofvijver) uit acht bouwlagen. Aan de zijde van de Statenlaan bestaat de bebouwing gedeeltelijk uit zeven en gedeeltelijk (nabij het Residentieplein) uit acht bouwlagen.
Afbeelding 3.3: 3D impressie van massaopbouw van Palazzo (deelplan F)
Omdat aan de Onderwijsboulevard het maaiveld lager is dan het maaiveld van de Statenlaan is dit hoogteverschil benut voor het maken van een inpandige parkeergarage die deels op maaiveldniveau is gelegen en deels verdiept. In de garage zijn de fietsstalling, bergingen en de technische ruimten opgenomen. De ontsluiting van de parkeergarage vindt plaats aan de zijde van de Jonkerstraat.
Om de beëindiging van de bebouwing op deze locatie te accentueren is in de massavorming gekozen voor een aantal verbijzonderingen zoals het terugzetten van de bovenste verdiepingen 'set-back' en de verbijzondering van de noordoostelijke hoek doormiddel van verspringing van de gevels en balkons. Verder spelen de balkons in de gevels een belangrijke rol in de beleving van de massa en het bepalen van de kwaliteit van de gevels. Deze balkons variëren in de mate waarin ze uitsteken uit de gevels: van geheel uitkragende balkons tot deels in gevel ingeschoven balkons.
Een grote opening in de gevel van het blok aan de zijde van de vijver zorgt voor een bijzondere entree van het blok aan de Hofvijver. Deze entree, de zogenaamde Paleispoort, is 15 meter breed en is twee verdiepingen hoog. Deze ruime Paleispoort draagt bij aan het maken van een kwalitatief binnenhof. Enerzijds biedt deze poort een interessante inkijk in de verborgen groene binnenhof van het blok en verbindt deze binnenwereld ruimtelijk met Hofvijver en de openbare ruimte daaromheen. Anderzijds zorgt deze poort voor het vergroten van het gevoel van ruimtelijkheid en openheid van de binnenhof.
Afbeelding 3.4: impressie van de impressie Paleispoort van Palazzo (deelplan F)
Voor creëren van een goede licht toetreding op de bebouwing en om de beleving van groen te vergroten is de noordelijk gelegen bebouwingswand aan de Jonkerstraat losgeknipt van de rest van het blok. Daarbij is gekozen voor een getrapte afbouw van de massa in twee richtingen.
De overgang naar de openbare ruimte past binnen de vastgelegde regels voor de beeldkwaliteit van het Paleiskwartier. Zo wordt er aan de zijde van de Onderwijsboulevard, net als de bestaande bouwblokken, een Arcade gerealiseerd. De plint ligt terug ten opzichte van de bovenliggende verdiepingen, waardoor er een overdekte ruimte ontstaat en een goede overgang naar de openbare ruimte. Deze bouwvorm draagt ook bij aan het stedelijke karakter.
Afbeelding 3.5: Engels hof langs de Statenlaan
Kenmerkend voor het Paleiskwartier is de toepassing van verdiepte buitenruimtes, ook wel 'Engels hof' genoemd. Ze zijn onlosmakelijk onderdeel van de stedelijke bouwblokken langs de Bordeslaan en Statenlaan en zijn vanaf de openbare ruimte zichtbaar door de circa 1 meter hoge stalen hekwerken. De Engelse hoven hebben een belangrijke functie: ze zorgen voor extra woonkwaliteit, daglichttoetreding en een goede overgang naar de openbare ruimte. In het plan Palazzo hebben de vier tweelaagse woningen aan de Statenlaan een buitenruimte in de vorm van een Engels hof. De bestaande en toekomstige Engelse hoven langs de Statenlaan liggen in één rooilijn.
Ter plekke van het Residentieplein en het hoogteaccent vormen de grote puiten en diepe neggen een goede overgang naar het plein. Tenslotte spelen de verticale groene elementen, groene gevels, een bijzondere rol in de beleving van de zowel de massa als de locatie. Daarmee wordt de groene uitstraling van het plangebied en aangrenzende omgeving een gewenst kwaliteitsimpuls gegeven.
Tenslotte spelen de verticale groene elementen, groene gevels, een bijzondere rol in de beleving van de zowel de massa als de locatie. Daarmee wordt de groene uitstraling van het plangebied en aangrenzende omgeving een gewenst kwaliteitsimpuls gegeven.
Afbeelding 3.6: Impressie van het hoogteaccent en gevels aan de Hofvijver
Afbeelding 3.7: Impressie van het hoogteaccent en gevels aan de Hofvijver
Afbeelding 3.8: Impressie van de gevelwand aan de Onderwijsboulevard
Afbeelding 3.9: Impressie van de getrapte gevel en groene binnentuin van Palazzo
Afbeelding 3.10: Impressie van de gevelwand aan de Jonkerstraat
In het Beeldkwaliteitsplan voor het Paleiskwartier zijn regels opgesteld ten aanzien van kleur- en materiaalgebruik van de bebouwing. Hierin is duidelijk onderscheid gemaakt tussen de binnenzijde en de buitenzijde van het plangebied. Om dit onderscheid te bereiken dient de buitenschil van het Paleiskwartier een robuuste solide uitstraling te krijgen zoals baksteen, natuursteen, beton en andere solide ogende materialen. Aan deze zijde gaat de voorkeur uit naar het toepassen van een donkerder materiaal en donkere kleuren. Aan de binnenzijde van Paleiskwartier, aan het water, ligt de nadruk op gebruik van lichte materialen en lichte neutrale kleuren.
In lijn met deze visie voor Paleiskwartier en in lijn met reeds voltooide gebouwen, is in het ontwerp van Palazzo gekozen voor de volgende kleuren:
Om de overgang van de openbare ruimte naar het privédomein te verzachten zijn in het beeldkwaliteitsplan voor Paleiskwartier twee architectonische vormen van een zogenaamde tussenruimte opgenomen. Deze zijn de Arcades aan de buitenkant, aan de zijde van de Onderwijsboulevard en het Engels hof aan de binnenkant van het Paleiskwartier, langs de Statenlaan en de Bordeslaan. Bij het ontwikkelen van dit deelplan is dus ook eenzelfde structuur, eenzelfde methode, doorgezet. De arcades in Palazzo zorgen voor een geborgen tussen ruimte tussen de Onderwijsboulevard, het Residentieplein en de gevels. Aan de zijde van Statenlaan, wordt afstand tot de openbare ruimte gecreëerd door het toepassen van een zogenaamd Engels hof; een volledige bouwlaag onder het verhoogde maaiveld.
Het informatieve bouwplan en het DO-bouwplan is diverse malen besproken met de gemeentelijke Monumenten- en Welstandscommissie: op 15 april 2021, 29 juli 2021 en 13 januari 2022. De formele WABO-aanvraag is op 18 februari 2022 ingediend. Het bouwplan is op hoofdlijnen akkoord bevonden op 7 april 2022.
Het voorliggende programma omvat circa:
Paleiskwartier is vanaf 1998 ontwikkeld als antwoord op een groeiende behoefte aan duurdere gestapelde koopwoningen in de omgeving van het Centraal Station. Het was destijds voorzien als aanvulling op het stadsdeel West wat relatief veel sociale huurwoningen had. Dit betekent niet dat er alleen maar dure koopwoningen in Paleiskwartier zijn gebouwd. Op dit moment (voorjaar 2022) bestaat de woningvoorraad in het Paleiskwartier uit 2.135 woningen, waarvan 11% corporatiebezit, 22% particuliere verhuur en 67% koopwoningen.
De komende jaren worden er in Paleiskwartier ruim 525 woningen toegevoegd:
Uiteindelijk bestaat de woningvoorraad in het Paleiskwartier dan uit:
Het aandeel betaalbare woningen is daarmee veel groter dan bij de start van de wijk werd voorzien en past beter bij de meer recente ambities zoals vastgelegd in de Woonvisie 2020.
Het Paleiskwartier is een wijk met bijna 100% gestapelde woningen. Er wonen veel alleenstaanden (45,6 %) maar niet alleen maar jongeren. Zo heeft op dit moment al 8,4% van de zelfstandig wonende huishoudens een hoofdbewoner van 75 jaar of ouder en bijna 7% van de huishoudens die er nu wonen zijn een gezinshuishouden. Het huidige woningaanbod en de nieuwbouw Terrazzo en Onderwijsboulevard 256, biedt al ruimte aan een grote verscheidenheid aan huishoudens. Met het programma Palazzo komt daar extra aanbod in de vorm van betaalbare en dure woningen in diverse woninggroottes bij, zowel huur als koop.
Qua woninggrootte bestaat de huidige voorraad vooral uit woningen tussen de 50 en 120m2 BVO. Slechts 3% is kleiner dan 50 m2 BVO. We zien dan ook dat woningen die destijds als goedkope koopwoningen werden gerealiseerd vanwege hun grootte en de locatie in het Paleiskwartier snel duurder geworden zijn. Met de toevoeging van ook kleinere woningen, zowel bij Palazzo als bij Onderwijsboulevard 256 is de kans groter dat de sociale huurwoningen duurzaam tot het betaalbare segment blijven behoren. Daarbij is een termijn vastgelegd van minimaal 15 jaar.
Na realisatie van de nieuwbouwprojecten Terrazzo, Onderwijsboulevard 256 en Palazzo (deelplan F) bestaat de woningvoorraad Paleiskwartier uit:
Ook qua grootte komt er een breder gedifferentieerd aanbod met de nieuwe bouwprojecten en dus meer geschikt aanbod voor diverse huishoudensgroottes van allerlei leeftijden.
In onze woonvisie hanteren we voor de gehele gemeente een gewenst programma van minimaal 30% sociale huur, minimaal 20% middeldure huur/goedkope koop en dus 50% vrije sector (dure huur en middeldure/dure koop). Dit betekent niet dat we dit programma kaderstellend opleggen bij alle nieuwe ontwikkelingen, er blijft ruimte voor maatwerk per wijk/buurt. Maatwerk voor wat betreft de 30-20-50 verdeling én maatwerk om tot meer gedetailleerde afspraken te komen binnen de deelprogramma's. Daar komt bij dat in de Samenwerkingsovereenkomst met BV Ontwikkelingsmaatschappij Paleiskwartier in 1998 geen prijsgrenzen of een gewenst percentage per prijssegment is opgenomen. Het programma voldoet derhalve aan die gemaakte afspraken.
In de plint van de nieuwbouw, aan de zijde van de Hofvijver en de Onderwijsboulevard, wordt circa 1.300 m² BVO commerciële ruimte ingepast.
De commerciële ruimte wordt nader ingevuld met functies die in de bestemmingsomschrijving van de huidige bestemming 'Gemengd – Uit te werken' staan. Dit betekent dat o.a. dienstverlening, detailhandel, horeca t/m categorie 3 (zoals omschreven in het bestemmingsplan “Paleiskwartier-Willemspoort-Station”) en bedrijvigheid in categorie A is toegestaan. Al deze centrumfuncties zijn dus toegestaan. Bij de nadere invulling van de plinten speelt de omgeving een belangrijke rol. Zo grenst de plint aan zuidzijde van de nieuwbouw aan het toekomstige evenementenplein en de Hofvijver. Deze plek heeft een uitstekende bezonning die geschikt is voor een invulling met (onder andere) horeca en terrassen.
De ontsluiting van het Paleiskwartier loopt voornamelijk via de randen. Hier lopen de gebiedsontsluitingswegen - de Magistratenlaan die tevens een belangrijke doorstroomas voor de stad is en de Vlijmenseweg - en de Onderwijsboulevard als erftoegangsweg. Deze wegen ontsluiten het gebied voor auto's en maken de verschillende parkeervoorzieningen bereikbaar. Het binnengebied rondom de vijver is alleen toegankelijk voor langzaam verkeer alsmede voor hulpdiensten, laad-/losverkeer, verhuiswagens et cetera. In het Paleiskwartier krijgen fietsers en voetgangers voldoende ruimte en voorzieningen, onder meer met de Paleisbrug die een hoogwaardige verbinding vormt voor langzaam verkeer tussen het stadsdeel West, Willemspoort, het Paleiskwartier en de binnenstad.
Afbeelding 3.11: hoofdverkeersstructuur
Palazzo wordt ontsloten aan de Jonkerstraat die toegankelijk is vanaf de Onderwijsboulevard en de Statenlaan. Aan de Jonkerstraat is zowel de toegang naar de parkeergarage en fietsenstallingen gelegen. De plintfuncties worden bevoorraad via de Onderwijsboulevard, het Residentieplein en de Statenlaan.
Om inzicht te krijgen in het verkeer dat gegenereerd zal worden door de ontwikkeling, is een berekening opgesteld. Deze berekening is uitgevoerd op basis van de kencijfers uit de CROW-publicatie 381. Tevens is op basis van de omgevingsadressendichtheid de stedelijkheidsgraad (sterk stedelijk) bepaald. Tot slot ligt het plangebied in de zone 'centrum'. Hierna worden achtereenvolgens de verkeersgeneratie vanwege het bouwplan beschouwd.
Verkeersgeneratie bouwplan
Op basis van het bouwplan, zoals beschreven in paragraaf 3.2 en 3.3, genereert het plan de volgende verkeersgeneratie. De getallen zijn afgerond op tientallen, naar boven.
Bouwprogramma | Voorziening uit CROW 381 | Aantal | Eenheid | CROW-kencijfer* | Eenheid | Ritgeneratie [mvt/etmaal] |
Woningen | Koop, appartement, duur | 240* | Woningen | 5,4 | Woningen | 1296 |
Commerciële ruimtes (grotendeels horeca) | Wijkcentrum (groot) | 1300 | m2 | 35,2 | 100 m2 bvo | 458 |
TOTAAL | 1.754* |
- Kencijfers verkeersgeneratie uit CROW-publicatie 381 (1-12-2018)
- Ligging in stedelijke zone: schil centrum
- Stedelijkheidsgraad wijk Paleiskwartier: zeer sterk stedelijk (>2.500 adressen/km2) (bron: Wijk- en buurtmonitor 2020)
- De uitkomst is een indicatie van de verkeersgeneratie (som van de verkeersproductie en de verkeersattractie) op een gemiddelde weekdag
- *het aantal woningen is in dit overzicht afgerond van 233 naar 240 woningen
- *er is uitgegaan van het minimaal aantal verkeersbewegingen, omdat het plangebied in de nabijheid van het Centraal station en veel voorzieningen (winkels, horeca, etc.) is gelegen.
Verkeersafwikkeling
Het initiatief genereert maximaal 2.224 verkeersbewegingen per etmaal. Omdat het plan zo dicht in de buurt ligt van openbaar vervoer voorzieningen en korte loop/fietsafstand naar voorzieningen mag uitgegaan worden van de minimale ritgeneratie van 1.754 mvt/etmaal. Het gemotoriseerd verkeer wordt geheel afgewikkeld middels een in-/uitrit aan de noordzijde, via de Jonkerstraat. Van daaruit zal het verkeer deels in zuidelijke richting (Onderwijsboulevard richting kruising met Vlijmenseweg, circa 60%) en deels in noordelijke richting (Onderwijsboulevard (circa 10%) of Statenlaan richting Hugo de Grootlaan in westelijke of oostelijke richting, (circa 30%) rijden. De in-/uitrit biedt toegang tot de parkeergarage onder de nieuwbouw. Het verkeer kan middels deze ontsluiting adequaat worden afgewikkeld op het omliggende wegennet.
Bij het toelaten van initiatieven moet inzichtelijk zijn dat in de parkeerbehoefte van auto's en fietsen voorzien kan worden. Dat moet in principe op eigen terrein. Wanneer dat niet mogelijk is en er binnen loopafstand geen parkeerruimte is kan dat leiden tot ruimtebeslag voor (meer) parkeren in de openbare ruimte. Dit ruimtebeslag mag de verkeersveiligheid en een goed woon- en leefklimaat niet aantasten.
Navolgend wordt de parkeerbehoefte bepaald aan de hand van het concrete bouwplan, het flexibele bouwplan en de worst case situatie. Hierbij is uitgegaan van de gemiddelde parkeernormen, eventueel naar boven afgerond.
Het plan van Palazzo is ontwikkeld in 2020 en 2021. Op 12 oktober 2021 is de nota Parkeernormering 2021 in de raad vastgesteld. Op dat moment was het bouwplan uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Ook de contractvorming voor de verkoop van de huurwoningen (met bijbehorende parkeerplaatsen) was ver gevorderd. In de ruimtelijke uitwerking van het plan was rekening gehouden met de benodigde parkeercapaciteit conform de nota Parkeernormering 2016. Omdat er in deze nota geen fietsnormen zijn opgenomen, was het fietsparkeren opgelost conform het Bouwbesluit. Elke woning heeft een individuele berging waar 2 fietsen kunnen worden gestald.
Na de vaststelling van de nota Parkeernormering 2021 is het plan deels aangepast. Daarbij is ingezet op het vergroten van de fietsparkeercapaciteit voor de toekomstige bewoners en werkers van Palazzo. In de garage zijn gemeenschappelijke fietsenstallingen ingepast en is de toegankelijkheid verbeterd. De inpandige fietsvoorzieningen sluiten hiermee voor een belangrijk deel aan op de nieuwe nota Parkeernormering 2021. Het aantal autoparkeerplaatsen is niet/nauwelijks aangepast. Verzocht wordt om medewerking op basis van de overgangsregeling in de nota Parkeernormering 2021. Voor een nadere toelichting op de parkeerbalans voor de auto en fiets wordt verwezen naar paragraaf 4.3.4.
afbeelding 3.12: Dwarsdoorsnede Palazzo met tweelaagse stallingsgarage
De bewoners en werkers van Palazzo parkeren hun auto en fietsen in de tweelaagse stallingsgarage die onder de nieuwbouw en (deels) het Residentieplein wordt gerealiseerd. De bovenste laag is gelegen op maaiveldniveau en direct toegankelijk vanaf de Jonkerstraat, zonder hellingbaan. Op deze laag liggen de gemeenschappelijke fietsenbergingen, een (groot) deel van de individuele bergingen, containerruimtes en 22 autoparkeerplaatsen. De garage vormt het dek van de binnentuin en wordt omzoomd door de plinten van het woongebouw. Op de onderste laag liggen de overige individuele bergingen en autoparkeerplaatsen.
In de garage komen totaal 189 autoparkeerplaatsen, 466 stallingsplekken in de gemeenschappelijke fietsenbergingen en 233 individuele bergingen van minimaal 5 m2 (elk geschikt voor het stallen van 2 fietsen). In de gemeenschappelijke fietsenbergen komen oplaadpunten voor de accu's van elektrische fietsen. In het plan is rekening gehouden dat minimaal 10% van de autoparkeerplaatsen voorbereid is voor het opladen van een elektrische auto.
Bezoekers parkeren in de openbare parkeergarage van het Paleiskwartier en/of de openbare parkeervakken op het maaiveld.
Bij het woonrijp maken van Palazzo wordt de aangrenzende openbare ruimte aangelegd. Het Residentieplein krijgt een inrichting die past bij de toekomstige functie als evenementenplein. Om deze functie mogelijk te maken, wordt een aparte planologische procedure gevoerd (los van de procedure voor de nieuwbouw Palazzo). Begin 2022 is de omgevingsdialoog gestart met omwonenden, ondernemers en onderwijsinstellingen en andere belanghebbenden zoals evenementenbureaus. Het toekomstige gebruik en de inrichting van het plein vormt onderdeel van deze omgevingsdialoog.
Het Residentieplein krijgt daarnaast een functie als ontmoetings- en verblijfsruimte. Ook levert de inrichting van het Residentieplein een bijdrage aan een prettig en klimaatbestendige omgeving, door het aanplanten van bomen en groen. Dit geldt ook voor de Onderwijsboulevard en de Statenlaan. De Jonkerstraat krijgt een inrichting die aansluit op de bestaande openbare ruimte.
De aangrenzende speeltuin wordt tijdelijk verwijderd, vanwege de bouwveiligheid en de benodigde ruimte voor het bouwterrein. Na de oplevering van Palazzo wordt de speeltuin opnieuw aangelegd. De bestaande bomen op het Residentieplein zijn tijdelijk aangeplant. Deze bomen moesten elders uit de stad verwijderd worden. Ze krijgen een definitieve plek in het gebied tussen de Vlijmenseweg en de woongebouwen Belvédère en Terrazzo.
Naast het openbaar groen wordt er een gemeenschappelijke, groene binnentuin aangelegd die wordt omzoomd door balkons met rime plantvakken. De tuin wordt zo groen mogelijk ingericht waarbij alleen verharding wordt aangebracht in enkele looproutes en een paar zitplekken. Voor de invulling van de tuin wordt gewerkt met veel bomen en een weelderige onderbegroeiing. Om het plaatsen van bomen mogelijk te maken, varieert de pakketdikte van de tuin op het dek van grofweg 40 tot 100 cm, met een gemiddeld een pakketdikte van ca. 60 cm. Het weelderige groen is bepalend voor een prettige en klimaatbestendige woonomgeving.
Afbeelding 3.13: Impressie binnentuin
De binnentuin is zichtbaar vanuit de brede onderdoorgang aan het Residentieplein. De plantvakken langs de trappen zorgen voor een groene verbinding tussen het plein en de binnentuin. De trappen en de overdekte ruimte tussen de trappen hebben een verblijfsfunctie, bijvoorbeeld als terras of zitruimte bij evenementen. Ook vanuit de Jonkerstraat is er zicht op het groen tussen de nieuwbouw.
Binnen het plangebied wordt circa 27% groen ingepast. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de minimale kwantitatieve groennorm van 15% die voor onderhavig gebied (brede binnenstad) is opgenomen in de Verordening Bomen, Water en Groen 's-Hertogenbosch 2021.
Beplanting en ecologie
De beplanting in de binnentuin wordt aangepast aan de specifieke situatie. Bepalend is de ligging op een parkeerdek, waardoor diep wortelende bomen niet mogelijk zijn. Daarnaast wordt de tuin omsloten door middelhoge bebouwing. Dit zorgt voor schaduwrijke plekken. De exacte invulling van de binnentuin wordt nog nader uitgewerkt.
Het doel is om zoveel mogelijk gebruik te maken van mogelijk inheemse beplanting die aantrekkelijk is voor insecten en vogels. Deze hebben de meeste waarde voor de biodiversiteit en zijn vaak goed aangepast op ons klimaat. Dit wordt eventueel aangevuld met uitheemse beplanting als dat een meerwaarde betekent. Om de biodiversiteit te versterken en bijen en andere insecten zo lang mogelijk van voedsel te voorzien wordt, daar waar mogelijk, het bloeiseizoen verlengd door het toepassen van bloembollen en herfstbloeiers in de beplanting. Bij de invulling van de (inheemse) beplanting voor de binnentuin wordt gedacht aan els, lijsterbes, Gelderse roos, botanische rozen en botanische bloembollen, grassen en vaste planten.
Ten behoeve van de biodiversiteit worden ook voorzieningen voor de fauna meegenomen. Voor de binnentuin wordt hierbij gedacht aan vogelhuisjes of bijen- of insectenhotel, mogelijk in de vorm van een kunstzinnig object. Deze worden gezien als een nuttige aanvullende voorziening vooral ook gericht op nestel- en schuilplaatsen voor deze soorten. Daarnaast wordt nog gekeken naar eventuele aanvullende voorzieningen in de nieuwbouw, voor de huismus en/of voor vleermuizen omdat deze het meest aansluiten bij het gebied.
In de toelichting van het vigerend bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' is relevant rijksbeleid, provinciaal beleid en ruimtelijk en sectoraal gemeentelijk beleid ten aanzien van Paleiskwartier-Zuid uiteengezet. Dit beleid geldt onverkort voor het bouwplan Palazzo (deelplan F). In het bouwplan is tevens rekening gehouden met het relevant beleid dat na de vaststelling van het bestemmingsplan is geactualiseerd.
De Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI, loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en vervangt op Rijksniveau de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kunnen in gebieden betere, meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt.
Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie van het Rijk in beeld. Op nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven. Dit komt samen in vier prioriteiten:
De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven is combinaties te maken en win-win situaties te creëren, maar dit is niet altijd mogelijk. Soms zijn er scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie afwegingsprincipes:
Nationale belangen
Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn samen verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Sommige belangen en opgaven overstijgen het lokale, regionale en provinciale niveau en vragen om nationale aandacht. Dit noemen we 'nationale belangen'. Het Rijk heeft voor alle nationale belangen een zogenaamde systeem-verantwoordelijkheid. Voor een aantal belangen is het Rijk zelf eindverantwoordelijk. Maar voor een groot aantal nationale belangen zijn dat de medeoverheden.
De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen, en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen die nationale belangen. Voor dit plan relevante nationale belangen zijn:
Doorwerking plan
De NOVI wordt gekenmerkt door een hoog abstractie- en schaalniveau. De in de NOVI genoemde nationale belangen worden door de voorgenomen ontwikkelingen niet geschaad. Hierbij ook opgemerkt dat met het project Palazzo (Deelplan F) wordt ingezet op duurzaam wonen- en leven.
Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen is in 2012 de ladder voor duurzame verstedelijking in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6 Bro) opgenomen. De ladder ziet op een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Per 1 juli 2017 is een gewijzigde Ladder in werking getreden. Hierin is de Ladder teruggebracht naar de essentie, namelijk de noodzaak om aan te geven dat de voorgenomen nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in een behoefte plus een motivering indien de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd.
Bouw 233 appartementen
Het toevoegen van meer dan 11 woningen wordt gezien als stedelijke ontwikkeling. Het geldende bestemmingsplan is vertrekpunt bij de beoordeling of sprake is van een stedelijke ontwikkeling. In dit geval is in het geldende bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' al voorzien in de realisatie van 'wonen in de vorm van gestapelde woningen en bijzondere woonvoorzieningen, al dan niet in combinatie met een 'aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit', in de vorm van een uitwerkingsplicht. Met dit uitwerkingsplan ten aanzien van de 233 appartementen neemt het aantal woningen niet toe ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Daarom is geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling en is een toets aan de ladder voor duurzame verstedelijking niet aan de orde. De kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan deze woningen is wel getoetst in het kader van de Woonvisie 's-Hertogenbosch 2020 (zie paragraaf 3.5 en 4.3.2).
Bouw commerciële ruimte
Een terrein en/of gebouw met een ruimtebeslag van meer dan 500 m2 wordt in beginsel gezien als stedelijke ontwikkeling. Zoals hierboven aangegeven is het geldende bestemmingsplan vertrekpunt bij de beoordeling of sprake is van een stedelijke ontwikkeling. In dit geval is in het geldende bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' al voorzien in de realisatie van centrumfuncties zoals kantoren, horeca t/m categorie 3, bedrijvigheid in categorie A, ambachtelijke bedrijvigheid, detailhandel, dienstverlening, en maatschappelijke, recreatieve en culturele voorzieningen, in de vorm van een uitwerkingsplicht. Met dit uitwerkingsplan ten aanzien van de commerciële ruimte van circa 1.300 m² is geen sprake van een wijziging van functies ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Daarom is geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling en is een toets aan de ladder voor duurzame verstedelijking niet aan de orde.
Gemeenten moeten bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen of uitwerkingsplannen rekening houden met het Barro. Doel van het Barro is bepaalde onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte te verwezenlijken. In het Barro worden een aantal projecten opgesomd die een groot Rijksbelang hebben. Per project worden regels gegeven, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. De regels zijn een uitwerking van de onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
In het Barro zijn verschillende onderwerpen met bijzonder rijksbelang beschreven:
Doorwerking plan
Het initiatief valt niet onder een van de projecten uit het Barro. Door het plan zal eveneens geen nationaal belang worden geschaad.
Op 14 december 2018 hebben de Provinciale Staten de omgevingsvisie Noord Brabant vastgesteld. Deze omgevingsvisie vervangt na het inwerking treden van de Omgevingswet de provinciale structuurvisie. Met de omgevingsvisie formuleert de provincie haar ambitie over de Brabantse leefomgeving in 2050. Daarbij stelt zij tussendoelen voor 2030, maar legt nu nog niet vast hoe zij die doelen wil bereiken. De provincie wil daarmee ruimte bieden voor inbreng vanuit partijen en disciplines. Om hiermee aan de slag te gaan is volgens de provincie een verdere uitwerking van de ambities nodig in de vorm van programma's.
Met de visie geeft de provincie aan wat zij belangrijk vindt voor de verbetering en duurzame ontwikkeling van Brabant. Daarbij legt zij de focus op vier hoofdopgaven voor de middellange en lange termijn:
Deze vier hoofdopgaven staan ten dienste van de basis opgaven: werken aan veiligheid, gezondheid en omgevingskwaliteit. Om te komen tot de slimme netwerkstad richt de provincie zich op duurzame verstedelijking. Zij wil daarin richting geven door middel van het bevorderen van regionale afspraken, het sturen op zorgvuldig ruimtegebruik en het periodiek opstellen van prognoses. Verder wil zij een actieve rol spelen om beweging te stimuleren (o.a. door samen te werken bij gebiedsopgaven en bij het opstellen van uitvoeringsprogramma's) en gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken.
Doorwerking plan
Het plan 'Palazzo – deelplan F' zet in op duurzaam wonen en leven (zie ook paragraaf 5.10 ) en is zodanig in overeenstemming met de omgevingsvisie Noord-Brabant.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben op 25 oktober 2019 de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: Iov N-B) vastgesteld. Deze verordening is per 5 november 2019 in werking getreden.
Vooralsnog treedt op 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking. Vanwege de Omgevingswet moet de provincie haar regelsysteem aanpassen. Straks heeft de provincie nog maar één verordening waarin alle regels zijn opgenomen over de fysieke leefomgeving. De Iov N-B is een eerste stap op weg naar de definitieve omgevingsverordening. Hierin worden de bestaande verordeningen over de fysieke leefomgeving samengevoegd tot één Interim omgevingsverordening, waaronder de huidige Verordening ruimte.
De Iov N-B is beleidsneutraal van karakter. Dat betekent dat er geen nieuwe beleidswijzigingen zijn doorgevoerd, behalve als deze voortvloeien uit vastgesteld beleid, zoals de omgevingsvisie. In beginsel zijn de huidige regels met het huidige beschermingsniveau gehandhaafd.
In hoofdstuk 3 van Iov N-B zijn de instructieregels opgenomen die gemeenten moeten toepassen in hun bestemmingsplannen. Hierin staan de regels die nu nog zijn opgenomen in de Verordening ruimte. Vooruitlopend op de Omgevingswet richten de instructieregels zich op een evenwichtige toedeling van functies (in plaats van het bestemmen van ontwikkelingen). Dit betekent dat de regels ook vanuit functies (van gebieden) zijn opgebouwd. Daarnaast richten de regels zich op een goede omgevingskwaliteit, inclusief een veilige en gezonde leefomgeving (in plaats van een goede ruimtelijke kwaliteit). Tevens zijn een aantal algemene basisprincipes opgenomen.
In de Iov N-B zijn regels voor ontwikkelingen gekoppeld aan werkgebieden (structuren) en aanduidingen. Het plangebied ligt binnen het werkgebied 'Stedelijk gebied'.
Het provinciale beleid is er al decennia lang op gericht om stedelijke ontwikkelingen in stedelijke concentratiegebieden te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en culturele motor te creëren en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de stedelijke concentratiegebieden. Binnen het bestaand stedelijke gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling.
Artikel 3.42 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Op basis van artikel 3.42 Duurzame stedelijke ontwikkeling dient een bestemmingsplan dat voorziet in de ontwikkeling van een locatie voor wonen, werken of voorzieningen binnen het Stedelijk gebied te liggen. Het bestemmingsplan dient daarbij te zijn voorzien van een onderbouwing dat:
Voor wat betreft de regionale afspraken wordt verwezen naar paragraaf 4.1.2 (ladder voor duurzame ontwikkeling). Ten aanzien van het aspect woningbouw en de verantwoording ervan wordt tevens verwezen naar hetgeen hieromtrent beschreven is in het gemeentelijk beleid m.b.t. woningbouw als bedoeld in paragraaf 3.5. Hierin is zowel inzicht verschaft in de kwalitatieve als kwantitatieve onderbouwing van het aantal woningen alsmede de daarover gemaakte afspraken in regionaal verband.
De realisatie van de commerciële voorzieningen in het plangebied is verantwoord in paragraaf 4.1.2 (Ladder voor duurzame verstedelijking).
Uit de toelichting op de ontwikkeling blijkt dat sprake is van een zorgvuldige belangenafweging en van een duurzame ruimtelijke verstedelijking die past binnen de hoofdlijnen van het provinciaal beleid.
Een bestemmingsplan geeft bij de evenwichtige toedeling van functies invulling aan een goede omgevingskwaliteit met een veilige, gezonde leefomgeving. Voor een goede omgevingskwaliteit en een veilige, gezonde leefomgeving wordt rekening gehouden met onderstaande regels uit de Interim omgevingsverordening:
Artikel 3.5 zorgplicht voor een goede omgevingskwaliteit
Een bestemmingsplan geeft bij de evenwichtige toedeling van functies invulling aan een goede omgevingskwaliteit met een veilige, gezonde leefomgeving. Voor een goede omgevingskwaliteit en een veilige, gezonde leefomgeving wordt rekening gehouden met:
Deze aspecten worden hierna beschreven.
Artikel 3.6 Zorgvuldig ruimtegebruik
De toedeling van functies dient plaats te vinden binnen bestaand ruimtebeslag. Het bestaand ruimtebeslag betreft 'het bestaand stedelijk gebied of een bestaand bouwperceel'. Met de ontwikkeling is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik omdat deze plaatsvindt binnen het 'stedelijk gebied'.
Artikel 3.7 Toepassing van de lagenbenadering
De toepassing van de lagenbenadering is een hulpmiddel om de effecten van een ontwikkeling in beeld te brengen. Het gaat daarbij om het effect op de lagen in wisselwerking met elkaar waarbij de factor tijd actief wordt benut. Het is van belang om te weten hoe de omgeving in elkaar steekt en te kijken naar alle lagen: de ondergrond, de netwerklaag, de bovenlaag en de tijdsdimensie. Tussen deze lagen bestaat een wisselwerking. Iedere laag kent zijn eigen dynamiek, verschillende veranderingssnelheid en mate van omkeerbaarheid bij ingrepen. Voor een aantal aspecten die bij de lagenbenadering betrokken worden, bevat de Iov N-B specifieke regels, zoals het Natuur Netwerk, de groenblauwe mantel, cultuurhistorische- en aardkundige waarden, stiltegebied en delen van het watersysteem.
Er dient rekening gehouden te worden met de laag dynamische ondergrond, maar ook met de effecten op de andere lagen en met toekomstige effecten. Bij de afweging gaat het niet alleen om de effecten op de omliggende functies in het gebied maar ook op effecten van een ontwikkeling elders. Niet alleen de effecten nu maar ook de effecten naar de toekomst.
Artikel 3.8 Meerwaardecreatie
Meerwaardecreatie omvat een evenwichtige benadering van de economische, ecologische en sociale aspecten die in een gebied en bij een ontwikkeling zijn betrokken, waaronder:
Het plan Palazzo is onderdeel van de gebiedsontwikkeling Paleiskwartier-Zuid. In het ruimtelijke plan Paleiskwartier-Zuid is omwille van voldoende flexibiliteit en een hoge dynamiek ingezet op de ontwikkeling van een levendig gemengd stedelijk gebied. Voorliggend wijzigingsplan ten behoeve van de komst van de 233 appartementen gecombineerd met commerciële functies in de plinten draagt bij aan een levendig gemengd stedelijk gebied. Tegelijkertijd wordt met het plan Pallazo ingezet op duurzaam wonen- en leven (zie ook paragraaf 5.10).
In juni 2003 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de Ruimtelijke Structuurvisie (RSV) vastgesteld, met de ondertitel 'Stad tussen stromen'. De RSV geeft richting aan de ruimtelijke ambities van de stad. Op 28 januari 2014 heeft de gemeenteraad de actualisatie van de structuurvisie uit 2003 vastgesteld. In deze geactualiseerde structuurvisie heeft gemeente het provinciaal beleid geïntegreert. De geactualiseerde structuurvisie bevat een integrale visievorming voor lange termijn, 10 jaar met een doorkijk naar 15 à 20 jaar.
De structuurvisie bestaat uit het Ruimtelijk Casco, een visie geformuleerd op het plangebied. Een ruimtelijke analyse van de stad en het gemeentelijk beleid vormen de input voor deze visie. De visie formuleert de ontwikkelingskoers, beschrijft een wensbeeld van de stad voor de lange termijn en biedt het casco voor concrete projecten en plannen. Het is een toetsingskader, en tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke ontwikkeling. Zo wordt bepaald waar strakke contouren ter bescherming van kwetsbare waarden liggen en kansen voor ontwikkeling. En worden locaties aangeduid waar deze ontwikkeling tegen randvoorwaarden mogelijk zijn en afweegbare gebieden voor uitbreidingen en intensiveringen aangewezen. Het 'ruimtelijk motto' van compacte, complete en contrastrijke stad als het uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de stad blijft gehanteerd, in de overtuiging dat dit de juiste basis biedt voor een duurzame ruimtelijk hoofdstructuur.
Het plangebied ligt als onderdeel van de westelijke spoorzone in de stedelijke hoofdstructuur van RSV. De RSV beschouwt het plan Palazzo (deelplan F) als onderdeel van het Paleiskwartier. De transformatieoperatie van het Paleiskwartier is reeds in het vigerend bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
Het woonbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vastgelegd in de Woonvisie 's-Hertogenbosch. Deze is door de gemeenteraad op 9 juni 2020 vastgesteld. Ontspannen wonen in een sterke stad met leefbare buurten en dorpen. Waar inwoners trots zijn op hun woonplaats en een woning hebben die aansluit bij hun woonwensen en mogelijkheden. Dat is het doel. Om dit te bereiken zijn er vier opgaven geformuleerd:
Passend en betaalbaar wonen
Binnen deze opgave gaat extra aandacht uit naar starters en (lage) middeninkomens, het realiseren van divers en passend woningaanbod, met nadruk op de toenemende groep 1 en 2 persoonshuishoudens, het realiseren van een flexibele schil en het huisvesten van specifieke doelgroepen, waaronder ouderen, mensen met een handicap of psychische kwetsbaarheid, maar ook jongeren, starters en studenten.
Leefbare en inclusieve buurten
De Woonvisie streeft naar eenheid in verscheidenheid. Interventies in nieuwbouw en de bestaande woningvoorraad versterken de buurt en, zorgen voor een divers aanbod. Daarbij is bijzondere aandacht voor de huisvesting van kwetsbare doelgroepen en het stimuleren van nieuwe woonconcepten en bewonersinitiatieven die bijdragen aan ontmoeting, leefbaarheid en veiligheid.
Toekomstbestendige en duurzame woningvoorraad
De woonvisie heeft een gezonde, duurzame én flexibele woningvoorraad als doel, zowel stadsbreed als in wijken en buurten De opgave ligt hierbij zowel in de nieuwbouw als in de bestaande woningvoorraad.
Strategisch innovatief woonprogramma
De gemeenteraad heeft als ambitie uitgesproken om 10.500 woningen te realiseren in de periode 2020 – 2030, met als differentiatie:
Het betreft hier een ambitie voor het stadsbrede nieuwbouwprogramma. Voor bouwplannen in bestaande wijken en buurten kan een afwijkend programma wenselijk zijn. Bijvoorbeeld omdat er al veel dezelfde woningen zijn. De nieuwbouw draagt bij aan de aantrekkelijkheid en diversiteit van woonmilieus, waaronder ook (hoog)stedelijke woonmilieus met hoogbouw, compacte woonvormen en (collectieve) voorzieningen.
Doorwerking plan
Het bouwplan voor Palazzo (Deelplan F) voorziet in circa 233 woningen. Daarbij gaat het om 63 sociale huurwoningen, 5 goedkope koopwoningen, 20 middeldure koopwoningen, 35 vrije sector huurwoningen en 110 dure koopwoningen. De woningen zijn divers in woninggroottes, indeling en situering in het plangebied. Hiermee draagt het plan bij aan een bredere woningdifferentiatie in het Paleiskwartier en bereikbaar voor een breed scala aan doelgroepen zowel in huishoudensgrootte, leeftijd als in inkomen. Daarnaast zet het plan 'Palazzo – deelplan F' in op duurzaam wonen en leven (zie ook paragraaf 5.10 )
Geconcludeerd kan worden dat het planvoornemen aansluit bij de uitgangspunten van de Woonvisie van de gemeente 's-Hertogenbosch.
De functies die in Palazzo worden gerealiseerd passen in het beleid en in het programma die in het 'Ruimtelijk plan Paleiskwartier-Zuid' c.q. het bestemmingsplan en de Ruimtelijke Structuurvisie zijn vastgelegd.
Afbeelding 4.1: Functionele structuur 'Ruimtelijk plan Paleiskwartier-Zuid'
Programma als onderdeel van andere deelplannen
In bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' is voor de bestemmingsvlakken 'Gemengd - 2' en 'Gemengd - Uit te werken' in Paleiskwartier-Zuid een programma vastgesteld. Het betreft het gezamenlijk programma voor deelplannen F, G, H, I en O 1 t/m 3.
Bestemming Gemengd - Uit te werken en Gemengd - 2 | max. totale bvo in m2 |
kantoren | 30.000 |
wonen | 120.000 |
horeca in categorie 1 | 10.000 |
'centrum': horeca tot en met categorie 3 met uitzondering van horeca van categorie 1, detailhandel, dienstverlening, ambachtelijke bedrijvigheid of bedrijven in categorie van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, maatschappelijke, recreatieve en culturele voorzieningen en voorzieningen voor het houden van congressen, vergaderingen en opleidingen | 35.000 |
Een groot deel van Paleiskwartier-Zuid met de bestemming 'Gemengd - 2' en 'Gemengd - Uit te werken' is inmiddels gerealiseerd of in aanbouw, totaal circa 72.050 m² bvo wonen, 6.510 m² bvo kantoren, 305 m² bvo horeca 1 en 17.670 m² bvo centrumfuncties (stand van zaken medio 2022).
Het programma van Palazzo bestaat uit circa 23.730 m2 bvo wonen en 1.300 m2 bvo centrumfuncties/horeca. Conclusie is dat het programma van Palazzo past binnen het toegestane programma in het bestemmingsplan.
De overige deelplannen in Paleiskwartier hebben een andere bestemming: Belvédère (deelplan J1 en J2) 'Kantoor', Jheronimustoren (deelplan M) 'Wonen-1' en het sheddakengebouw 'Gemengd-1'. Het programma dat is opgenomen in de bovenstaande tabel is hier niet van toepassing.
In het gemeentelijk parkeerbeleid van 's-Hertogenbosch zijn verschillende gebieden onderscheiden waarbinnen een ander autobezit, fietsgebruik en OV-bereikbaarheid geldt. Deze verschillen uiten zich ook in parkeerbehoefte, en dus in verschillende parkeernormen. Zoals in paragraaf 3.7.2 is toegelicht wordt het autoparkeren in Palazzo opgelost conform de nota Parkeernormering 2016.
Paleiskwartier ligt in zone 1: Centrum. Voor het programma van Palazzo zijn de volgende parkeervoorzieningen nodig:
Functie | Aantal | Maximale vraag |
Werkdag ochtend |
Werkdag middag |
Werkdag avond |
Koop avond |
Zaterdag middag |
Woning < 40 m2 bvo | 3 | 0,6 | 0,3 | 0,3 | 0,54 | 0,48 | 0,36 |
Sociale huur (niet grondgebonden) | 63 | 44,1 | 22,05 | 22,05 | 39,69 | 35,28 | 26,46 |
Woning 40 - 80 m² bvo | 26 | 23,4 | 11,7 | 11,7 | 21,06 | 18,72 | 14,04 |
Woning 80 – 150 m² bvo | 123 | 123 | 61,5 | 61,5 | 110,7 | 98,4 | 73,8 |
Woning > 150 m2 bvo | 18 | 19,8 | 9,75 | 9,75 | 17,82 | 15,84 | 11,88 |
Bezoek woning | 233 | 69,9 | 6,99 | 13,98 | 55,92 | 48,93 | 41,94 |
Plintfuncties | 1.300 | 46,80 | 14,05 | 28,08 | 4,68 | 35,1 | 46,8 |
TOTAAL | 126,34 | 147,36 | 250,41 | 252,75 | 215,28 | ||
Parkeerbehoefte | 211 pp |
In het bovenstaande overzicht is de kolom 'maximale vraag' van toepassing voor het parkeren van bewoners. Immers, al het bewonersparkeren moet op eigen terrein worden opgelost en de behoefte is in de nachtperiode 100%. De (69,9) parkeerplaatsen voor bezoekers van de woningen worden niet in de stallingsgarage van Palazzo opgelost. Bezoekers parkeren in de openbare ruimte of de openbare parkeergarage van het Paleiskwartier. Voor de bewoners zijn dus 0,6 + 44,10 + 23,40 + 123 + 19,8 = 211 (afronding van 210,9) parkeerplaatsen nodig.
Daar komt bij het parkeren voor de werkers van de plintfuncties op de begane grond. De precieze invulling is nog onbekend. Volgens de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Paleiskwartier-Willemspoort-Station is een brede range van functies mogelijk, variërend van horeca, dienstverlening, detailhandel, bedrijvigheid. In de parkeerbalans is de functie kernwinkelapparaat gekozen omdat deze (qua parkeerbehoefte) het meest passend wordt geacht. Voor de bezoekers van de plintfuncties hoeft niet in parkeergelegenheid te worden voorzien. Het genoemde aantal bij deze functie bestaat voor 99% uit bezoekers volgens de CROW-gegevens. Voor de werkers blijft er 1 (afronding van 0,47) parkeerplaats nodig. Aangezien we mogen uitgaan van medegebruik door de werkers van de aanwezige parkeergelegenheid is dubbelgebruik tussen werkers en bewoners mogelijk.
Conclusie: de totale parkeerbehoefte van dit deelplan conform de nota Parkeernormering 2016 is 211 parkeerplaatsen.
Beschikbare parkeergelegenheid
In de parkeergarage van Palazzo zijn totaal 189 autoparkeerplaatsen voorzien. De resterende (22) parkeerplaatsen worden in de bestaande parkeergarage onder het woongebouw Belvédère (deelplan I) opgelost. In deze tweelaagse garage wordt niet alleen de parkeerbehoefte van Belvédère voorzien, maar ook van Upstairs (deelplan O3) en een gedeelte van Terrazzo (deelplan H). In deze garage is voldoende parkeercapaciteit over om de parkeerbehoefte van Palazzo op te lossen:
deelplan | parkeerbehoefte |
Parkeercapaciteit in deelplan |
Belvédère | 145 | 322 |
Terrazzo | 168 | 79 |
Upstairs | 63 | 0 |
Palazzo | 211 | 189 |
TOTAAL | 587 | 590 |
In de koopovereenkomst van Palazzo is c.q. wordt een erfdienstbaarheid voor het parkeren met een kettingbeding opgenomen. Hiermee is privaatrechtelijk vastgelegd dat de benodigde parkeerplaatsen in Palazzo duurzaam in stand worden gehouden voor de bewoners en ondernemers van Palazzo, omdat dit ook geldt ook voor de andere deelplannen in Paleiskwartier.
De loopafstand tussen Palazzo en Belvedère is 210 meter. Dit is acceptabel gelet op de hiervoor gestelde norm van maximaal 300 meter in de nota Parkeernormering 2016. Conclusie is dat voor het deelplan Palazzo voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn binnen een acceptabele loopafstand.
Fietsvoorzieningen
Voor de fietsvoorzieningen van de woningen wordt in de nota Parkeernormering 2016 artikel 4.31 van het Bouwbesluit gehanteerd:
Voor de overige functies worden richtlijnen gehanteerd, gebaseerd op de fietsparkeerkencijfers van CROW. Deze fietsparkeerplekken worden in de openbare ruimte opgelost.
In de nieuwe nota Parkeernormering 2021 worden voor niet-grondgebonden woningen de volgende parkeernormen gehanteerd:
Daarnaast worden kwalitatieve eisen gesteld voor de bereikbaarheid (zie onderstaande tabel). De uitkomst van deze beoordeling mag per saldo niet negatief zijn. Daarnaast wordt het aanbevolen om fietsparkeerplaatsen te realiseren die voldoen aan de kwaliteitseisen van de landelijke Fietsparkeur.
In Palazzo heeft elke woning, ook de woningen kleiner dan 50 m2, een afsluitbare bergruimte die voldoet aan artikel 4.31 lid 1 van het Bouwbesluit. Elke bergruimte is geschikt om 2 fietsen naast elkaar te stallen. In de 233 individuele bergingen is ruimte voor totaal 466 fietsen. Om goed te kunnen inspelen op de groeiende vraag naar fietsvoorzieningen, zijn er 466 extra stallingsplekken opgenomen in gemeenschappelijke fietsenstallingen. Daarbij wordt deels gebruik gemaakt van dubbele fietsenrekken boven elkaar. Totaal is er in de garage capaciteit voor 932 fietsparkeerplaatsen, dus gemiddeld 4 stallingsplekken per woning. De fietsvoorzieningen voldoen aan de kwaliteitseisen van Fietsparkeur.
De gemeenschappelijke fietsenstallingen en een deel van de individuele bergingen zijn gesitueerd op de bovenste laag van de parkeergarage, op het maaiveldniveau van de Jonkerstraat. De overige individuele bergingen zijn bereikbaar via een hellingbaan. De fietsenbergingen zijn bereikbaar via meer dan 1 deur.
Conclusie is dat de fietsvoorzieningen niet alleen voldoet aan de nota Parkeernormering 2016 maar ook (ruimschoots) aan de fietsparkeernormen van de nieuwe nota Parkeernormering 2021.
In de nota Parkeernormering 2016 gelden geen fietsparkeernormen voor de bezoekers van de woningen. In Paleiskwartier zijn vooral op plekken waar veel bezoekers worden verwacht de nodige fietsenrekken ingepast. Dit geldt bijvoorbeeld in de openbare ruimte bij de bioscoop, de supermarkt, de horeca in het sheddakengebouw. Daarnaast zijn er bij de woongebouwen enkele fietsenrekken ingepast.
In de openbare ruimte bij Palazzo worden fietsenrekken voor de bezoekers ingepast. Een groot deel daarvan wordt ingepast tussen de nieuwbouw en de Statenlaan. Het aantal stallingsplekken wordt nader uitgewerkt. Bij evenementen wordt gebruik gemaakt van tijdelijke fietsvoorzieningen.
De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch heeft op 17 mei 2011 de 'Actualisering Welstandsnota 2011' met de daarvan deel uitmakende Beeldkwaliteitsplannen en Reclamenota vastgesteld. In deze nota is voor de verschillende wijken aangegeven aan welke welstandscriteria bouwwerken moeten voldoen. De welstands- en monumentencommissie gebruikt de criteria bij de beoordeling van bouwplannen.
Doorwerking plan
Het plangebied van dit uitwerkingsplan heeft betrekking op het welstandsgebied Paleiskwartier. Voor Paleiskwartier-Zuid is het Beeldkwaliteitsplan 'Paleiskwartier-Zuid, Scharnierpunt tussen binnenstad en West' vastgesteld en onderdeel van de welstandsnota. Het bouwplan is verschillende keren met welstand besproken, zowel informeel als formeel. De formele besprekingen met welstand hebben op respectievelijk 13 januari 2021,15 april 2021, 29 juli 2022 en 7 april 2022 plaatsgevonden. De welstandscommissie heeft in de laatste bespreking positief gereageerd en daarmee het plan in principe akkoord bevonden.
In mei 2003 stelde de gemeenteraad de 'Nota Hoogbouw' vast: een kadernota die een brug vormt tussen de Ruimtelijke Structuurvisie en concrete initiatieven. In de nota is een methodiek ontwikkeld om te bepalen of, waar en onder welke voorwaarden hoogbouwinitiatieven een vervolg kunnen krijgen. Bij de planning van hoogbouw dient ruimtelijk onderzoek plaats te vinden. Nieuwe hoogbouwinitiatieven dienen te voldoen aan de volgende tien uitgangspunten:
Doorwerking plan
Omdat op de hoek Onderwijsboulevard – Residentieplein een hoogteaccent is toegestaan van maximaal 40 meter vanaf peil, moet worden getoetst aan de 10 uitgangspunten van de 'Nota Hoogbouw'. Deze nota vereist bij de uitwerking van hoogbouw hoger dan 25 meter een ruimtelijk onderzoek naar de stedenbouwkundige inpasbaarheid in de omgeving en in het stadsilhouet nagaat.
In de bijlage bij deze toelichting is het volledig ruimtelijk onderzoek 'Hoogteaccent Palazzo (Blok F) Paleiskwartier, 's-Hertogenbosch' opgenomen. Deze bijlage is onderdeel van het uitwerkingsplan. Het onderzoek toont aan dat het voorgenomen hoogteaccent geen belangrijke zichtlijn doorsnijdt en dat de locatie van het accent binnen de knoop van het Paleiskwartier valt waar hoogbouw vanzelfsprekend is. Het hoogteaccent van Palazzo (Blok F) voldoet aan de uitgangspunten die de 'Nota Hoogbouw' stelt: slankheid, maatwerk, silhouet, architectuur, beëindiging van het gebouw, plint van het gebouw, omgevingskwaliteit, milieuaspecten, bezonning en windhinder.
De Verordening Bomen, Water en Groen 's-Hertogenbosch 2021 is door de gemeenteraad vastgesteld op 9 maart 2021. Deze verordening bestaat uit drie onderdelen: bomen, water en groen en behoort bij de visie 's-Hertogenbosch Groen en Klimaatbestendig. In de verordening worden regels gesteld over het vellen van houtopstanden (bomen), het lozen van hemelwater en grondwater en het realiseren van groen. Het doel hiervan is het beperken van de gevolgen van klimaatverandering. Door de gevolgen van klimaatverandering wordt de gemeente 's-Hertogenbosch kwetsbaarder voor verdroging, extreme hitte en extreme neerslag. Ook is sprake van achteruitgang van de biodiversiteit. Met de regels in de verordening kunnen de gevolgen van klimaatverandering beter worden opgevangen en wordt een meer groene en blauwe inrichting van de stad, wijken en dorpen geborgd.
Bomen
Voor bomen (houtopstanden) is aangesloten bij de uitgangspunten van het Bomenbeleidsplan 2017. Bomen dragen bij aan een betere wateropvang, leveren schaduw, een hogere luchtvochtigheid en dragen daarmee bij aan verkoeling. Ook dragen bomen bij aan een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving en zijn bepaalde houtopstanden waardevol voor onze leefomgeving. Daarom zijn in de verordening regels opgenomen om categorieën houtopstanden die voor de gemeente van belang zijn te beschermen. Voor deze categorieën houtopstanden geldt onder meer een vergunningplicht. Zonder een vergunning mogen deze houtopstanden niet worden geveld.
Water
Voor water gelden regels voor het lozen van grondwater en hemelwater. Door klimaatverandering neemt de kans op onder andere wateroverlast en overstromingen door extreme neerslag toe, maar ook de kans op langdurige periodes van droogte. Om wateroverlast door extreme neerslag te voorkomen en verdroging tegen te gaan is het onder meer van belang dat voldoende waterberging op eigen terrein wordt gerealiseerd. Daarom is in de verordening onder meer de verplichting opgenomen om hemelwater op eigen terrein te verwerken, waarbij een hemelwatervoorziening met een bepaalde capaciteit moet worden gerealiseerd.
Dit onderdeel is uitgewerkt in de waterparagraaf in paragraaf 5.10.
Groen
In de nieuwe verordening is een groennorm opgenomen voor plannen waarbij meer dan 500 m² nieuwe/ vernieuwde verharding wordt gerealiseerd. Het plangebied is op de Groenkaart behorend bij de verordening aangeduid als 'brede binnenstad'. Hiervoor geldt een groennorm van minimaal 15%. Het doel van de groennorm is om te komen tot een klimaatadaptieve, biodiverse en groene omgeving.
Onderbouwing groennorm
Op de eerste plaats wordt voldaan aan de minimale kwantitatieve groennorm van 15% die voor onderhavig gebied (brede binnenstad) geldt. Vanwege de inpassing van extra groen binnen het plangebied wordt een score van ruim 27% bereikt (zie hiervoor figuur 4.2). Ten aanzien van het behalen van de kwalitatieve groenscore (van minimaal 8, maximaal 13 punten) zorgt met name de invulling van de gemeenschappelijke groene binnentuin voor een score van 8. De tuin wordt zo groen mogelijk ingericht waarbij alleen verharding wordt aangebracht in enkele looproutes en een paar zitplekken. Het gaat hierbij om de aanleg van biodiverse inheemse beplanting, maar ook worden maatregelen getroffen/aangelegd voor de huisvesting van dieren zoals vogelhuisjes, vleermuizenkasten of insectenhotels. In de binnentuin zal de groene inrichting (met zowel planten als bomen) zo maximaal mogelijk zijn, waarbij enkel verharding aanwezig is voor looppaden en zitplekken. De groene inrichting zal in een bepaalde mate bijdragen aan een verkoelend effect in warme zomers, maar tevens zorgen voor voldoende ontmoeten (sociale cohesie) tussen de bewoners, c.q. een prettig woon- en leefklimaat.
Voor een nadere toelichting op de groenscores van Palazzo wordt verwezen naar bijgaande Memo Palazzo KAN Paleiskwartier Den Bosch, Primum dd. 23 mei 2022.
Afbeelding 4.2: kwantitatieve groenscore
Afbeelding 4.3: kwalitatieve groenscore
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de diverse milieuaspecten die relevant zijn voor het plangebied. Per milieuaspect wordt het geldende wettelijk en/of het beleidskader beschreven. Daarnaast wordt het relevante aspect alsook het eventuele uitgevoerde onderzoek belicht waarbij de resultaten kort worden weergegeven. Ten slotte wordt op basis van het kader en het onderzoek de conclusie weergegeven.
Omdat het plan niet afwijkt op de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan, voldoen ten aanzien van milieuzonering, luchtkwaliteit en natuurbescherming de (milieu)onderzoeken en de toelichting op deze milieuaspecten in bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station'.
Voor bepaalde andere aspecten is nader onderzoek verricht specifiek voor onderhavig plan. Zo is het wegverkeer- en spoorlawaai onderzocht in het kader van de Wet geluidhinder en goede ruimtelijke ordening. Bodemkwaliteit in het kader van de Wet bodembescherming. Ten aanzien van de externe veiligheid is onderzoek uitgevoerd naar de risicobronnen en is advies gevraagd aan de Veiligheidsregio. Het ontvangen advies en betrokken bij dit plan. Ook is voor het bouwplan in het kader van deze onderbouwing een waterparagraaf opgesteld die de waterbelangen beschouwd. Een windhinderonderzoek maakt eveneens onderdeel uit van de uitgevoerde onderzoeken.
Milieuzonering zorgt voor voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening te worden gehouden met milieuzonering om de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te garanderen naast de zorg dat er voor bedrijven voldoende ruimte voorhanden is om de bedrijfsactiviteiten duurzaam en binnen aanvaardbare voorwaarden (normen) uit te kunnen voeren.
Bij het beoordelen van de (binnen het plangebied of elders gelegen) bedrijven welke invloed hebben op het plangebied, is gebruik gemaakt de VNG-brochure “Bedrijven en Milieuzonering”. De VNG brochure is een richtlijn, vormt geen wettelijk kader maar heeft als gevolg van jurisprudentie de status van pseudo-wetgeving gekregen. Deze richtlijn biedt kaders om milieuzonering goed in ruimtelijke plannen af te wegen. In de VNG-uitgave staan onder meer minimale richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar die gebaseerd zijn op een “gemiddeld” modern bedrijf. Deze richtafstanden gelden vanaf de perceelgrens van het bedrijf waar de bedrijfsactiviteiten plaats kunnen vinden tot aan de gevel van woningen in een 'rustige woonwijk'. Voor gebieden met een menging van functies – zoals onderhavig gebied in het Paleiskwartier – wordt voor de toelaatbaarheid van functies een specifieke 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' gehanteerd omdat de activiteiten in zulke gebieden qua schaal sterk kunnen verschillen van de activiteiten op bedrijventerreinen. Met onderhavig plan worden op de begane grond diverse commerciële activiteiten, kantoren en lichte horeca toegelaten. Deze activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving, dat ze prima in een gemengd gebied (ook direct grenzend aan woningen) kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend om onacceptabele hinder te voorkomen. Daarnaast zijn alle bedrijven verplicht zich te houden aan de geldende hindervoorschriften uit het Activiteitenbesluit. Daarbij wordt opgemerkt dat het “laden en lossen” ten behoeve van de lichte bedrijvigheid normaliter in de dagperiode zal plaatsvinden, De piekgeluiden vanwege het laden en lossen zijn in de dagperiode namelijk uitgesloten van toetsing, Het laden en lossen in de dagperiode is immers een onvermijdelijke activiteit die in de regel bij woningen in de rumoerige dagperiode veelal niet leidt tot hinderlijke situaties. In de vroege ochtend (vóór 7:00 uur) of in de avond/nacht (na 19:00 uur) gelden de (strenge) geluidsnormen voor het laden en lossen zonder meer, zodat dit normaal gesproken dan ook niet zal plaatsvinden. De toe te laten lichte bedrijvigheid is hier toelaatbaar. Een hinderlijke situatie wordt niet verwacht.
In de uitwerking van onderhavig plan dient rekening te worden gehouden met geluidsbronnen en de mogelijke hinder of overlast daarvan voor mensen. De beoordeling van het aspect geluid vindt zijn grondslag in vooral de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer. Daarnaast vindt de beoordeling zijn grondslag in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), op grond van een “goed woon- en leefklimaat”. Het aspect geluid kent voor geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) afhankelijk van typen geluidsbronnen een wettelijk kader die van belang zijn bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Zo zijn in de Wet geluidhinder voor geluidsgevoelige bestemmingen (als woningen) grenswaarden opgenomen voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en spoorweglawaai.
Volgens de Wet geluidhinder (Wgh) heeft elke weg een geluidszone, tenzij de weg in een woonerf ligt of voor die weg een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. Ook voor spoorwegen gelden geluidszones waarbinnen toetsing dient plaats te vinden. De breedte ervan is afhankelijk van het spoortraject.
Het plan ligt binnen de geluidszone van spoortraject Vught - 's-Hertogenbosch. Voor spoorlawaai geldt een voorkeurswaarde voor geluid van 55 dB en een maximaal te ontheffen waarde van 68 dB. Uit de berekeningen volgt dat de geluidsbelasting ter plaatse van het plan als gevolg van het railverkeer maximaal 45 dB bedraagt. Dat betekent dat de voorkeurswaarde van 55 dB niet wordt gehaald en er geen hogere waarden voor het spoorlawaai hoeven te worden verleend. Ten aanzien van het spoorlawaai zijn alle gevels ook 'luw' te noemen. Het spoorlawaai is op deze locatie niet relevant te noemen. Het geluidsonderzoek (Peutz, Paleiskwartier 's-Hertogenbosch – Palazzo, d.d. 1 februari 2022, nummer H 6966-5-RA-001) is als bijlage gevoegd bij deze motivatietoelichting
Wettelijk kader
Langs alle wegen bevinden zich conform de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones, met uitzondering van wegen op woonerven en 30 km/uur-wegen. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) aan wettelijke normen te voldoen. De breedte van een geluids-onderzoeks-zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- of buitenstedelijk).
De beoogde ontwikkeling ligt binnen de geluidzone van de Magistratenlaan, Randweg en Vlijmenseweg, alsook binnen de zone van het spoortraject Vught - 's-Hertogenbosch. Het plan is tevens gelegen in de nabijheid van diverse 30 km/uur wegen, namelijk de Onderwijsboulevard, Jonkerstraat en Statenlaan. Voor de geluidsbelasting op de gevels van nieuwe geluidsgevoelige functies binnen de wettelijke geluidszone van deze wegen geldt een ten hoogst toelaatbare geluidbelasting van 48 dB (voorkeurswaarde). Is de geluidsbelasting hoger dan 48 dB, dan is onder voorwaarden een hogere waarde mogelijk tot 63 dB. Indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting van 48 dB wordt overschreden, zijn maatregelen noodzakelijk gericht op het verminderen van de geluidsbelasting aan de gevel. Voor zulke maatregelen wordt onderstaande volgorde aangehouden:
Zijn deze maatregelen niet mogelijk, niet gewenst of niet doeltreffend, dan kan de gemeente onder bepaalde voorwaarden voor nieuwe geluidsgevoelige objecten een hogere (geluid)waarde verlenen. Voorwaarden die worden gesteld aan een te verlenen hogere waarde zijn ten gunste van de geluidsituatie en dus het woon- en leefklimaat bij de gevoelige objecten. Hiervoor heeft gemeente 's-Hertogenbosch een 'hogere waarde beleid' vastgesteld. De voorwaarden waaronder een eventuele hogere waarde wordt verleend zijn afhankelijk van de hoogte van de geluidsbelasting en het type gebied waarin het plan zich bevindt. Per gebiedstype geldt een ambitie voor wat betreft de geluidsbelastingen. Een hogere waarde mag – zoals gezegd - de maximale geluidsbelasting van 63 dB niet overschrijden. Voorwaarden voor een vast te stellen hogere waarde zijn bijvoorbeeld de aanwezigheid van een geluidsluwe (rustige) zijde en een geluidsniveau in de buitenruimte (zoals achtertuin/balkon) dat voldoet aan de ambitie voor het betreffende gebied. Voor geluidsbelastingen op gevels meer dan 63 dB kan formeel geen ontheffing worden verleend.
Naast het toetsingskader en wettelijke eisen van de Wgh dienen er altijd zodanige gevelmaatregelen te worden genomen dat wordt voldaan aan de maximale geluidsbinnenwaarde op grond van het Bouwbesluit. Deze maximale geluidsbinnenwaarde is ten gunste van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in betreffend object. Met de aanvraag om omgevingsvergunning zal moeten worden aangetoond dat aan deze binnenwaarde wordt voldaan.
Onderzoek en doorwerking plan
Binnen het plangebied worden geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Het betreffen circa 233 nieuwe woningen. Aangezien de woningen binnen de geluidszone valt van een aantal wegen als ook het spoor, is de geluidsituatie onderzocht. Daarbij zijn ook de nabije 30 km/h wegen mee onderzocht in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening'. Het geluidsonderzoek (Peutz, Paleiskwartier 's-Hertogenbosch – Palazzo, d.d. 1 februari 2022, nummer H 6966-5-RA-001) is als bijlage gevoegd bij deze toelichting.
Uit dit onderzoek blijkt dat de voorkeurswaarde van 48 dB niet wordt overschreden door de zoneplichtige wegen (Vlijmenseweg, Magistratenlaan en Randweg). Ook vanwege het spoor wordt de voorkeurswaarde (van 55 dB voor spoorlawaai) niet overschreden. Eén (of meerdere) hogere geluidswaarde(n) conform de Wet geluidshinder is daarom bij dit plan niet aan de orde.
Zoals gezegd zijn in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening' de geluidbelastingen van de nabije 30 km/uur wegen bepaald en beoordeeld. Uit de berekeningen volgt dat 150 van de 233 geplande woningen een geluidsbelasting als gevolg van de 30 km/h wegen van beneden 48 dB ondervinden en daarmee de gevels van deze woningen volledig 'geluidsluw' zijn. Gelet op het gebiedsgericht geluidbeleid kan gesteld worden dat voor deze circa 150 woningen sprake is van de geluidklasse (zeer) rustig (tot 48 dB).
Berekeningen laten zien dat vanwege de drukke Onderwijsboulevard de gevelbelasting op 52 woningen aan de westzijde van het woonpand maximaal 52 dB betreft. Aan de noordzijde van het woonpand, bedraagt de belasting maximaal 53 dB op 32 woningen als gevolg van het verkeer door de Jonkerstraat. Dit verkeer is hoofdzakelijk afkomstig van en naar de eigen ondergrondse parkeergarage, c.q. eigen bestemmingsverkeer.
Formeel vallen 30 km/h wegen buiten de toets van de wet geluidshinder. Desondanks zijn – in lijn met het hogere waardebeleid - maatregelen onderzocht om de gevelbelasting te kunnen reduceren. Veranderingen aan het wegdek – zowel aan de Onderwijsboulevard als Jonkerstraat - zijn niet redelijk te noemen en het vergroten van de afstand van plan tot weg is stedenbouwkundig niet gewenst.
Voor wat betreft de 32 woningen gelegen aan de (niet-zoneplichtige) Jonkerstraat worden de gevels belast door louter bestemmingsverkeer van en naar de parkeergarage onder het Palazzo-pand. De verkeersintensiteit door deze straat is laag, wellicht in intensiteit overschat uitgaande van worstcase circa 5 etmaalbewegingen per woning per etmaal (in dit gebied kortbij de vele voorzieningen van de binnenstad, alsook het centraal station voor trein en bussen). Een lagere gevelbelasting (dan 53 dB) is aannemelijk vanwege een lagere intensiteit en snelheid van het bestemmingsverkeer. Een belasting tot maximaal 53 dB sluit desalniettemin altijd aan bij de ambitie van dit gebied in de nabije (drukkere) binnenstad.
De gevelbelasting tot 52 dB ter plaatse van 52 woningen vanwege de Onderwijsboulevard is een reële. Het betreft hier een doorgaande 30 km/h weg met gevalideerde verkeerscijfers. Bekeken is welke geluidreducerende maatregelen getroffen zouden kunnen worden om een geluidluwe gevel (met een belasting tot 48 dB) en buitenruimte te kunnen realiseren. Het realiseren van een geluidluwe gevel in een woning heeft als doel dat het voor de bewoner mogelijk is om een raam open te zetten zonder dat sprake is van een te hoge geluidbelasting waarvan geluidhinder kan worden ondervonden. Van belang is hiervoor dan dat het invallend geluidniveau op de gevel(opening) zodanig is dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Uit berekeningen en ervaringen met eerdere (naastgelegen) plannen op het Paleiskwartier volgt dat hieraan kan worden voldaan door de balkons te voorzien van een akoestisch gesloten borstwering. Het plan voorziet deze 52 woningen dan ook van een gesloten (glazen) borstwering van tenminste 1,2 meter hoog. Deze gesloten borstwering wordt uitgevoerd in combinatie met een geluidsabsorberende afwerking van de onderzijde van het bovenliggende balkon (om geluidreflexies tegen te gaan). Met deze 2 maatregelen zal ter plaatse van het balkon de geluidbelasting ten gevolge van de Onderwijsboulevard tot maximaal 48 dB zijn, zodat dan sprake is van een geluidluwe gevel. Opgemerkt wordt dat voor al deze appartementen geldt dat hier ook minimaal één verblijfsruimte is gesitueerd (slaapkamer of woonkamer).
Geconcludeerd kan worden dat 202 van de 233 woningen zijden hebben die allemaal als gevolg van het wegverkeer 'geluidsluw' te beschouwen zijn (beneden 48 dB). Er is hier sprake van een goed woon- en leefklimaat. Ter plaatse van 32 woningen aan de Jonkerstraat bedraagt de gevelbelasting maximaal 53 dB, hoewel dit als een overschatting van de werkelijkheid wordt verwacht. Gezien deze verwachting kunnen we – gelet op het stedelijk karakter van het Paleiskwartier – een berekende belasting tot 53 dB op zowel het balkon alsook bij de gevel van de woning (bij geopende(e) raam of deur) spreken van een akoestisch acceptabele situatie.
Geconcludeerd kan worden dat voor alle woningen - ook ten aanzien van de woningen aan de Jonkerstraat en Onderwijsboulevard - sprake is van een acceptabel akoestisch woon- en leefklimaat passend bij het ambitieniveau conform het gebiedsgericht geluidbeleid van Gemeente 's-Hertogenbosch.
Binnen niveau 33 dB
Het Bouwbesluit stelt een maximaal (rustig) geluidsniveau van 33 dB binnen in nieuwbouwwoningen. Om dit te kunnen waarborgen dienen nieuwe woningen van voldoende gevelwering te zijn voorzien. Hierbij dient te worden uitgegaan van de gecumuleerde gevelbelasting (de geluiden van alle bronnen tezamen – hier weg en spoor bij elkaar opgeteld). Uit een opgesteld gevelweringsonderzoek (Peutz, Paleiskwartier 's-Hertogenbosch – Palazzo, karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie, d.d. 18 februari 2022, nr. H 6966-9-RA) blijkt dat met de aangevraagde planopzet en karakteristieke geluidswering wordt voldaan aan de gestelde eis van 33 dB binnen in de woningen. Het genoemde rapport ligt met de stukken ter inzage.
Bij trillingen gaat het vrijwel altijd om bescherming tegen trillinghinder bij personen. In sommige gevallen kan er ook sprake zijn van verstoring van activiteiten door trillingen (bijvoorbeeld laboratoria of computercentra welke gevoelig zijn voor trillingen). Trillingen is een mee te nemen aspect in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening'.
Weg- of railverkeer (en bepaalde industriële activiteiten) kunnen trillingen in de bodem veroorzaken. De trilling verspreidt zich verder via de bodem naar gevoelige objecten zoals woningen. Hoewel de sterkte afneemt naarmate de afstand tot de bron groter wordt, kan de trilling ergens anders hinder opleveren. Zwaar wegverkeer over een oneffen wegdek veroorzaakt meestal trillingen. Ook treinverkeer kan zorgen voor trillingen. Het onderzoeksgebied van trillingen bij (spoor)wegen ligt meestal binnen een afstand van ongeveer 100 meter vanaf de bron. Buiten dit gebied treden bijna nooit voelbare trillingen op. Zwaar wegverkeer is hier niet aan de orde. De afstand tot het spoor is hier ruim 200 meter. Hinder door trillingen is hier niet aannemelijk. Er is in onderhavige situatie geen aanleiding tot het uitvoeren van een onderzoek.
Algemeen
Bij plannen en ontwikkelingen, het daarvoor opstellen van bestemmingsplannen of het wijzigen daarvan is altijd de hoofdvraag of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik van die bodem en hoe deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit als gevolg van aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet (bijvoorbeeld graafwerkzaamheden). Derhalve dient de bodemkwaliteit binnen het plangebied bekend te zijn. Hiermee kan worden beoordeeld of de aanwezige bodemkwaliteit wel of niet geschikt is voor de toekomstige bestemming.
Uitgevoerde bodemonderzoeken
Representatieve, meest actuele onderzoeken zijn
Planlocatie
Zintuiglijk zijn heterogeen verdeeld over de locatie in de bovengrond bijmengingen met puin, beton en baksteen aangetroffen. In de ondergrond tot 1,3 m-mv zijn bijmengingen met baksteen, beton, puin, slakken, glas en fundering aangetroffen. Een aantal boringen zijn op hierop gestaakt vanwege een harde laag fundering of baksteen.
Uit de analyseresultaten blijkt dat plaatselijk, in de bijmengingen bevattende grond, licht verhoogd gehalte met PCB's, PAK en minerale olie zijn aangetoond. Het gehalte PFAS in de grond voldoet aan de conclusie 'Altijd toepasbaar, m.u.v. grondwaterbeschermingsgebieden'. Er is geen asbest boven de detectiegrens aangetroffen.
In het grondwater is een matig verhoogde concentratie met arseen en licht verhoogde concentraties aan barium en cis + trans-1,2-dichlooretheen aangetoond. Gezien het ontbreken van een oorzaak van de matig verhoogde arseenconcentratie is een herbemonstering en heranalyse op dit grondwatermonster uitgevoerd. De verhoogde concentratie arseen in het grondwater werd na heranalyse niet boven detectiegrens aangetoond en daarmee niet bevestigd.
In de diepere ondergrond (dieper dan 3 meter) aan de noordoostzijde van het terrein bevindt zich een bodemverontreiniging met minerale olie, vluchtige aromaten en VOCl. Dit betreft een restverontreiniging van een sanering die in het verleden ten noordoosten van het terrein uitgevoerd is. Conform het desbetreffende saneringsplan (IWACO, 1997) dient deze restverontreiniging gesaneerd te worden vóór realisering van het gebouw. Opgemerkt wordt dat deze verontreiniging op zich geen beperking vormt voor de geplande bestemming; de saneringsverplichting vloeit voort uit het saneringsplan en bijbehorende beschikking.
Conclusie is dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik. Wel dient de restverontreiniging aan de noordoostzijde gesaneerd te worden.
Inleiding
Externe veiligheid beschrijft de risico's die kunnen ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit heeft betrekking op inrichtingen (bedrijven), transportroutes en buisleidingen. Omdat de gevolgen bij een calamiteit groot kunnen zijn, is in wetgeving bepaald wanneer risico's – met het voldoen aan normen – aanvaardbaar zijn en wanneer ze verantwoord moeten worden. Deze zogenoemde verantwoordingsplicht betekent dat in ruimtelijke procedure de keuzes moeten worden onderbouwd én verantwoord door het bevoegd gezag. Hierbij geeft het bevoegd gezag aan in te stemmen met de risico's en de betreffende situatie aanvaardbaar te vinden.
De aanvaardbare risico's zijn vast gelegd in diverse besluiten. De belangrijkste in de ruimtelijke ordening zijn:
Binnen de beleidskaders voor deze drie typen risicobronnen staan altijd twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen.
Plaatsgebonden risico (PR)
Het plaatsgebonden risico wordt gedefinieerd als "de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicovolle activiteit". In Nederland heeft de overheid bepaald dat in principe nergens in Nederland iemand een groter plaatsgebonden risico mag lopen dan 1 op de 1 miljoen per jaar (10-6/jaar). Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen kwetsbare objecten (zoals woningen, ziekenhuizen, scholen) geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten (zoals kleine kantoren, winkels en bedrijfsgebouwen) geldt de 10-6 contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde.
Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang (10 personen of meer). Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht. Dit houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd én verantwoord door het bevoegd gezag.
Verantwoordingsplicht groepsrisico
Met het invullen van de verantwoordingsplicht wordt antwoord gegeven op de vraag in hoeverre externe veiligheidsrisico's in het plangebied worden geaccepteerd en welke maatregelen getroffen zijn om het risico zoveel mogelijk te beperken. Het invullen van de verantwoordingsplicht is een taak van het bevoegd gezag (veelal de gemeente). Door de verantwoordingsplicht worden gemeenten gedwongen het externe veiligheidsaspect mee te laten wegen bij het maken van ruimtelijke keuzes. Deze verantwoording is kwalitatief en bevat verschillende onderdelen die aan bod kunnen of moeten komen. Ook bestaat er een adviesplicht voor de regionale brandweer. In de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico zijn de onderdelen van de verantwoording nader uitgewerkt en toegelicht. Door het uitwerken van de verantwoordingsplicht neemt het bevoegd gezag de verantwoordelijkheid voor het 'restrisico' dat overblijft nadat benodigde de veiligheidsverhogende maatregelen genomen zijn.
Activiteitenbesluit
Tot slot wordt in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening ' (art. 3.1 Wro) getoetst aan eventueel van toepassing zijnde veiligheidsafstanden uit het Activiteitenbesluit (of vuurwerkbesluit)
Beleidsvisie externe veiligheid gemeente 's-Hertogenbosch
De gemeente 's-Hertogenbosch beschikt over een beleidsvisie externe veiligheid (Uitvoeringskader externe veiligheid gemeente 's-Hertogenbosch, deel A t/m C, 2010). Hierin zijn aanvullende kaders gegeven voor de integrale aanpak van externe veiligheid. Voor ontwikkelingen bevat deze beleidsvisie ook een kleurenkaart van het gemeentelijk gebied, waarin met een kleur (groen, oranje of rood) is aangegeven welke objecten (kwetsbaar, beperkt kwetsbaar of extra kwetsbaar) juist wel (groen), niet (rood) of onder voorwaarden (oranje) toelaatbaar zijn op een bepaalde locatie.
De beoogde ontwikkeling voorziet in de realisatie van circa 233 appartement woningen, alsook circa 1300 m2 commerciële ruimten op de begane grond. De te realiseren appartement woningen zijn – naar anologie van het Bevi – kwetsbare objecten. De (lichte) bedrijvigheid binnen de commerciële ruimten worden als beperkt kwetsbaar beschouwd. De bewoners van de appartement woningen alsook de medewerkers worden als normaal zelfredzaam beschouwd. Hiervoor zijn in het Uitvoeringskader EV, deel C de eisen geformuleerd. Deze eisen zijn vertaald in kleurenkaarten. De beoogde ontwikkeling vindt plaats op circa 215 meter afstand van het spoor, in een groen/oranje gebied. Beperkt kwetsbare objecten zijn hier toegestaan. Kwetsbare objecten zijn hier – onder voorwaarden – toegestaan. Er dient gekeken te worden naar de hoogte van het Groepsrisico, alsook naar de beheersbaarheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid. Aangezien het plan zich bevindt binnen 325 meter van het doorgaande spoor als risicobron, is advies gevraagd en betrokken bij onderhavig plan.
Figuur 5.1 knip Uitvoeringskader met planlocatie
Figuur 5.2: knip uit signaleringskaart met planlocatie (14 april 2022)
Beschouwing risicobronnen
Uit raadpleging van de risicokaart (zie figuur boven) blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen relevante risicobronnen gelegen zijn, met uitzondering van de spoorlijn 's-Hertogenbosch – Nijmegen/Utrecht.
Inrichtingen
Op circa 1 km afstand van het plangebied bevindt zich een gasdrukregel- en meetstation (aan de Paardskerhofweg). De veiligheidsafstand (PR-contour) voor deze inrichting bedraagt 25 meter. Overige risicovolle inrichtingen bevinden zich op nog grotere afstand van het plangebied en zijn in het kader van onderhavig plan niet relevant.
Buisleidingen
Op een afstand van circa 800 meter van het plangebied ligt de ondergrondse hogedruk aardgasleiding Z-517-10. Voor deze leiding geldt een 100%-letaliteitsafstand van 70 meter en een 1%-letaliteitsafstand van 140 meter. Het plangebied valt hier ruimschoots buiten.
Transportroutes (weg, spoor en water)
Het plangebied is gelegen op een afstand van 215 meter van de spoorlijn die door 's-Hertogenbosch gaat. Over deze spoorlijn worden verscheidene gevaarlijke stoffen getransporteerd, waaronder toxische gassen en zeer toxische vloeistoffen. Door deze laatstgenoemde categorie geldt er een invloedsgebied van 4.000 meter voor de spoorlijn. Het plangebied ligt hierbinnen.
Er zijn geen (water)wegen gelegen in de nabijheid van het plangebied waarvan de risicocontouren of invloedsgebieden tot het plangebied reiken.
Groepsrisico
Aangezien het plan Palazzo past binnen de huidige bestemming 'gemengd' alsook volledig past binnen de uitwerkingsregels van het vigerende bestemmingsplan “Paleiskwartier-Willemspoort-Station”, waar gestapelde woningbouw in combinatie met lichte bedrijvigheid op deze locatie mogelijk is, kan worden gesteld dat de hoogte van het Groepsrisico niet verandert danwel niet toeneemt ten opzichte van het Groepsrisico van de bestemde situatie. Aangezien het Groepsrisico onveranderd blijft, is een verantwoording er van niet aan de orde.
De aanwezige risico's en maatregelen ten aanzien van de externe veiligheid zijn beschouwd en beschreven in bijgaande notitie (Peutz, Notitie Paleiskwartier deelplan F, externe veiligheid, 23 september 2021). De notitie beschrijft de externe veiligheidssituatie, de risico's, en een aantal maatregelen die bijdragen aan het verhogen van de veiligheid in het betreffende woonpand.
Advies Veiligheidsregio
Aangezien het plan zich bevindt binnen 325 meter van het spoor, is de Veiligheidsregio is gevraagd advies uit te brengen over dit plan. Het ontvangen advies (d.d. 23 december 2021) is als bijlage bijgevoegd. De Veiligheidsregio onderschrijft de voorgestelde maatregelen zoals in de notitie (Peutz) worden voorgesteld. Geadviseerd wordt deze maatregelen te treffen en de borgen in het plan. Aanvullend wordt (door de Veiligheidsregio) gewezen op de maatregelen zoals deze in paragraaf 5 van het Ruimtelijk plan 'Paleiskwartier-Zuid' staan opgesomd.
De nodige maatregelen, samenvattend:
De stedenbouwkundige structuur hier garandeert dat voldoende vluchtwegen van het spoor af kunnen worden genomen. Naar alle omliggende wegen kan gevlucht worden. De bewoners worden meer dan gemiddeld zelfredzaam geacht en derhalve bereid en kundig om zelf de juiste maatregelen te nemen om de gevolgen van een incident te beperken. Dit geldt ook voor het personeel en de bezoekers van de commerciële ruimten op de begane grond. De totale zelfredzaamheid wordt als goed beoordeeld.
Met onderliggend wegennet wordt de bereikbaarheid van de hulpdiensten binnen het Paleiskwartier voldoende gegarandeerd. Het plangebied is van meerdere kanten goed toegankelijk voor hulpdiensten. In geval van een calamiteit zal de brandweer zich in eerste instantie inzetten bij de bron. Het plan heeft geen invloed op de mogelijkheden tot bestrijding aan de bron.
De woningen zullen aan de eisen uit het Bouwbesluit moeten voldoen en zullen wellicht in het kader van duurzaam omgaan met energie voldoende geïsoleerd zijn. Verwacht wordt dat er op natuurlijke wijze geventileerd gaat worden. Gaat men mechanisch ventileren dan moet deze wel af schakelbaar/afsluitbaar zijn. Verder dienen de initiatiefnemers geïnformeerd te worden over het risico en handelingsperspectief.
Conclusie
De externe veiligheid is met opvolging van geadviseerde maatregelen voldoende gewaarborgd. De externe veiligheid vormt geen belemmering voor onderhavig plan.
Het doel van de Wet luchtkwaliteit (opgenomen in hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer) is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. De grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10; PM2,5 fijn stof), lood, koolmonoxide en benzeen geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan dat op een gegeven tijdstip moet zijn bereikt en daar waar het juiste kwaliteitsniveau al aanwezig is, zoveel mogelijk in stand moet worden gehouden. De grenswaarden voor luchtkwaliteit kunnen beperkend zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen en plannen. Uitgangspunt is dat een ruimtelijke plan (een project) niet leidt tot overschrijding van luchtkwaliteitsnormen. Als er wel sprake is van een overschrijding, dan mag een project de luchtkwaliteit niet in betekenende mate verslechteren.
Kleine projecten en ruimtelijke plannen, waarvan duidelijk is dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit, hoeven niet getoetst te worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Dit is geregeld in het “Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM)”. De grens NIBM voor de stoffen PM10 (fijnstof) en NO2 ligt vanaf 1 augustus 2009 op 1,2 ìg/m3. Om de bijdrage aan de luchtkwaliteit bij een kleiner ruimtelijk plan of verkeersplan vast te kunnen stellen, is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een speciale rekentool ontwikkeld, genaamd de NIBM-tool. Met het invoeren van het extra aantal voertuigbewegingen en een aandeel vrachtverkeer (indien relevant), bepaalt de NIBM-tool – uitgaande van worst-case omstandigheden – de bijdrage aan luchtkwaliteit en daarmee of een plan wel of niet NIBM is.
Een worst-case benadering voor de verkeersgeneratie als gevolg van onderhavig plan Palazzo, wordt berekend met een maximum 5,4 motorvoertuigwegingen per etmaal per appartement woning (conform de kentallen van CROW) en 35,2 mvt/etmaal per 100m2 commercieel oppervlak. Daarmee wordt voor 240 woonappartementen en 1300 m2 commerciële ruimten een generatie van maximaal 1754 motorvoertuigen per etmaal berekend. Plus 3 bezoekende vrachtwagens per etmaal (voor pakketdienst, vuilniswagen, e.d), maakt 1760 motorvoertuigbewegingen per etmaal. Met deze worstcase verkeersgeneratie toont de NIBM-tool aan dat dit plan niet in betekenende mate bijdraagt bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Derhalve hoeft onderhavig plan formeel niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. Vanuit de wetgeving bestaat dan ook geen bezwaar tegen onderhavig plan. Een luchtonderzoek is ook niet nodig.
Printscreen uitdraai NIBM-tool (14 april 2022)
Zoals gezegd is een formele toets aan de kwaliteitsnormen hier niet aan de orde. Echter is in het kader van 'goede ruimtelijke ordening' de luchtkwaliteit wel beschouwd. Uit de landelijke Monitoringstool blijkt dat de jaargemiddelde huidige concentraties van de relevante stoffen NO2 (stikstofdioxide), PM10 (fijn stof) in dit gebied (locatie Magistratenlaan, Vlijmenseweg) onder respectievelijk 23 en 19 µg/m3 liggen. Hiermee wordt ruim voldaan aan de wettelijke maximale grenswaarden (van 40 µg/m3) voor beide stoffen. Verder ligt de heersende jaargemiddelde concentratie PM2,5 (de fijnere fractie van fijn stof) hier rond 10 microgram/m3. Hiermee wordt ruim voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarde van 25 microgram/m3. Naar verwachting nemen deze concentraties in de toekomst verder af door nationale en lokale maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Opgemerkt wordt dat op deze locatie jaargemiddeld wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen van de Wereldgezondheidsorganisatie zoals in 2005 zijn geformuleerd.
De luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van het bestemmingsplan.
Toetsingskader
De bescherming van de natuur is vastgelegd in de Wet natuurbescherming (Wnb). De Wet natuurbescherming (Wnb) geeft het wettelijke kader voor de bescherming van natuurgebieden en voor soortenbescherming. Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wnb ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en gebieden de uitvoering van het plan niet in de weg staan. De provincie is bevoegd gezag voor de toetsing van handelingen met mogelijke gevolgen voor beschermde dier- en plantensoorten (de soortenbeschermingsbepalingen) én voor Natura 2000-gebieden (de gebiedenbeschermingsbepalingen). Alleen bij ruimtelijke ingrepen waarmee grote nationale belangen zijn gemoeid, blijft het Rijk bevoegd gezag.
Daarnaast vindt beleidsmatige gebiedsbescherming plaats door middel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), de voormalige Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ook in dit kader zijn de provincies het bevoegd gezag.
Gebiedsbescherming vanuit de Wet natuurbescherming
De Wet natuurbescherming, heeft voor wat betreft gebiedsbescherming, betrekking op de Europees beschermde Natura 2000-gebieden. Als er naar aanleiding van projecten, plannen en activiteiten, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, mogelijkerwijs significante effecten optreden, dienen deze bij de voorbereiding van een bestemmingsplan in kaart te worden gebracht en beoordeeld.
Natura 2000-gebieden hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze gebieden plaatsvinden en verstoring kunnen veroorzaken, moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats. Een ruimtelijk plan dat significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied kan alleen worden vastgesteld indien uit een passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat het plan de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten. Indien deze zekerheid niet is verkregen, kan het plan worden vastgesteld, indien wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
Projecten, plannen en activiteiten die mogelijk een negatief effect hebben op de beschermde natuur in een Natura 2000-gebied zijn vergunningsplichtig. Een belangrijke toets in dat kader is die ten aanzien van stikstofbelasting op N2000 gebieden door deze ontwikkeling, hetgeen verder wordt uitgewerkt in paragraaf 5.8. Voor de toetsing van andere factoren zie bijlage 5. Door de locatie en de aard van de ingreep zijn er geen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van het Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek en verderop gelegen Natura 2000-gebieden te verwachten.
Gebiedsbescherming vanuit provinciaal beleid
Het Natuurnetwerk Nederland (voorheen: Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones met als doel natuurgebieden beter met elkaar en met het omringende agrarisch gebied te verbinden.
Conform artikel 1.12 van de Wet natuurbescherming dragen gedeputeerde staten in hun provincie zorg voor de totstandkoming en instandhouding van een samenhangend landelijk ecologisch netwerk, genaamd 'Natuurnetwerk Nederland'. Zij wijzen daartoe in hun provincie gebieden aan die tot dit netwerk behoren. De planologische begrenzing en beschermingsregimes van het Natuurnetwerk Nederland loopt via het traject van de provinciale ruimtelijke structuurvisies en verordeningen.
Voor deze gebieden geldt een planologisch beschermingsregime. Activiteiten in deze gebieden zijn alleen toegestaan als ze geen negatieve effecten hebben op de wezenlijke kenmerken of waarden of als deze kunnen worden tegengegaan met mitigerende maatregelen. Het plangebied is niet gelegen in of grenzend aan het Natuurnetwerk. Hierdoor is het afwegingskader voor de provinciale gebiedsbescherming niet van toepassing.
Soortenbescherming
De Wet natuurbescherming onderscheidt beschermingsregimes voor soorten op grond van internationale verdragen, aangevuld met soorten die vanuit een nationaal oogpunt beschermd worden. Hierdoor zijn er in de Wet natuurbescherming drie verschillende verbodsartikelen per categorie soorten;
Voor het plangebied is ook een quickscan flora en fauna uitgevoerd, wat heeft geresulteerd in het rapport “Quickscan flora en fauna Paleiskwartier te Den Bosch (2205/138/MVI-01, versie A) d.d. 8 augustus 2022 (zie bijlage 11 bij de toelichting). Daarin is geconstateerd dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn van het plan Palazzo voor door de Wet Natuurbescherming beschermde soorten. Wel moet tijdens de bouwwerkzaamheden rekening gehouden worden met mogelijke broedvogels en andere beschermde soorten die zich in de tussentijd op het terrein kunnen vestigen. Gelet hierop dienen voorafgaand en tijdens de sloop- en bouwwerkzaamheden algemene en soortgerichte maatregelen, zoals omschreven in de eindconclusie van de quickscan, genomen te worden. Dit wordt geborgd door middel van het stellen van voorschriften in de omgevingsvergunning bouwen.
Conclusie
Ten aanzien van de toekomstige werkzaamheden zijn er geen belemmeringen vanuit het aspect soortenbescherming. Uiteraard dient tijdens de bouwwerkzaamheden rekening gehouden te worden t alle dan terplaatse voorkomende flora en fauna (Algemene zorgplicht).
Het projectgebied bevindt zich op korte afstand van het Nature 2000-gebied Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek (circa 500 meter). Het Natura 2000-gebied Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen bevindt zich op circa 5 kilometer afstand ten zuidwesten van Palazzo. Overige Natura 2000 gebieden liggen op meer dan 10 kilometer afstand.
Zowel in de bouwfase als in de gebruiksfase kan sprake zijn van een toename van de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden als gevolg van stikstofemissies in de bouw- en gebruiksfase van het deelplan Palazzo. Negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van habitattypes,-soorten en vogels in nabijgelegen Natura 2000-gebieden kunnen derhalve niet op voorhand worden uitgesloten.
Daarom is (door Peutz) een nadere beoordeling uitgevoerd naar de stikstofdepositie ten gevolge van het project Palazzo (Paleiskwartier Den Bosch deelplan Palazzo, onderzoek stikstofdepositie HB 6966-2-RA-001 dd. 29 juni 2021). Uit de berekeningen volgt dat zowel in de aanlegfase als in de gebruiksfase de stikstofdepositie meer dan 0,00 mol N/ha/jaar bedraagt ter plaatse van het stikstofgevoelige leefgebied en habitattypen Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek. De stikstofdepositie bedraagt maximaal 0,10 mol N/ha/jaar in de aanlegfase van het project en maximaal 0,03 mol N/ha/jaar in de gebruiksfase.
Op 1 juli 2021 heeft de BV Ontwikkelingsmaatschappij Paleiskwartier bij de Omgevingsdienst Brabant Noord een aanvraag ingediend ingevolge artikel 2.7. lid 2 van de Wet natuurbescherming. Op 6 december 2021 is de definitieve vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb verleend (kenmerk: Z/150532-294926). Deze Wnb-vergunning is verleend aan “BV Ontwikkelingsmaatschappij Paleiskwartier” voor de realisatie van een woningbouwproject gelegen binnen het Paleiskwartier te 's-Hertogenbosch, in de gemeente 's-Hertogenbosch. Zie in dit verband ook bijgaand “Onderzoek stikstofdepositie d.d. 29 juni 2021. Het aspect stikstof geeft geen belemmering voor onderhavig plan.
In deze waterparagraaf wordt toegelicht hoe het waterbeleid en geldende normen zijn vertaald naar de waterhuishoudkundige inrichting in dit uitwerkingsplan.
Beleid en uitgangspunten voor integraal waterbeheer
Het klimaat verandert. We verwachten meer hevige én meer langdurige neerslag in de toekomst. Daarom is de kern van het waterbeleid van de 21e eeuw: ruimte maken voor water. Naast de kans op meer wateroverlast neemt ook de kans op langdurige periodes van droogte toe.
Gemeente 's-Hertogenbosch
Door de gevolgen van klimaatverandering wordt de gemeente 's-Hertogenbosch kwetsbaarder voor verdroging, extreme hitte en extreme neerslag. In 2021 is de Visie Groen en Klimaatbestendig vastgesteld waarin staat dat we in 's-Hertogenbosch een natuurlijk en klimaatbestendig watersysteem willen creëren. Regenwater vasthouden en vergroenen zijn belangrijke uitgangspunten hierbij.
Dit beleid is verankerd in de gemeentelijke Verordening Bomen, Water en Groen 's-Hertogenbosch 2021. Om wateroverlast door extreme neerslag te voorkomen en verdroging tegen te gaan is het van belang dat zowel op particulier terrein als in openbaar gebied voldoende waterberging wordt gerealiseerd. In de verordening zijn hiervoor concrete regels opgenomen.
Waterschap Aa en Maas
In het Waterbeheerplan van waterschap Aa en Maas is beschreven welke doelstellingen het waterschap nastreeft in de periode 2022-2027 en hoe zij die doelstellingen wil gaan halen. Het waterbeheerplan is uitgewerkt in de volgende drie programma's:
Voor bebouwde gebieden heeft het waterschap specifieke doelen geformuleerd. In bebouwd gebied werkt het waterschap toe naar een klimaatrobuust watersysteem waarin:
Deze programma's zijn verder uitgewerkt in het WBP naar concrete doelstellingen. Deze doelstellingen vinden onder andere een doorwerking in de beschikbare instrumenten van het waterschap; Keur, legger, communicatie en stimuleringsmiddelen.
De afspraken uit de watertoets zijn in de waterparagraaf van het stedenbouwkundig plan Paleiskwartier-Zuid (2008) en het bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station' (2013) vastgelegd. In de waterparagraaf is toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in het plan. De waterparagraaf is tot stand gekomen na diverse overlegmomenten tussen waterschap en gemeente. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met de waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.
Paleiskwartier
Bij de ontwikkeling van Paleiskwartier is gekozen voor een stedelijk programma met intensief ruimtegebruik en ondergrondse parkeergarages. De openbare ruimte bestaat uit relatief veel verharding en water. Groen is er met name rond de Hofvijver, in stroken langs de Bordeslaan en Statenlaan en op de binnenterreinen.
Hemelwater en rioolstelsel
In het reeds gerealiseerde deel van het Paleiskwartier ligt een gescheiden rioolstelsel. Ook in dit zuidelijk deel van het Paleiskwartier wordt een gescheiden riool aangelegd. De hemelwaterafvoer zal bestaan uit hemelwater afkomstig van daken en wegen.
Het plangebied wordt zoveel mogelijk hydrologisch neutraal ontwikkeld.
Vanwege de ophoging van het gebied is infiltratie er moeilijk uitvoerbaar. De omliggende delen liggen aanzienlijk lager, circa anderhalf tot ruim twee meter. In heel Paleiskwartier en ook als onderdeel van het bouwplan voor Palazzo zijn of worden parkeergarages gebouwd. Infiltreren met als zeer waarschijnlijk gevolg stijging van het grondwater is in conflict met de drooglegging ervoor.
Een deel van het hemelwater (minimaal 10 mm) wordt opgevangen in het plangebied van Palazzo en daarin naar de groene binnentuin geleid ten behoeve van de plantvakken. Overtollig, nutriëntrijk water vanuit de binnentuin wordt afgevoerd naar het dwa-riool.
Het overig hemelwater wordt afgevoerd naar de vijverpartijen in het Paleiskwartier. Het hemelwater draagt hier bij aan het op peil houden van dit oppervlaktewater, zodat de vijvers 's zomers zo min mogelijk met kraanwater hoeven worden bijgevuld. Het overtollig water wordt vertraagd afgevoerd naar het watersysteem van het stadsdeel West. Daar draagt het bij aan de waterkwaliteit door verbetering van de doorstroming en omdat het relatief nutriëntenarm water betreft. Om deze reden mogen geen uitlogende materialen worden gebruikt, om te voorkomen dat verontreinigingen via de hwa-stroom in het oppervlaktewater kunnen komen.
Ligging in attentiegebied
Het Paleiskwartier ligt in een attentiegebied zoals vastgelegd in de Keur van het waterschap. Attentiegebieden vormen de buffers tussen de natte natuurparels en hun omgeving. Binnen deze zones dienen hydrologische verschillen tussen natte natuurparels en omgeving opgevangen te worden. Ingrepen met een negatief effect op de (grond) waterhuishouding van het beschermd gebied zijn niet toegestaan. Activiteiten in deze gebieden zijn daarom meestal vergunningplichtig.
We staan in Nederland voor ingewikkelde opgaven. Niet alleen moeten we steeds meer mensen huisvesten, ook hebben we rekening te houden met klimaatverandering en een toenemende schaarste aan energie en grondstoffen. De gemeente 's-Hertogenbosch bereidt zich hierop voor en houdt er rekening mee bij plannen en ontwikkelingen. In het bestuursakkoord 2018-2022 is aangegeven dat gemeente 's-Hertogenbosch een forse duurzaamheidsslag wil maken op diverse gebieden. Gemeente 's-Hertogenbosch werkt derhalve intensief aan een energiebewuste, gezonde, groene en klimaatbestendige gemeente. Hiermee zorgen we er onder meer voor dat onze gemeente door onze inwoners als prettig en gezond wordt ervaren, met behoud van grondstoffen en het milieu in het algemeen. Vergroening is één van de maatregelen waar de gemeente op inzet. Dit helpt om negatieve gevolgen van klimaatverandering te beperken, zoals hittestress en wateroverlast. Bovendien zorgt het voor een prettigere woon- en leefomgeving en draagt het bij aan de biodiversiteit. Waar het gaat om nieuwbouw wil de gemeente vooruit lopen op de landelijke norm. De gemeente streeft naar klimaat neutrale en waar mogelijk energie positieve woningen.
In mei 2019 heeft gemeente 's-Hertogenbosch een duurzaamheidsvisie opgesteld 'samenwerken aan een duurzaam 's-Hertogenbosch'. Hiermee wil 's-Hertogenbosch een gemeente zijn die door de inwoners als prettig en gezond wordt ervaren. Ook moet het de negatieve gevolgen van de klimaatverandering helpen tegen gaan.
Met de vastgestelde visie zet gemeente 's-Hertogenbosch verduurzaming in op de onderstaande 4 thema's:
1. Gezonde, groene en klimaatbestendige omgeving
Gemeente 's-Hertogenbosch bevordert hiermee het wonen in een aantrekkelijke, leefbare en groene gemeente met schone lucht. De gemeente wil hiermee een veilige plek voor haar inwoners bieden, ongeacht veranderingen in het klimaat met extreme regenbuien en hete zomers. Door het veilige watersysteem houdt de gemeente droge voeten en is zij bestand tegen droogte. De natuur wordt via dit thema bevorderd, zodat het overal aanwezig is en daardoor bijdraagt bij aan een gezonde leefomgeving met voldoende biodiversiteit. Onderhavig plan van woonbebouwing kent diverse klimaatadaptieve en natuurinclusieve voorzieningen die invulling geven aan de beschreven groene ambities van de gemeente. Op de eerste plaats wordt voldaan aan de minimale kwantitatieve groennorm van 15% die voor onderhavig gebied (brede binnenstad) geldt. Vanwege de inpassing van extra groen binnen onderhavig plan wordt een score van ruim 27% bereikt. Ten aanzien van het behalen van de kwalitatieve groenscore (van minimaal 8, maximaal 13 punten) zorgt met name de invulling van de groene binnentuin voor een score van 8. Het gaat hierbij om de aanleg van biodiverse inheemse beplanting, maar ook worden maatregelen getroffen/aangelegd voor de huisvesting van dieren zoals vogelhuisjes, vleermuizenkasten of insectenhotels. In de binnentuin zal de groene inrichting (met zowel planten als bomen) zo maximaal mogelijk zijn, waarbij enkel verharding aanwezig is voor looppaden en zitplekken. De groene inrichting zal in een bepaalde mate bijdragen aan een verkoelend effect in warme zomers, maar tevens zorgen voor voldoende ontmoeten (sociale cohesie) tussen de bewoners, c.q. een prettig woon- en leefklimaat.
2. CO2 neutrale omgeving (energie)
De ambitie van de gemeente is dat het in 2050 alleen nog maar duurzaam opgewekte energie verbruikt. De daken in de gemeente zijn in 2050 grotendeels gevuld met zonnepanelen. Huizen en bedrijfspanden zijn dan goed geïsoleerd en er wordt nog beter gebruik gemaakt van restwarmte. De inwoners van 's-Hertogenbosch verplaatsen zich dan op een schone wijze: met de fiets, het openbaar vervoer of met duurzame auto's.
Het plan Palazzo voldoet ten minste aan de wettelijke norm van BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) conform het Bouwbesluit. Dit betekent in de kern een hoogwaardig energiezuinig geïsoleerd gebouw, dat een (wettelijk) bepaald deel van de nodige energie zelf opwekt danwel uit een duurzame energiebron vandaan haalt. Boven op deze wettelijke verplichting zal het plan worden voorzien van 10% meer zonnepanelen dan conform het Bouwbesluit (BENG) is vereist.
3. Waardebehoud van grondstoffen (circulariteit)
In 2050 gaan de inwoners van de gemeente bewust om met hun spullen. We gebruiken producten en grondstoffen die hernieuwbaar, biologisch afbreekbaar of herbruikbaar zijn.
De MPG is een maat voor de duurzaamheid van gebouwen, althans voor het materialengebruik. Hoe lager de MPG hoe duurzamer een gebouw. De MPG neemt diverse duurzaamheidszaken mee, zoals het gebruik van fossiele brandstoffen die nodig zijn voor de winning, productie, het transport en gebruik van materialen en de bijdrage die dat levert aan klimaatverandering door de emissies van broeikasgassen. De MPG brengt alle manieren waarop gebouwen het milieu belasten samen in één waarde: de schaduwkosten van een materiaal. Dat zijn de kosten die we moeten maken om de schade aan het milieu door het materiaalgebruik ongedaan te maken. De maximale MPG-waarde (conform het Bouwbesluit) is € 0,80 per vierkante meter (m2) bruto vloeroppervlakte (bvo) per jaar. Het plan Palazzo zit daar met 0,74 net onder, hetgeen te beschouw is als net iets duurzamer in toe gepaste materialen dan de wet eist.
4. Duurzame mobiliteit
Middels dit thema ontwikkelt 's-Hertogenbosch zich tot een gemeente vol met slimme, schone en duurzame mobiliteit. Met een autoluwe binnenstad en een toename van elektrisch verkeer wil het de lucht substantieel schoner laten worden. Middels het plan wordt een bijdrage geleverd aan schoner vervoer. Er worden voldoende fietsenstallingen/bergingen gerealiseerd en in de stallingen worden voldoende oplaadvoorzieningen getroffen voor elektrische fietsen. Het aandeel aan elektrische personenwagens blijft toenemen in ons land. Volgens het Klimaatakkoord mogen in Nederland vanaf 2030 alleen nog maar nieuwe auto's met een elektromotor worden verkocht. In de ondergrondse parkeergarage van het plan worden voorzieningen getroffen voor dit elektrisch (duurzamer) vervoer. Minimaal 10% van alle parkeerplekken worden voorbereid voor een aansluiting opeen elektrische oplaadpunt.
De leefomgeving waarin we wonen, werken en leven heeft invloed op onze gezondheid. Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving die bewoners als prettig ervaren, waar gezonde keuzes gemakkelijk en logisch zijn, en waar negatieve invloed op gezondheid zo klein mogelijk is. Het gaat dus om gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering. De gemeente hecht belang aan zo'n gezonde leefomgeving. Gezondheid staat in 's-Hertogenbosch sinds het Bestuursakkoord van 2018 nadrukkelijk op de agenda.
Het primaire uitgangspunt is – vanzelfsprekend - dat de omgeving; de lucht, het water en de bodem schoon moeten zijn. Dat is van vitaal belang voor de gezondheid en veiligheid onze inwoners. Een 'gezonde leefomgeving' is echter een bijzonder ruim begrip en kent daardoor vele facetten, het heeft ook betrekking op onder meer de kwaliteit van woningen, geluid, groen, ruimte, geur en duurzaamheid. Op vele aspecten zijn door de gemeente ambities gesteld en worden plannen uitgevoerd. Zo heeft de gemeente de ambitie uitgesproken om in 2030 te voldoen aan de luchtkwaliteitseisen van de Wereldgezondheidsorganisatie zoals in 2005 zijn geformuleerd. Via het ondertekenen van het 'Schone Lucht Akkoord' worden maatregelen ondernomen om de luchtvervuiling in onze gemeente te doen laten verminderen. Ook worden diverse klimaatadaptieve maatregelen uitgevoerd om de gevolgen van klimaatverandering (zoals hittestress en wateroverlast) beter op te vangen en een meer groene en blauwe inrichting van de stad te realiseren. In het kader van 'vergroening' geldt (bij ontwikkelingen) een bepaalde groennorm en ook gaat de gemeente het aantal te planten bomen verdubbelen. Bomen zijn namelijk belangrijk. Ze dragen bij aan een betere wateropvang, biodiversiteit, leveren schaduw, een hogere luchtvochtigheid en zorgen voor verkoeling. Ten aanzien van overlast – gezond leefklimaat - wordt met het 'actieplan geluid' maatregelen onderzocht om te geluidshinder door het wegverkeer te verminderen. Verder onderneemt de gemeente diverse acties om in stappen een gezonde levensstijl te ontwikkelen met verhoging van de levensverwachting. Ongezond gedrag is namelijk verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de ziektelast. Roken is hiervan de belangrijkste oorzaak. Een ongezond binnen- en buitenmilieu veroorzaakt 4 procent van de ziektelast, met luchtverontreiniging als de belangrijkste oorzaak. Ten aanzien van het roken werkt de gemeente hard aan een rookvrije generatie. Het realiseren van rookvrije schoolpleinen en sportverenigingen zijn voorbeelden van concrete acties daarin. Het hele scala aan acties en maatregelen zal bijdragen aan een fysiek gezonde(re) leefomgeving.
Gezondheid is ook een belangrijk aandachtspunt bij de inrichting van de leefomgeving en ruimtelijke projecten. In de leefomgeving dienen voldoende voorzieningen aanwezig te zijn die uitnodigen tot bewegen en ontmoeten. Dit laatste valt onder de noemer 'positieve gezondheid'. Positieve gezondheid richt zich op het tegengaan van lichamelijke of psychische ziekte en het bevorderen van het lichamelijk, psychisch en mentaal welbevinden, maar ook op het vermogen om je eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Gemeente 's-Hertogenbosch streeft ernaar een 'gezonde' stad te zijn en haar inwoners te ondersteunen door een gezonde leefstijl en meedoen te faciliteren en de leefomgeving zo in te richten dat het maken van een gezonde keuze gemakkelijker wordt. Verbetert de gezondheid van inwoners, dan nemen de veerkracht en kansen om mee te doen toe.
Ten aanzien van het plan Palazzo hebben onderstaande aspecten een positieve uitwerking op de gezondheid van de bewoners:
De inrichting en opzet van het plan Palazzo levert een positieve bijdrage op de gezondheid van de nieuwe bewoners. Het sluit aan bij de doelstelling van het bestuursakkoord om de gezondheid van onze bewoners te bevorderen en sluit aan op diverse onderdelen uit het programma 'positieve gezondheid'. Opgemerkt wordt dat op deze locatie jaargemiddeld wordt voldaan aan de luchtkwaliteits-eisen van de Wereld-gezondheidsorganisatie zoals in 2005 zijn geformuleerd.
Nagegaan is of voor dit plan een Milieueffectenrapport of een M.e.r. beoordeling opgesteld moet worden. Voor ruimtelijke plannen dient een m.e.r.(beoordeling) te worden opgesteld indien:
ad a.
In de bijlage bij het Besluit mer is opgenomen welke activiteiten mer-plichtig zijn (de C-lijst) en welke activiteiten mer-beoordelingsplichtig zijn (de D-lijst). De activiteiten die dit bestemmingsplan mogelijk maakt zijn op grond van de bijlagen bij het Besluit niet m.e.r. (beoordelings) plichtig. Dit project kan aangeduid worden als een stedelijk ontwikkelingsproject (bijlage D 11.2).
Een stedelijk ontwikkelingsproject is m.e.r. beoordelingsplichtig indien het betreft een gebied met een oppervlakte van meer dan 100 hectare, of meer dan 2000 woningen of meer dan 200.000 bruto vloeroppervlakte bevat.
Het planvoornemen betreft het realiseren van circa 233 woningen op een (perceel)oppervlak van circa 7000m2. Het plan voldoet daardoor niet aan de criteria voor een mer-plicht.
Aangezien de activiteit is genoemd in het Besluit mer en het plan een besluit betreft wat genoemd is in kolom 4 (besluiten) van de D-lijst, is op grond van jurisprudentie een vormvrije mer-beoordeling nodig. Afgewogen moet worden of er sprake is van significante nadelige milieueffecten conform de criteria van het Besluit mer (bijlage III bij de Europese richtlijn 'betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten'). De criteria zijn de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van het potentiële effect. Onderstaand zijn de criteria kort afgewogen:
Kenmerken van het project
De omvang van het project betreft circa 233 woningen. Het te ontwikkelen perceeloppervlak is circa 5.500m2.
Plaats van het project
De locatie bevindt zich op circa 200 meter ten oosten van het doorgaande spoor, vlakbij het Centraal station in het Paleiskwartier. Dit is een nieuw stuk binnenstand van 's-Hertogenbosch, waar zich een mix van kantoren, woningen een voorzieningen bevindt. De projectlocatie ligt op korte afstand van een Natura-2000 gebied, namelijk het Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek op ca. 500 m afstand, Op grotere
afstand bevinden zich ook de Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen.
Kenmerken van het potentiële effect
Als gevolg van het plan zullen geen bijzondere directe hindereffecten optreden. Woningen hebben in het algemeen geen significant effect op de omgeving. De toegelaten bedrijvigheid in de vorm van kantoren en voorzieningen vallen onder de noemer van 'lichte bedrijvigheid' en zijn weinig milieubelastend naar de omgeving. Enig effect op de luchtkwaliteit als gevolg van het gebruik van het plan is voor de relevante stoffen (stikstofdioxide en fijn stof) niet betekenisvol te noemen.
Vanwege de nabijheid van een Natura2000 gebied kan het plan voor het aspect 'stikstof' een negatief effect hebben op gevoelige habitattype. Dit laatste is onderzocht. Vanwege de aanlegfase zal sprake zijn van een
stikstofdepositie van maximaal 0,10 mol N/ha/jaar ter plaatse van stikstofgevoelige habitats in Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek. Vanwege de gebruiksfase zal sprake zijn van een stikstofdepositie van maximaal 0,03 mol N/ha/jaar ter plaatse van stikstofgevoelige habitats in Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek. Op de Loonse en Drunense duinen wordt geen depositie berekend. Uit een vervolg rapportage volgt dat met een beroep op stikstofruimte uit het Stikstofregistratiesysteem met zekerheid géén significante verslechtering op zal treden van de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebied Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek door de stikstofdepositie als gevolg van het project Palazzo.
Conclusie
Aan bovengenoemde criteria voldoet het plan niet dus op grond hiervan is geen m.e.r. nodig. Verder blijkt uit de in het vervolg van dit hoofdstuk genoemde onderzoeken dat er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, eventueel na het treffen van maatregelen, aanwezig zijn.
ad b.
Het plangebied ligt in stedelijk gebied en op circa 500 meter van Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek, circa 6 kilometer van de Loonse en Drunense Duinen& Leemkuilen. Natura2000 gebied Rijntakken bevindt zich op meer dan 10 km afstand van de planlocatie. De gewenste ontwikkeling is onderzocht op voor het aspect 'stikstof'. Uit een de opgestelde rapportages blijkt dat - met een beroep op stikstofruimte uit het Stikstofregistratiesysteem - met zekerheid géén significante verslechtering op zal treden van de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebied Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek door de stikstofdepositie als gevolg van het project Palazzo. Een passende beoordeling is daarom niet vereist. Een rechtstreekse m.e.r.-(beoordelings-)plicht is derhalve niet aan de orde.
Het uitwerkingsplan bestaat uit een verbeelding en regels en is voorzien van een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels. De regels zijn als volgt ingedeeld:
Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid. In artikel 1 worden belangrijke begrippen die in het plan veel voorkomen, nader gedefinieerd. In artikel 2 is aangegeven hoe afstanden en maten die in de regels worden voorgeschreven, moeten worden gemeten.
Gemengd
Binnen deze bestemming worden een breed scala aan functies mogelijk gemaakt. Dit is een uitwerking van de bestemming 'Gemengd - Uit te werken' (GD-U) in het bestemmingsplan 'Paleiskwartier-Willemspoort-Station'. Conform de uitwerkingsregels van de uitwerkingsplicht wordt binnen deze bestemming 'Gemengd' de nieuwbouw van Palazzo mogelijk gemaakt. De nieuwbouw van Pallazo bestaat uit gestapelde woningen met een binnentuin en commerciële functies in de plinten, zoals dienstverlening, detailhandel, horeca t/m categorie 3 en bedrijfheid in categorie A. Daarnaast maakt de bestemming de realisatie van een ondergrondse / halfverdiepte parkeergarage mogelijk. De maximale bouwhoogte in een bestemmingsvlak is op de verbeelding aangeduid.
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Algemene bouwregels
Naast de bouwregels in de bestemmingen geldt als algemene bouwregel dat ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing worden gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 1 meter. Als voorbeelden van ondergeschikte bouwdelen worden genoemd: plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken.
Algemene gebruiksregels
Het is in het algemeen verboden om gronden en bouwwerken te (laten) gebruiken in strijd met de bestemmingen. Voor zover onder een bestemmingsomschrijving de bestemming van een seksinrichting zou kunnen worden verstaan is als algemene gebruiksregel expliciet bepaald dat het gebruik ten behoeve van een seksinrichting in elk geval in strijd is met de bestemmingsomschrijving van alle bestemmingen in dit bestemmingsplan. Een seksinrichting wordt in seksinrichting nader gedefinieerd.
Algemene afwijkingsregels
Voor alle bouwregels geldt dat burgemeester en wethouders er conform de algemene afwijkingsregels van af kunnen wijken. Deze regels betreffen onder meer vermeerdering dan wel vermindering van de voorgeschreven maten en normen met niet meer dan 10% en vergroting van de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen. Steeds geldt dat hiervoor alleen toestemming kan worden verleend als de afwijking het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
Overgangsrecht
In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen. De tekst ervan is wettelijk voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening.
Slotregel
In dit artikel is de slotregel opgenomen. Hierin is formeel bepaald dat in andere bestemmingsplannen en/of in andere juridisch-planologische besluiten (de regels van) het Uitwerkingsplan 'Palazzo, deelplan F, Paleiskwartier' worden genoemd.
Artikel 6.12 Wro verplicht de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen tenzij kostenverhaal anderszins verzekerd is. In casu is deze uitzondering van toepassing, omdat de gemeente ten behoeve van de realisering van het Paleiskwartier een samenwerking is aangegaan met B.V. Ontwikkelingsmaatschappij Paleiskwartier.
De gemeente is eigenaar van de betrokken gronden en geeft deze gronden gefaseerd per ontwikkeling uit aan de BV, die voor de gehele ontwikkeling en realisatie zorgdraagt. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van Palazzo (deelplan F). Het vaststellen van een exploitatieplan is dan ook niet nodig. De realisering van Palazzo in Paleiskwartier-Zuid is verzekerd middels de hiervoor bedoelde samenwerkingsovereenkomst en de terzake de uitgifte van gronden ten behoeve van Palazzo te sluiten koopovereenkomst. Er is sprake van een economisch uitvoerbaar plan.
De gemeente vraagt initiatiefnemers om voorafgaand aan de juridisch-planologische procedure een omgevingsdialoog te voeren. Ze heeft daartoe een handreiking opgesteld aan de hand waarvan initiatiefnemers deze dialoog kunnen voeren. Als de omgevingsdialoog goed is gevoerd, biedt de gemeentelijke inspraakverordening de mogelijkheid om de inspraakprocedure over te slaan.
In het voorliggende geval heeft de initiatiefnemer een uitgebreide omgevingsdialoog gevoerd met de omgeving. Het verslag hiervan is aan de gemeente overhandigd. Vanuit privacyoverwegingen (Algemene verordening gegevensbescherming) is een geanonimiseerde versie hiervan als bijlage bij deze toelichting opgenomen. Gelet op de gevoerde omgevingsdialoog is de inspraakprocedure overgeslagen en is het bestemmingsplan direct als ontwerp ter inzage gelegd.
Samenvatting omgevingsdialoog voorlopig ontwerp d.d. 3 juni 2021
Vanwege corona is gekozen voor een digitale bijeenkomst. Hiervan is een verslag gemaakt wat gedurende zes maanden is gepubliceerd op de website www.paleiskwartier.nl. De digitale bijeenkomst is nog steeds terug te zien op: https://www.youtube.com/watch?v=9S5_lo4_uMo en op www.paleiskwartier.nl.
De bijeenkomst trok kijkers vanaf circa zeventig adressen. De kijkers werden geïnformeerd via diverse filmpjes en gesprekken in de studio over het voorlopig ontwerp van het plan. Kijkers konden via het programma Qandr reageren op vragen en stellingen. Mensen konden ook via een chatprogramma vragen stellen. Een groot aantal van die vragen kwam niet in de uitzending, want werd via datzelfde programma direct beantwoord door een vertegenwoordiger van initiatiefnemer. Omwonenden werden ook uitgenodigd om, naast de digitale bijeenkomst, per mail of schrift te reageren op de plannen.
De reacties waren overwegend positief. Omwonenden wensten groen en kleinschalige evenementen op het plein. Ten aanzien van de commerciële plint is aandacht gevraagd voor passende (horeca) invulling.
Samenvatting omgevingsdialoog definitief ontwerp d.d. 6 april 2022
Er vond fysiek een inloopbijeenkomst plaats. Daarbij is steeds individueel een plantoelichting verstrekt met uitvoerig de gelegenheid voor het stellen van vragen. Middels aanwezige nieuwe maquette en gevelimpressies is het definitie ontwerp Palazzo gepresenteerd en toegelicht.
Reacties en aandachtspunten vanuit omgevingsdialoog
De reacties van aanwezigen waren overweldigend positief. Aandachtspunten waren o.a. vergroening, bouwhoogten, invulling functies in de plinten en routes voor laad- en losverkeer. Deze reacties zijn meegenomen in de doorontwikkeling van het plan. Zo wordt met een binnentuin en in de openbare ruimte ingezet op vergroening. Met de bouwhoogten wordt aansluiting gezocht bij het vigerende bestemmingsplan en aandacht besteed aan de zichtlijnen vanuit de omgeving. Voor de invulling van de commerciële ruimtes is het geldende bestemmingsplan kaderstellend, maar wordt uiteraard ingezet op zoveel mogelijk passende voorzieningen. Met betrekking tot de routes voor het laad- en losverkeer is toegelicht dat hierover zorgvuldige afstemming met de gemeente plaatsvindt, zodat het laad- en losverkeer geen toegang heeft tot het Residentieplein. Het plein wordt ingericht als verblijfs- en voetgangersgebied waar gemotoriseerd verkeer enkel buitenom in de vorm van eenrichtingsweg langzaam doorgang kan vinden. Voor een uitgebreidere omschrijving van het omgevingsdialoog en de reacties wordt verwezen naar verslag van het omgevingsdialoog dat als bijlage bij deze toelichting is opgenomen.
In het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht in samenhang met artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerpbestemmingsplan voorafgaand aan de terinzagelegging in concept toegezonden aan:
Reactie provincie Noord-Brabant
De provincie Noord-Brabant heeft op basis van het ingevulde e-formulier gekeken hoe het bestemmingsplan zich verhoudt tot de provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijk beleid relevant zijn. Het ingevulde formulier geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het vooroverleg is op basis hiervan afgerond.
Reactie waterschap Aa en Maas
Het plan is op 17 mei 2022 in het kader van het vooroverleg ook voor advies voorgelegd aan het waterschap Aa en Maas. Het Waterschap heeft geen opmerkingen op het plan ingediend.
Het ontwerpuitwerkingsplan 'Palazzo, deelplan F Paleiskwartier' is gedurende een periode van zes weken (vanaf 27 juni 2022 t/m 8 augustus 2022) ter visie gelegd, waarbij de mogelijkheid is geboden tot het indienen van zienswijzen. Gedurende die periode zijn in totaal 6 zienswijzen ingediend. De samenvatting en behandeling van de zienswijzen zijn te lezen in de Nota zienswijzen, die als bijlage bij het collegebesluit ter vaststelling van dit uitwerkingsplan is opgenomen. De zienswijzen zijn ongegrond en geven geen aanleiding tot wijziging van het (ontwerp)uitwerkingsplan. Ambtshalve is in de planregels van het uitwerkingsplan wel een wijziging aangebracht: in de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat de centrumfunctie horeca 'uitsluitend op de begane grond is toegestaan' en 'dat terrassen ook zijn toegestaan', hetgeen regelt wat altijd als zodanig is bedoeld. Daarnaast is ambtshalve de verbeelding aangepast: de aanduiding centrum is toegevoegd, zodat alleen (zoals ook bedoeld) op de aangewezen aanduiding in de verbeelding de beoogde centrumfuncties in de plint zijn toegestaan. De exacte wijzigingen zijn terug te vinden in de Lijst van wijzigingen, die als bijlage bij het collegebesluit ter vaststelling van dit uitwerkingsplan is opgenomen.
Na de termijn van terinzagelegging heeft het college van Burgemeester en Wethouders besloten omtrent de vaststelling van het uitwerkingsplan. Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking waarna tot vergunningverlening kan worden overgegaan.