direct naar inhoud van 5.3 Bij de vaststelling aangebrachte wijzigingen
Plan: Beheersverordening Axelse Vlakte
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BVAXVL-VG99

5.3 Bij de vaststelling aangebrachte wijzigingen

Bij de vaststelling van de beheersverordening zijn de volgende wijzigingen aangebracht.

5.3.1 Toelichting

De toelichting is op enkele onderdelen aangepast.

  • Paragraaf 1.3:
    • 1. Bestemmingsplan Axelse Vlakte I, groenvoorzieningen. "De grotere groengebied": groengebieden.
    • 2. De beschrijving 'Sluizencomplex' is verwijderd. Deze functie komt in het plangebied niet voor.
  • Paragraaf 3.3.2 onder 'Gebiedsregels (hoofdstuk 2)': Punt 3 van de afwijkingsregels voor het gebruik en voor het bouwen is geschrapt.
  • Paragraaf 4.3.2.: De uitwerking en resultaten van de scan naar de archeologische verwachtingswaarden zijn aan de tekst toegevoegd.
  • Paragraaf 4.3.5:
    • 1. Van de binnen het verordeningsgebied genoemde inrichtingen zijn de adressen toegevoegd.
    • 2. De Veiligheidsregio heeft alsnog een overlegreactie ingediend (zie bijlage). Deze reactie is waar mogelijk verwerkt.
  • Toegevoegd is een Hoofdstuk 5 'Maatschappelijke toetsing en vaststelling'.
  • Bijlage 7: Tekst (Pm advies veiligheidsregio). Binnen de daartoe gestelde termijn is geen advies ontvangen van de Veiligheidsregio Zeeland. De bereikbaarheid van het plangebied voor hulpdiensten is aangemerkt als goed. De tekst is hiermee aangevuld.

De aanpassingen van de toelichting hebben geen juridische betekenis.

5.3.2 Regels

Artikel 1

  • Lid 1.1: verordening: de (vastgestelde) beheersverordening is vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0715.BVAXVL-VG99 met bijbehorende bestanden.

Artikel 4

  • Sublid 4.2.1 onder a: de zinsnede 'ten hoogste' is niet vastgesteld.
  • Sublid 4.2.1, onder c is gewijzigd in: "nieuwe activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 zijn uitsluitend toegestaan indien het activiteiten betreft waarvan voldoende wordt aangetoond dat geen sprake is van significante effecten voor het milieu en indien dit wel het geval is, middels een door een erkend bureau opgesteld rapport, wordt aangetoond dat deze door middel van mitigerende en zonodig compenserende maatregelen voorkomen kunnen worden;"
  • Sublid 4.2.1, onder d is gewijzigd in: "nieuwe risicovolle inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt niet over kwetsbare objecten;
    • 2. er dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting;"
  • Sublid 4.4.1 onder a: na de zinsnede 'twee categorieën hoger' is de volgende zinsnede opgenomen: 'en lager'.
  • Sublid 4.4.1, onder b: de bepaling onder 1 is niet vastgesteld. De bepaling onder 3 is zodanig gewijzigd dat vestiging van activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan.
  • Toegevoegd is sublid 4.5.1 dat luidt als volgt:

4.5.1 Hogere gebouwen en bouwwerken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.1 onder d, e.3 en e.4 voor een hogere bouwhoogte, met in achtneming van de volgende bepalingen:

1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 25 m;

2. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.”

Artikel 5

  • Sublid 5.2.1 onder a: de zinsnede 'ten hoogste' is niet vastgesteld.
  • Sublid 5.2.1, onder c is gewijzigd in: "nieuwe activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 zijn uitsluitend toegestaan indien het activiteiten betreft waarvan voldoende wordt aangetoond dat geen sprake is van significante effecten voor het milieu en indien dit wel het geval is, middels een door een erkend bureau opgesteld rapport, wordt aangetoond dat deze door middel van mitigerende en zonodig compenserende maatregelen voorkomen kunnen worden;"
  • Sublid 5.2.1 onder d is gewijzigd in: "nieuwe risicovolle inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt niet over kwetsbare objecten;
    • 2. er dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting;
  • Sublid 5.3.1 onder e is gewijzigd in: de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 10 m bedragen.
  • Sublid 5.3.1 onder f. Toegevoegd is een nieuwe bepaling 8 die luidt als volgt: “8. van een opslagtank of -silo: 40 m;". De opvolgende bepaling onder 9 is vernummerd in 10.
  • Sublid 5.4.1 onder a: na de zinsnede 'twee categorieën hoger' is de volgende zinsnede opgenomen: 'en lager'.
  • Sublid 5.4.1 onder b: de bepaling onder 1 is niet vastgesteld. De bepaling onder 3 is zodanig gewijzigd dat vestiging van activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan.
  • Toegevoegd is sublid 5.5.1 dat luidt als volgt:

“5.5.1 Hogere gebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.3.1 onder e voor een hogere bouwhoogte, met in achtneming van de volgende bepalingen:

1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 m;

2. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.”

Artikel 6

  • Subleden 6.2.1 onder a, 6.2.2 en 6.2.3 onder a: de zinsneden 'ten hoogste' zijn niet vastgesteld.
  • Sublid 6.2.1, onder c is gewijzigd in: "nieuwe activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 zijn uitsluitend toegestaan indien het activiteiten betreft waarvan voldoende wordt aangetoond dat geen sprake is van significante effecten voor het milieu en indien dit wel het geval is, middels een door een erkend bureau opgesteld rapport, wordt aangetoond dat deze door middel van mitigerende en zonodig compenserende maatregelen voorkomen kunnen worden;"
  • Sublid 6.2.1 onder d is gewijzigd in: "nieuwe risicovolle inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt niet over kwetsbare objecten;
    • 2. er dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting;".
  • Sublid 6.3.1 onder d is gewijzigd in: "de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 40 m."
  • Sublid 6.3.1 onder e. Toegevoegd zijn nieuwe bepalingen 9 en 10 die luiden als volgt: “9. van een opslagtank of -silo: 40 m; 10. laad- en losfaciliteiten: 30 m;” De opvolgende bepaling onder 9 is vernummerd in 11.
  • Sublid 6.4.1 onder a: na de zinsnede 'twee categorieën hoger' is de volgende zinsnede opgenomen: 'en lager'.
  • Sublid 6.4.1: de verwijzingen naar lid 5.2 zijn gewijzigd in 6.2.
  • Sublid 6.4.1, onder b: de bepaling onder 1 is niet vastgesteld. De bepaling onder 3 is zodanig gewijzigd dat vestiging van activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan.
  • Sublid 6.4.2 is niet vastgesteld.
  • Toegevoegd is sublid 6.5.1 dat luidt als volgt:

“6.5.1 Hogere gebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1 onder d voor een hogere bouwhoogte, met in achtneming van de volgende bepalingen:

1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 80 m;

2. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken".

Artikel 9

  • lid 9.2.1. Toegevoegd is een nieuwe bepaling, die luidt als volgt: “b. spoorwegen;”. De opvolgende bepalingen b tot en met e zijn vernummerd in c tot en met f.

Artikelen 13 tot en met 18/20

  • Toegevoegd is een nieuw 'Artikel 13 Waarde – Archeologie'. Voor de exacte inhoud van de regeling wordt verwezen naar de regels.
  • Toegevoegd is een nieuw 'Artikel 14 Waarde - Beschermde Dijken'. Voor de exacte inhoud van de regeling wordt verwezen naar de regels.
  • De artikelen 13 tot en met 18 uit het ontwerpplan zijn vernummerd in 15 tot en met 20.

Artikel 18 (na vernummering)

  • Lid 18.2.3 onder b. Toegevoegd is een bepaling die luidt als volgt: “5. laad- en losinrichtingen: 30 m.”

5.3.3 Verbeelding
  • Op de verbeelding zijn drie verbindingen tussen de Finlandweg en de Industrieweg Zuid weergegeven met de functie 'verkeer'. De middelste verbinding betreft echter geen fysieke verbinding maar een beschermde dijk. De functie is daarop aangepast.
  • Ten behoeve van een bestaand bedrijf aan de Sassing 1 te Sluiskil is de functie 'Bedrijventerrein' toegevoegd. Het betreft een bedrijfsmatige winterstalling voor jachten.
  • Een tussen de Finlandweg en de Industieweg Zuid gelegen perceel met de functie 'Bedrijventerrein' is gewijzigd in de functie 'Agrarisch'.
  • Een tussen de Finlandweg en de Industrieweg Zuid gelegen perceel met de functie 'Groen' is gewijzigd in de functie 'Agrarisch'.
  • Aan twee perceel met de 'functie 'Groen' gelegen tussen de Finlandweg en de Industrieweg Zuid is de aanduiding 'voormalige vuilstortplaats' toegevoegd.
  • Een gedeelte van de Autricheweg is als beschermde dijk aangeduid.
  • Voor een perceel ten westen van de Autrichehaven is het besluitvlak 'Bedrijventerrein' opgenomen.