direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Triangel plan 1
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0627.upTriangelplan1-0401

4.4 Ecologie

Milieukundig advies 'Uitwerkingsplannen Tweede Bloksweg en Tuinbouwweg

In het kader van het 'Milieukundig advies 'Uitwerkingsplannen Tweede Bloksweg en Tuinbouwweg' te Waddinxveen' heeft een actualisering van eerder onderzoek plaatsgevonden.

Er ligt beschermd gebied binnen de invloedssfeer van het onderzoeksgebied. Effecten voor de Smient zijn reeds in detail onderzocht, maar een gedetailleerde GIS'analyse wordt aanbevolen in het rapport uit 2008. Ook is het nodig te onderzoeken in hoeverre er sprake kan zijn van effecten op de kleine zwaan door de ontwikkelingen. Effecten op het Natura2000-gebied dienen nog te worden beoordeeld.

Voor de ontwikkellocatie De Triangel is naast de Natuurbeschermingswet 1998 ook de Flora- en faunawet van toepassing. Getoetst is of ten gevolge van de uitwerkingsplannen de verbodsbepalingen van de Flora' en faunawet worden overtreden (planologische uitvoerbaarheid).

Gedurende alle werkzaamheden is voor alle in het onderzoeksgebied aanwezige dier- en plantensoorten de zorgplicht van kracht. Er is geen ontheffing nodig voor algemene soorten en mogelijk aanwezige tabel 1-soorten.

Mogelijk benodigd soortgericht onderzoek ten behoeve van uitwerkingsplannen:

  • indien sloop van stenen gebouwen plaatsvindt:
    • 1. vleermuizeninventarisatie naar mogelijk aanwezig(e) verblijfplaatsen;
    • 2. nader onderzoek naar vogels met een jaarrond beschermde nestplaats (huismus, zwaluwen);
  • indien werkzaamheden aan watergangen worden uitgevoerd:
    • 1. visseninventarisatie;
    • 2. inventarisatie platte schijfhoren;
  • indien sloop van kassen plaatsvindt:
    • 1. inventarisatie rugstreeppad;
  • indien groenstructuren en/of bomenrijen worden verwijderd of sterk verlicht:
    • 1. vleermuizeninventarisatie naar mogelijk aanwezig(e) vliegroutes en foerageergebied.


Benodigde maatregelen en planning ten behoeve van uitvoeringsfase:

  • vogels: werkzaamheden dienen te worden gestart of uitgevoerd buiten het broedseizoen (circa 15 maart tot 15 juli);
  • amfibieën: voorzorgsmaatregelen dienen te worden uitgevoerd ter voorkoming van vestiging van Rugstreeppad in het onderzoeksgebied;
  • wanneer aanwezigheid van beschermde soorten (vleermuizen, vissen, vogels, rugstreeppad en/of platte schijfhoren) wordt vastgesteld tijdens soortgericht onderzoek, dienen specifieke mitigerende maatregelen te worden genomen op basis van een goedgekeurd mitigatieplan.

Ecologische quickscan inclusief inventarisatie vissen en ongewervelden Park Triangel te Waddinxveen

Binnen het projectgebied ter plaatse van De Triangel te Waddinxveen is een ecologische quickscan uitgevoerd, "Ecologische quickscan inclusief inventarisatie vissen en ongewervelden De Triangel te Waddinxveen" (d.d., 11 juli 2012, zie bijlage 5). Aanleiding van deze ecologische quickscan zijn de voorgenomen werkzaamheden binnen het projectgebied. Deze werkzaamheden hebben een nadelige invloed op de aanwezige flora en fauna. Doel is het verkrijgen van inzicht betreffende de aanwezigheid van beschermde soorten binnen het projectgebied en de mogelijke negatieve invloed van de werkzaamheden.

Op basis van de ecologische quickscan wordt geconcludeerd dat:

  • aan de hand van het bureauonderzoek en het veldbezoek de navolgende beschermde soorten in het projectgebied worden verwacht:
    • 1. Tabel 1: veldmuis, bosmuis, dwergmuis, bosspitsmuis, haas, hermelijn, mol, kleine watersalamander, bastaardkikker, bruine kikker en gewone pad
    • 2. Tabel 2: kleine modderkruiper.
    • 3. Tabel 3: gewone dwergvleermuis en bittervoorn.
  • aan de hand van het veldbezoek de navolgende beschermde soorten in het projectgebied zijn vastgesteld:
    • 1. Tabel 1: huisspitsmuis, meerkikker.
    • 2. Vogels: diverse soorten, geen soorten met jaarrond beschermd nest.
  • de voorgenomen werkzaamheden onder de noemer ‘ruimtelijke ontwikkeling’ vallen;
  • derhalve, in verband met het vermoeden op de aanwezigheid van juridisch zwaarder beschermde soorten, de voorgenomen werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden zonder ontheffing op de Flora- en faunawet, mits met een ecologisch werkprotocol wordt gewerkt;
  • de zorgplicht, zoals opgenomen in de Flora- en faunawet, te allen tijde van toepassing is.

Naar aanleiding van de ecologische quickscan wordt geadviseerd om:

  • aanvullend onderzoek uit te laten voeren naar het voorkomen van vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen ter plaatse van Tuinbouwweg 6 (deze ligt buiten het plangebied van dit uitwerkingsplan);
  • een ecologisch werkprotocol, op basis van een goedgekeurde gedragscode Flora- en faunawet, te laten opstellen waarin de juridisch zwaarder beschermde soort kleine modderkruiper (Tabel 2), en vanuit de zorgplicht de niet beschermde soort(en)groepen, worden opgenomen;
  • alle werkzaamheden onder ecologische begeleiding uit te laten voeren;
  • de werkzaamheden uit te voeren buiten het vogelbroedseizoen (circa 15 maart - 15 juli);
  • voor de start van de werkzaamheden het projectgebied en de directe omgeving ('invloedssfeer van de werkzaamheden') te controleren op broedvogels. Indien broedende vogels aanwezig zijn, is het aan de deskundige om te bepalen of met de werkzaamheden kan worden aangevangen;
  • indien wordt voorzien dat de werkzaamheden tijdens het vogelbroedseizoen gaan plaatsvinden, voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van broedende vogels;
  • tijdens de werkzaamheden alert te zijn op het voorkomen van (beschermde) dieren op en rond het projectgebied. Bij het voorkomen van (beschermde) dieren, deze de tijd te gunnen om te kunnen vluchten;
  • indien men onverwachts (andere) beschermde soorten aantreft, altijd het advies van een deskundige te raadplegen;
  • bij twijfel over de aanwezigheid van beschermde soorten de hulp van een deskundige in te roepen.

Beoordeling 'Ecologische quickscan inclusief inventarisatie vissen en ongewervelden park Triangel te Waddinxveen'

Bovenstaand onderzoek is getoetst door de Omgevingsdienst Midden-Holland. Geconstateerd is dat de ecologische onderbouwing van het voorgenomen plan voldoende is. Ten aanzien van vleermuizen is aangegeven dat binnen het plangebied geen bebouwing aanwezig is en dat in het open middengebied weinig vleermuisactiviteit bestaat. Er bestaat geen noodzaak om dit nader te onderzoeken.

Smient en Kleine zwaan in het Triangelgebied Waddinxveen

Uit eerdere ecologische onderzoeken is gebleken dat een nader onderzoek nodig is over de gevolgen van de ontwikkeling van Triangel voor de Smient en de Kleine zwaan. Hiertoe is door de Milieudienst Midden-Holland een rapport opgesteld. Dit rapport is opgenomen in bijlage 6. In deze paragraaf zijn de conclusies van dit onderzoek opgenomen.

Uit het rapport blijkt dat de beoogde woningbouw in de Triangel zorgt voor een kleine afname in het foerageergebied voor de Kleine zwaan en Smient, circa 0,1 %. Er kan worden verwacht dat de ontwikkelingen in de Triangel alleen, geen significant effect veroorzaken door de afname van foerageergebied van Smienten uit Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein. Voor de Kleine zwaan geldt dit ook, de afname van het foerageergebied is voor beide soorten nagenoeg gelijk.

Met andere ruimtelijke ontwikkelingen draagt de afname veroorzaakt door de Triangel wel bij aan een groter cumulatief effect. In totaal verdwijnt door gelijksoortige ruimtelijke ontwikkelingen minimaal 3% geschikt foerageergebied. Op basis van de nu beschikbare informatie over het gebiedsgebruik van de Smient en Kleine zwaan, levert het bebouwen van het Triangelgebied waarschijnlijk geen belangrijke bijdrage aan het cumulatief effect. Dit komt vooral doordat andere geschikte en veel gebruikte foerageergebieden dichterbij liggen (vanaf het Natura-2000 gebied), de relatief gunstige trend van de Smient en voor Kleine zwaan, maar ook door het beperkte gebruik van het Triangelgebied in het verleden.