Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West

Inhoudsopgave

Vooraf

Besluit 24 juni 2022 Bestuurlijke lus
Ter uitvoering van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (hierna: GOL) zijn op 28 september 2018 twee provinciale inpassingsplannen vastgesteld, namelijk ‘Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost’ en ‘Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West’. Echter voor de vaststelling van deze inpassingsplannen is gebruik gemaakt van de Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS). Naar aanleiding van de stikstofuitspraken van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603 en ECLI:NL:RVS:2019:1604) dient buiten het PAS om te worden aangetoond dat GOL niet leidt tot significant negatieve effecten voor een Natura 2000-gebied en dienen de provinciale inpassingsplannen hierop te worden aangepast. Hiertoe zijn reeds het ‘Addendum Passende Beoordeling GOL’ (d.d. 13 maart 2020) en ‘Notitie GOL Stikstofdepositieberekeningen realisatie- en gebruiksfase’ (d.d. 13 maart 2020) opgesteld. Die zijn verwerkt in de provinciale inpassingsplannen, welke vervolgens op 3 juli 2020 (gewijzigd) zijn vastgesteld door Provinciale Staten.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft op 24 november 2021 in een tussenuitspraak geoordeeld over deze inpassingsplannen. Op een aantal punten zijn ze gebrekkig (zie ook bijlage 35 voor de hele uitspraak). Provinciale Staten worden in de gelegenheid gesteld via een zogenaamde bestuurlijke lus de gebreken te herstellen door de beide inpassingsplannen aan te passen en deze opnieuw vast te stellen. Bij de voorbereiding hiervan behoeft geen ontwerp inpassingsplan te worden ter visie gelegd.
Dit inpassingsplan is de gewijzigde versie naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Afdeling en te vinden op ruimtelijkeplannen.nl met de code: NL.IMRO.9930.ipgoloost-va04.

In de uitspraak van de Afdeling wordt aangegeven dat de inpassingsplannen alsvolgt kunnen worden hersteld:

• 1. door alsnog toereikend te motiveren, dat volledige, precieze en definitieve constateringen en conclusies kunnen worden verkregen die elke redelijke wetenschappelijke twijfel over de gevolgen van de GOL voor de betrokken Natura 2000-gebieden wegnemen.
• 2. door alsnog toereikend te motiveren, dat de beëindiging van het agrarische bedrijf in Drunen, die een stikstofreducerende maatregel is die naar zijn aard ook geschikt is om te kunnen worden ingezet als instandhoudings- of passende maatregel, gelet op de staat van instandhouding en de instandhoudingsdoelstelling, als mitigerende maatregel in de passende beoordeling kan worden betrokken.
• 3. door een toelichting te geven over de termijn van uitvoering van de compensatie.
• 4. door alsnog te onderzoeken, zo nodig in overleg met grondeigenaren en pachters, of een andere grondruil tot de mogelijkheden behoort als het gaat om de bedrijfsgronden van één van de appellanten.

Hieronder wordt uiteengezet hoe in dit inpassingsplan een en ander is vormgegeven.

Herstelpunten 1 en 2 Aanvullende motivering
Er is een nieuwe passende beoordeling opgesteld. Deze is als bijlage 33 bij de toelichting gevoegd. In de nieuwe passende beoordeling worden meerdere maatregelen getroffen/ingezet. Deze staan beschreven in paragraaf 7.7.2 en 7.7.3.

De artikelen 20.2 en 25.3 van dit provinciale inpassingsplan zijn gewijzigd naar aanleiding van de nieuwe passende beoordeling. En er is een nieuw artikel 20.3 toegevoegd. De reden voor een nieuw artikel is dat de artikelen 20.2 en 25.3 betrekking hebben op respectievelijk externe saldering en de realisatiefase. De maatregel ‘afsluiting Wethouder van Buulweg’ is geen externe saldering noch is dit een maatregel die uitsluitend ziet op de realisatiefase. Daarom is hiervoor een nieuw artikel opgenomen.

Herstelpunt 3.Toelichting over de termijn van uitvoering van de compensatie
De compensatie zoals opgenomen in het PIP en verwerkt in het Ruimtelijk Kwaliteitsplan en Ruimte Ontwerp is onderdeel van de uitvoeringsplanning van de aannemer. De uitvoering van de natuurcompensatie zal starten wanneer de aannemer start met de werkzaamheden en zal 2 jaar na aanvang van de werkzaamheden zijn afgerond. Dit is gelijktijdig met alle andere werkzaamheden. De herplantplicht die volgt uit de benodigde kapvergunningen moeten binnen 2 jaar na het einde van de oplevering van de bouwplaats zijn uitgevoerd.

Herstelpunt 4. Onderzoek grondruilmogelijkheden
Er is onderzocht of een andere grondruil mogelijk is. Dat heeft geresulteerd in een nieuwe aanbieding van bedrijfsgronden. Deze sluiten aan op de huiskavel van desbetreffende appellant.

Flexibiliteit mitigerende maatregelen
In de planregels voor zowel externe saldering (lid 25.3) als mitigerende maatregel (lid 20.2) is in het PIP dat is vastgesteld op 3 juli 2020 een sub b opgenomen, waarmee het mogelijk is om bij omgevingsvergunning andere mitigerende maatregelen in te zetten. Uit de uitspraak Logistiek Park Moerdijk (ECLI:NL:RVS:2020:2318, r.o. 7.3) blijkt dat dergelijke flexibiliteit niet toegestaan is. Derhalve is sub b uit de betreffende artikelen verwijderd.

Nieuwe vergunning Wet natuurbescherming
Tenslotte: Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling is het ook noodzakelijk een nieuwe vergunning Wet natuurbescherming te verlenen (Natura 2000 gebieden; stikstofdepositie).