Plan: | N629 Oosterhout - Dongen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9930.ipN629-va01 |
het inpassingsplan N629 Oosterhout - Dongen met identificatienummer NL.IMRO.9930.ipN629-va01 van de provincie Noord-Brabant;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
installatie bestaande uit een antennestaaf, -spriet (al dan niet met dwarssprieten) of -schotel, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een verbinding tussen natuurgebieden (met nieuwe of herstelde natuur) die migratie van planten en dieren tussen natuurgebieden mogelijk maakt;
een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden zoals wandelen, fietsen en dergelijke;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object kan worden aangemerkt;
bomen, struiken, houtopstanden, boomgaarden, knotbomen, singels en houtwallen;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang in de provincie Noord-Brabant (voorheen aangeduid als de ecologische hoofdstructuur) met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals voor de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede voor riolering en afvalinzameling;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
een kort, grotendeels gesloten kunstwerk waarmee een weg of andere verkeersverbinding onder een bouwwerk, een weg en/of maaiveld wordt geleid;
een enkele strook van de rijbaan van een weg, die voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, waaronder niet begrepen opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten;
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's en dergelijke;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
onder waterstaatsdoeleinden worden onder meer verstaan waterberging, waterhuishouding, waterlopen en waterkerende werken ten behoeve van de waterstaat.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en de buitenzijde van de bovenafdekking;
Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,00 m.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend erfafscheidingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2 m.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van het natuurbeheer, mits:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in sublid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in sublid 4.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder straatmeubilair, groen, nutsvoorzieningen, kunstwerken, een fietstunnel, geluidwerende voorzieningen, langzaamverkeerverbindingen, zoals voet, bromfiets- en rijwielpaden en overige bij het wegverkeer behorende voorzieningen, zoals bermen, taluds en vluchtstroken.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen waar de aanduidingen 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant Ecologische Verbindingszone' en 'wetgevingszone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone/herstel watersysteem' samenvallen met de bestemming 'Verkeer':
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 7.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd waarbij de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 7.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in artikel 7.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de bovengrondse hoogspanningsverbinding door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens omtrent het verlenen van afwijking te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse (hoofd)buisleidingen voor gevaarlijke stoffen die van nationaal belang zijn.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 9.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 10.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in artikel 10.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 11.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in artikel 11.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, ingeval het gaat om:
Het in sublid 12.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Ten aanzien van de in sublid 12.4.1 genoemde omgevingsvergunning geldt het volgende beoordelingscriterium:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het geheel of gedeeltelijk laten vervallen van de bestemming 'Waarde - Archeologie', indien één of meerdere van de volgende situaties van toepassing zijn:
De voor 'Waterstaat - Waterhuishoudkundige en/of waterstaatkundige functie’ aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.2 sub a, voor het oprichten van een bouwwerk overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij het in gebruik nemen van de N629 zoals bedoeld in lid 5.1, sub a, dienen de overdrachtsmaatregelen zoals opgenomen op de kaart 'Wegdekverharding projectsituatie 2030 met maatregel' die als bijlage 1 bij deze regels gevoegd is, te zijn getroffen.
Alvorens met de aanleg van de infrastructurele voorzieningen in de bestemming 'Verkeer' kan worden gestart, dienen de financiële middelen ten behoeve van het uitvoeren van de actiepunten voor de kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals opgenomen in het rapport met de titel 'N629 Kwaliteitsverbeteringsplan' dat als bijlage 2 bij deze regels gevoegd is, door de gemeente Oosterhout, de gemeente Dongen en de provincie Brabant te zijn gereserveerd in een fonds.
Alvorens met de aanleg van de infrastructurele voorzieningen in de bestemming 'Verkeer' kan worden gestart, dienen de compenserende maatregelen ten behoeve van het Natuurnetwerk Brabant zoals opgenomen in het rapport met de titel 'Compensatieplan N629' dat als bijlage 3 bij deze regels gevoegd is, financieel en in uitvoeringsafspraken (beheer- en/of inrichtingsplannen) geborgd zijn.
Alvorens de infrastructurele voorzieningen in de bestemming 'Verkeer' in gebruik kunnen worden genomen, dienen de mitigerende voorzieningen ten behoeve van flora en fauna zoals opgenomen op de kaart 'Mitigerende maatregelen N629' die als bijlage 4 bij deze regels gevoegd is, gerealiseerd te zijn.
In afwijking van het overige in het plan bepaalde is het niet toegestaan nieuwe geluidgevoelige objecten te bouwen en/of in gebruik te nemen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein Vijf Eiken.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding', te weten de plaatsgebonden risicoafstand van een leiding, zijn niet toegelaten:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.3.1 voor het oprichten van (beperkt) kwetsbare objecten of andere nieuwe objecten in de veiligheidszone, indien:
Verzocht wordt de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - te verwijderen Natuurnetwerk Brabant' te laten vervallen uit het Natuurnetwerk Brabant zoals opgenomen in de Verordening ruimte Noord-Brabant van de provincie Noord-Brabant.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de inwerkingtreding van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het inpassingsplan N629 Oosterhout - Dongen.