direct naar inhoud van 6.1 Uitgangspunten
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N279
Status: vastgesteld

6.1 Uitgangspunten

6.1.1 Inpassingsplan

Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 heeft de wetgever onder andere aan de provincies de bevoegdheid toegekend om een provinciaal bestemmingsplan op te stellen. In de terminologie van de wet, een inpassingsplan genaamd. Hierbij geldt wel als vereiste dat sprake moet zijn van een provinciale belang. Bovendien kunnen Provinciale Staten ingevolge artikel 3.26 Wro pas tot vaststelling van een inpassingsplan overgaan, nadat de betrokken gemeenteraden zijn gehoord. De manier waarop dit geschiedt, is vormvrij. In verband daarmee zijn in de gemeenten hoorzittingen gehouden.

6.1.2 Begrenzing plangebied

Het vereiste provinciale belang heeft consequenties voor de begrenzing van het plangebied. Het plangebied van het PIP is dan beperkt tot de gronden die nodig zijn voor de uitbreiding van de N279, inclusief de daarvoor benodigde bouwwerken, zoals damwanden, bruggen, geluidsschermen e.d., de herinrichting van aansluitende wegvakken en de ontsluiting van aangrenzende percelen.

6.1.3 Uitsluitingstermijn

Na vaststelling van het inpassingsplan door Provinciale Staten, is de gemeenteraad niet meer bevoegd om voor de in dat plan opgenomen gronden een bestemmingsplan vast te stellen. Deze uitsluiting geldt voor een maximale periode van tien jaar. Op grond van artikel 3.26 lid 5 Wro dienen Provinciale Staten in het vaststellingsbesluit door middel van een termijn aan te geven tot welk tijdstip de uitsluiting van de bevoegdheid van de betrokken gemeenteraad voortduurt.

Gelet op de tijd die benodigd is voor de uitbreiding van de N279 en de verwerving van de benodigde percelen is het einde van deze uitsluitingstermijn vooralsnog bepaald op 10 jaar. Deze termijn zal worden vastgelegd in het vaststellingsbesluit.

6.1.4 Handhaving

Het inpassingsplan wordt na inwerkingtreding geacht deel uit te maken van het geldend bestemmingsplan of van de geldende bestemmingsplannen waarop dat inpassingsplan betrekking heeft. Dit betekent dat aanvragen om omgevingsvergunningen, voor bijvoorbeeld de activiteit bouwen, daaraan worden getoetst. Handhaving van het inpassingsplan kan geschieden via het instrumentarium van de Wabo.