direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N279
Status: vastgesteld

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 's-Hertogenbosch

Ruimtelijke structuurvisie "Stad tussen stromen" 2003

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft zijn ambities voor de komende jaren in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke Structuurvisie. Deze Ruimtelijke Structuurvisie is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.

In de Ruimtelijke Structuurvisie is de lagenbenadering van het streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur. De Ruimtelijke Structuurvisie is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voor zover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's. De Ruimtelijke Structuurvisie is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.

De belangrijkste aandachtspunten/onderdelen uit de structuurvisie zijn:

  • een kwaliteitsslag voor de bestaande ruimte door middel van een actief voorraadbeheer in wijken en buurten, herstructurering en herinrichting en meer menging van functies;
  • de kwaliteit van het leefmilieu kan worden verbeterd door de realisering van een duurzaam landschappelijk raamwerk waarin het water een prominente rol speelt. Hierdoor wordt de afwisseling tussen stad en land contrastrijker en de ligging van de stad in een delta herkenbaarder. De stad gaat door met een duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling van nieuwe gebieden en van bestaande buurten en wijken;
  • ruimte wordt geboden aan een grotere variatie van woon- en werkmilieus, gebaseerd op diverse leefstijlen en inkomens, segmentering van bedrijven, menging van functies en een goede spreiding van voorzieningen.

Gemeente 's-Hertogenbosch werkt aan een nieuwe structuurvisie waarin zij het provinciaal beleid integreert.

Koersnota hoofdinfrastructuur 's Hertogenbosch 2008

De mobiliteit van mensen en goederenvervoer groeien sterk. De grootschalige ontwikkelingen in de stad versterken die groei nog verder. De bereikbaarheid - en daarmee ook leefbaarheid en verkeersveiligheid - van 's-Hertogenbosch vragen aandacht. De gemeenteraad van 's Hertogenbosch heeft een koers uitgezet in de vorm van de Koersnota Hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch. In 2008 is het Uitwerkingsplan Koersnota Hoofdinfrastructuur vastgesteld.

De kern van de Koersnota Hoofdinfrastructuur is de geformuleerde ambitie. Wanneer wordt gekeken naar naar alle verplaatsingen, is het doel om het aandeel van de auto terug te brengen van 70% naar 60%. Deze omslag komt ten gunste van het aandeel OV en fiets in de verplaatsingen, die respectievelijk van 7% naar 10% en van 23% naar 30% toenemen in 2015. De insteek van de Koersnota Hoofdinfrastructuur, is als volgt:

  • ontvlechten van hoofdinfrastructuur voor auto en openbaar vervoer/ fiets;
  • bundelen van verkeer op doorstroomassen met daartussen verkeersluwe verblijfsgebieden;
  • het optimaal benutten van de ruit van 's-Hertogenbosch;
  • verkeer zonder herkomst of bestemming in de binnenstad ontmoedigen op de binnenstadsring;
  • het versterken van het verblijfsklimaat in de kom Rosmalen.

Op grond van de Koersnota Hoofdinfrastructuur zijn de volgende hoofdstructuren voor auto, OV en fiets aangewezen. Deze assen vormen het geraamte van de stad in verkeerskundig opzicht.

  • doorstroomassen gemotoriseerd verkeer
  • doorstroomassen openbaar vervoer
  • sternetroutes en hoofdfietsroutes

Naast deze doorstroomassen voor het gemotoriseerd verkeer zijn er een aantal andere wegen aangewezen die ook een gebiedsontsluitende functie hebben. Alle gebiedsontsluitende wegen staan in de categoriseringskaart. Alle overige wegen zijn de verblijfsgebieden; de gemeente probeert die verblijfsgebieden verkeersluw te houden.

Uitwerkingsplan Koersnota 2008

Dit plan bevat een aantal concrete uitwerkingen van de Ontwerp Koersnota. Op 21 mei 2008 heeft de gemeenteraad in de vorm van een aantal moties ter bevordering van de bereikbaarheid van stad, wijken en regio de volgende ambities en wensen uitgesproken:

  • 1. reductie van het aandeel van de auto in de modal split (vervoermiddelkeuze) met 10%, te bereiken in 2015. Dat betekent onder andere een te realiseren groei van het aandeel fiets van 33% naar 44% in de stad en van het openbaar vervoer van 4% naar 6% (beide intern de stad);
  • 2. het "doorstroomassenmodel" uit de Ontwerp Koersnota hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch te hanteren als basis voor verdere uitwerking;
  • 3. het aanvullend op dit model laten functioneren van een autoluwe binnenstadsring;
  • 4. het voorkomen van barrièrewerking van de doorstroomassen door aanleg van ongelijkvloerse kruisingen met het fietsverkeer op maaiveldniveau;
  • 5. het ten aanzien van parkeren inzetten op een autoluwe binnenstad ten gunste van een aanzienlijke "uitbouw" van transferia en het uitbreiden en gratis maken van bewaakte stallingen;
  • 6. het hanteren van het uitgangspunt "compacte stad" in de ruimtelijke ordening ter beperking van de behoefte aan automobiliteit;
  • 7. het ontvlechten van hoofdstructuur voor de fiets en openbaar vervoer met de auto door het zoveel mogelijk opheffen van barrière werking en het bieden van ruimte aan innovatieve concepten voor individueel persoonlijk vervoer;
  • 8. het ontwikkelen van een breed netwerk van vrije busbanen;
  • 9. het monitoren van de voortgang ten aanzien van het waarmaken van de ambities.

Ten aanzien van 4 en 8 is er een kleine nuancering aangebracht.

Ad.4: Het ondersteunen van de wens om te komen tot ongelijkvloerse kruisingen tussen doorstroomassen en hoofdstructuren van de fiets zonder de garantie dat dit voor de fiets op maaiveldniveau gebeurt. Per situatie zullen de mogelijkheden bekeken worden.

Ad.8: Daar waar de doorstroming van het openbaar vervoer in het gedrang komt als gevolg van autoverkeer (niet de doorstroomassen) zullen maatregelen ten faveure van het openbaar vervoer genomen worden. De vorm waarin dit gebeurt zal afhankelijk zijn van de ruimtelijke mogelijkheden.

3.4.2 Bernheze

Structuurvisie Bernheze

In december 2003 heeft de gemeenteraad van Bernheze de Structuurvisie Plus 'Bernheze op koers' vastgesteld. Mede naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in juli 2008, waardoor gemeente verplicht zijn om te beschikken over een gemeentelijke structuurvisie, is besloten om een nieuwe structuurvisie voor het hele gemeentelijke grondgebied op te stellen.De nieuwe structuurvisie is een herijking van de bestaande StructuurvisiePlus. De grote lijnen die in deze structuurvisie zijn uitgezet, zijn tegen het licht gehouden en al dan niet overgenomen in de nieuwe Structuurvisie Bernheze. Doordat beleidsvoornemens en ontwikkelingen die in de StructuurvisePlus waren voorzien, in de tussenliggende periode tot uitvoering gekomen of gewijzigd, waardoor een integrale actualisatie van het ruimtelijk beleid noodzakelijk was. De Structuurvisie Bernheze is vastgesteld op 11 februari 2010 en bestaat uit een ruimtelijk deel en een uitvoeringsprogramma.

De Structuurvisie moet helderheid verschaffen in het ruimtelijke beleid van de gemeente Bernheze en de wijze waarop zij deze tot uitvoering wil brengen. Deze helderheid is gewenst voor inwoners en ondernemers, als ook voor andere (semi-) overheden en maatschappelijke partners. De gemeente Bernheze beoogt met de actualisatie van de Structuurvisie meerdere doelen te bereiken:

  • Integrale visievorming voor de lange termijn;
  • Bijeenbrengen en afwegen van belangen (inhoudelijk en procesmatig);
  • Toetsings- en inspiratiekader voor ruimtelijke beslissingen:
  • 'Bottom up' voor regionale en provinciale planvorming;
  • 'Top down' voor ruimtelijke initiatieven;
  • Basis voor uitwerking in juridisch-planologische kaders (zoals bestemmingsplannen);
  • Basis voor uitvoering: stellen van locatie-eisen, verhalen bovenplanse kosten en vestigen voorkeursrecht.

Om zo goed mogelijk bij bovenstaande doelstellingen aan te sluiten, worden deze in de Structuurvisie Bernheze onderscheiden in twee delen die qua globaliteit, flexibiliteit en planperiode sterk van elkaar verschillen.

Deel A, Ruimtelijk Casco: In deel A wordt vanuit een bondige analyse een visie geformuleerd op het plangebied. Het Ruimtelijk Casco beoogt de samenhangende structuren naar boven te halen en hieraan logische strategieën te koppelen, waarmee het een casco vormt voor concrete projecten en plannen. Het is een afwegingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke ontwikkeling. Het Ruimtelijk Casco geeft richting zonder te spreken over een programma. Het geeft de mogelijkheden weer en is flexibel wat betreft de exacte invulling op de korte termijn.

Deel B, Uitvoeringsprogramma: In deel B worden de ruimtelijke opgaven voor de korte en middellange termijn benoemd en de meest geschikte locaties hiervoor aangewezen. Daarnaast formuleert de gemeente welke concrete projecten en plannen op korte termijn richting uitvoering worden gebracht en hoe deze gerealiseerd gaan worden. Het uitvoeringsprogramma zal periodiek worden geactualiseerd (formeel en volledig een maal per 4 jaar; tussentijds - via eventueel aan te brengen wijzigingen - 1 maal per jaar) en zal voor de nieuwe structuurvisie gelden voor de periode 2010-2014 (de nieuwe raadsperiode).

De structuurvisie is voor het Deel A een actualisatieslag. Er worden in Deel A geen grote koerswijzigingen voorzien. Voor de omschrijving van de kernen is het veilig om aan te sluiten bij de oude structuurvisie 'Bernheze op koers'.

De visie: In de visiefase wordt de ruimtelijke koers op hoofdlijnen uitgezet, welke er voor zorgt dat de geanalyseerde ontwikkelingspotenties benut worden, maar tegelijkertijd voorkomt dat conflicten ontstaan tussen het ruimtegebruik en de duurzame gebiedskwaliteiten. Deze koers vormt het inspiratiekader en afwegingskader voor ruimtelijk ontwikkelingen in de gemeente Bernheze.

Verkeersstructuurplan Bernheze Verkeer op hoofdlijnen 2007-2020

Een goede verkeersstructuur verruimt de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Eenzijdige ontwikkeling van auto-infrastructuur (en te weinig aandacht voor andere vervoerwijzen) houdt echter een risico in. Daarom moet gezocht worden naar een rol voor de voor andere vervoerwijzen (te voet, per fiets of openbaar vervoer) op relaties waar dit in Bernheze realistisch is.

Kansen voor verkeer en vervoer benutten

De gemeente Bernheze is met name extern georiënteerd (’s- Hertogenbosch, Oss, Uden en Veghel) en heeft grotendeels een landelijk karakter met een agrarische en recreatieve functie. Dit betekent:

  • voor het gemotoriseerd verkeer: vanuit de woonkernen, bedrijventerreinen en landbouwontwikkelingsgebieden duidelijke routes naar omliggende hoofdinfrastructuur; Doorgaand verkeer of extern verkeer door het landelijk middengebied wordt zo min mogelijk gefaciliteerd;
  • voor het openbaar vervoer: aansluiten en meeliften op knooppunten in de omgeving en zoveel mogelijk handhaven van het huidige aanbod;
  • voor de fiets: optimale bereikbaarheid van recreatieve landelijk gebied; directe routes tussen de verschillende kernen op fietsafstand en binnen de verschillende kernen;
  • voor de voetganger: grote verblijfsgebieden (30 km/uur of erffunctie) binnen de kernen.

De hoofdwegenstructuur rond de gemeente (A59, A50 en N279) wordt zoveel mogelijk benut, waarbij autoverplaatsingen door het landelijk/recreatieve middengebied van de gemeente zoveel mogelijk worden voorkomen (minder logisch maken). Dit kan worden gerealiseerd door enerzijds daar meer prioriteit te geven aan recreatief en landbouwverkeer en anderzijds door goede verbindingen met de hoofdwegenstructuur (stimuleren van omrijden via hoofdwegenstructuur) te realiseren. Omrijden via de hoofdwegenstructuur, voor voornamelijk verplaatsingen over langere afstanden, is voor inwoners en bezoekers van Bernheze acceptabel om zo de landelijke en recreatieve kwaliteit van het middengebied te handhaven. Het omrijden is echter geen verplichting, dus verkeer tussen de kernen binnen de gemeente blijft mogelijk.

Een heldere verkeersstructuur is voorwaarde voor een grotere verkeersveiligheid. Bij nieuwe aanleg, reconstructie of onderhoud van infrastructuur worden de Duurzaam Veilig richtlijnen direct toegepast. Hiervoor geldt dat binnen de Duurzaam Veilig wegcategorisering de functie, vorm en gebruik van de weg op elkaar zijn afgestemd. In de Duurzaam Veilig wegcategorisering wordt rekening gehouden met de ruimtelijke ontwikkelingen binnen en buiten de gemeentegrens. Daarnaast hebben de volgende ontwikkelingen een positieve invloed op de verkeersveiligheid binnen de gemeente Bernheze:

  • Het omleiden van het autoverkeer over de hoofdwegenstructuur zorgt voor een verkeersluwer binnengebied. Hierdoor ontstaat een verkeersveiliger middengebied voor de ‘zwakkere verkeersdeelnemers’ als de voetgangers en de fietsers.
  • De aanleg van fietsvoorzieningen (minimaal suggestiestroken) op gecombineerde routes naar landbouwontwikkelingsgebieden en fietsroutes zorgen voor een veiligere positie van de fietser op deze routes.
  • Door de aanleg van ‘langzame straten’ in dorpskernen of centrumgebieden krijgt de voetganger een hogere prioriteit in deze gebieden ten opzichte van de auto. De auto moet zich te gast voelen in deze gebieden.
3.4.3 Sint-Michielsgestel

Structuurvisie Sint-Michielsgestel 2025

Op 13 oktober heeft de gemeenteraad van Sint-Michielsgestel besloten tot vaststelling van de 'Structuurvisie Sint-Michielsgestel 2025'. De structuurvisie is op 16 december 2011 in werking getreden.

De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling en de hoofdzaken van het ruimtelijke beleid voor de gemeente tot 2025. Het doel van de structuurvisie is om de wensen op een hoog abstractieniveau weer te geven. Het is een strategisch document en het biedt een ruimtelijk afwegingskader voor toekomstige plannen. In de structuurvisie komen thema’s aan de orde zoals: wonen, werken, recreatie, groene kwaliteit, bereikbaarheid en leefbaarheid in de kernen en duurzame ontwikkeling.

3.4.4 Veghel

Landschapsbeleidsplan Veghel 2002

Het landschapsbeleidsplan, bestaande uit een landschapsvisie en een uitvoeringsgedeelte:

  • verwoordt de visie van de gemeente op het behoud, herstel en ontwikkeling van natuur en landschap;
  • geeft een kader voor het beheer en onderhoud van bestaande landschapselementen in gemeentelijk eigendom;
  • is een plan voor de aanleg van nieuwe landschapselementen, gekoppeld aan uitvoeringsinstrumenten;
  • legt een verbinding tussen sectoraal natuur- en landschapsbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid, met de nadruk op het bestemmingsplan buitengebied;
  • geeft de relatie aan tussen het gemeentelijk landschapsbeleid en diverse actuele ruimtelijke ontwikkelingen zoals de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en de natuurcompensatie in verband met de aanleg van de A50.

Nota hoofdwegenstructuur

De nota geeft inzicht in de voorkeuren voor de gewenste verkeersstructuur in de gemeente Veghel in het jaar 2020. Wil Veghel bereikbaar en leefbaar blijven, dan moet de infrastructuur meegroeien met de ruimtelijke ontwikkelingen.

Structuurvisie 2030 "Smaakmakend Veghel"

Met de Structuurvisie 2030 "Smaakmakend Veghel" wil de gemeente Veghel ruimte creëren om het onderliggende beleid verder te ontwikkelen en een intergraal ruimtelijk kader vast te stellen. De concretisering van de toekomstvisie op "Smaakmakend Veghel" in een zestal wensbeelden zal recht moeten doen aan de volgende randvoorwaarden:

  • 1. Duurzame ontwikkeling
  • 2. Bescheiden toename van de bevolking (40.000 à 45.000)
  • 3. Aansluiten bij initiatieven van bedrijven en (regionale) ketenpartners
  • 4. Respecteren interbestuurlijke afspraken
  • 5. Borgen financiele zekerheid gemeente
  • 6. Gemeente moet het aan kunnen
  • 7. Sturen op variatie en flexibiliteit

Om een beeld en gevoel bij de toekomst van Veghel te krijgen zijn de volgende zes wensbeelden geformuleerd:

  • 1. Vitaal Veghel: een veerkrachtige en gevarieerde gemeenschap
  • 2. Verbonden Veghel: op gevarieerde, vaak innovatieve manieren bereikbaar
  • 3. Bedrijven Veghel: een gemeente met veelzuidige bedrijvigheid
  • 4. Breed palet aan Veghelse sociaal-culturele voorzieningen
  • 5. Ontspannen Veghel: een gemeente waar het na hard werken goed toeven is
  • 6. Samenwerkend Veghel: het bestuur als initiërende partner in lokale, regionale, provinciale en (inter)nationale netwerken

Deze wensbeelden zijn geen voorspellingen van de toekomst. Het zijn uitspraken die richting geven aan de ontwikkelstrategie wat gaan we nu werkelijk doen om bijvoorbeeld een veerkrachtige en gevarieerde gemeenschap te blijven.