direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer - 1
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N279 's-Hertogenbosch - Veghel
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9930.ipN279-va01

Artikel 4 Verkeer - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, met niet meer dan 2 x 2 rijstroken, alsmede parallelwegen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals duikers;
  • c. kabels en leidingen;

met daarbij behorend:

  • d. straatmeubilair;
  • e. groen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1', 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2', 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3' en 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 4';
  • h. kunstwerken, met dien verstande dat:
    • 1. bruggen en viaducten uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 1', 'specifieke vorm van verkeer - brug 2', 'specifieke vorm van verkeer - brug 3' en 'specifieke vorm van verkeer - brug 4';
    • 2. een ovatonde uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ovatonde';
  • i. langzaamverkeersverbindingen, zoals voet, bromfiets- en rijwielpaden;
  • j. overige bij het wegverkeer behorende voorzieningen, zoals bermen, taluds en vluchtstroken.
4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen waarbij geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter en de oppervlakte maximaal 15 m² mag bedragen;
  • b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijn, geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte van een brug of viaduct ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 1' maximaal 14 meter + NAP mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van een brug of viaduct ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 2' maximaal 14,5 meter + NAP mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een brug of viaduct ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 3' maximaal 15,5 meter + NAP mag bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van een brug of viaduct ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 4' maximaal 17,5 meter + NAP mag bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van een ovatonde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ovatonde' maximaal 12 meter + NAP mag bedragen;
    • 6. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1' maximaal 1 meter mag bedragen;
    • 7. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2' maximaal 1,5 meter mag bedragen;
    • 8. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3' maximaal 2 meter mag bedragen;
    • 9. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 4' maximaal 3 meter mag bedragen;
    • 10. de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 25 meter mag bedragen;
    • 11. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 8 meter mag bedragen;
    • 12. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter mag bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Voorwaardelijke verplichting

Uiterlijk op het moment van voltooiing van de aantasting ofwel op het moment van

oplevering van het werk, zijn:

  • a. de geluidsbeperkende voorzieningen met de vereiste akoestische werking binnen de bestemming 'Verkeer - 1' ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1', 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2', 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3' en 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 4' gerealiseerd, en;
  • b. de geluidsbeperkende voorzieningen met de vereiste akoestische werking binnen de bestemming 'Groen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3' gerealiseerd, en;
  • c. de geluidreducerende bronmaatregelen met de vereiste akoestische werking, zoals aangegeven op het kaartje in Bijlage 1 bij deze regels, gerealiseerd, en;
  • d. de compenserende maatregelen ten behoeve van de ecologische hoofdstructuur zoals weergeven in Bijlage 2 bij deze regels en de mitigerende maatregelen ten behoeve van soorten zoals weergeven in Bijlage 3 bij deze regels, gerealiseerd.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het bepaalde in lid 4.1 sub g, ten behoeve van de bouw en het gebruik van geluidwerende voorzieningen anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1', mits:
    • 1. zulks noodzakelijk is in verband met geluidsgevoelige functies;
    • 2. de in het gebied voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de afwijking van de situering ten opzichte van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1' niet meer dan 6 meter bedraagt;
    • 4. het bepaalde in lid 4.2 sub b onder 6 in acht wordt genomen.
  • b. Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het bepaalde in lid 4.1 sub g, ten behoeve van de bouw en het gebruik van geluidwerende voorzieningen anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2', mits:
    • 1. zulks noodzakelijk is in verband met geluidsgevoelige functies;
    • 2. de in het gebied voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de afwijking van de situering ten opzichte van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2' niet meer dan 6 meter bedraagt;
    • 4. het bepaalde in lid 4.2 sub b onder 7 in acht wordt genomen.
  • c. Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het bepaalde in lid 4.1 sub g, ten behoeve van de bouw en het gebruik van geluidwerende voorzieningen anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3', mits:
    • 1. zulks noodzakelijk is in verband met geluidsgevoelige functies;
    • 2. de in het gebied voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de afwijking van de situering ten opzichte van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3' niet meer dan 6 meter bedraagt;
    • 4. het bepaalde in lid 4.2 sub b onder 8 in acht wordt genomen.
  • d. Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het bepaalde in lid 4.1 sub g, ten behoeve van de bouw en het gebruik van geluidwerende voorzieningen anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 4', mits:
    • 1. zulks noodzakelijk is in verband met geluidsgevoelige functies;
    • 2. de in het gebied voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de afwijking van de situering ten opzichte van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 4' niet meer dan 6 meter bedraagt;
    • 4. het bepaalde in lid 4.2 sub b onder 9 in acht wordt genomen.