direct naar inhoud van Artikel 10 Waarde - Archeologie
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N279 's-Hertogenbosch - Veghel
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9930.ipN279-va01

Artikel 10 Waarde - Archeologie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
10.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. bouwwerken zijn toegestaan, indien die niet gepaard gaan met ingrepen in de bodem dieper dan 30 centimeter meter onder het aansluitend afgewerkte maaiveld en met een bodemverstoringsoppervlakte van meer dan 100 m2.
10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), in de volgende gevallen:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning heeft blijkens archeologisch onderzoek aangetoond dat op de betrokken bouwlocatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. de aanvrager van de omgevingsvergunning heeft een rapport overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate wordt veiliggesteld;
  • c. de betrokken archeologische waarden door bouwactiviteiten worden niet geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de afwijking regels te verbinden, gericht op:
    • 1. het treffen van maatregelen om de archeologische resten in de bodem te behouden, of;
    • 2. het doen van opgravingen, of;
    • 3. het begeleiden van de bodemverstorende ingrepen door een archeologisch deskundige.
10.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. De regels van de dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee de dubbelbestemming samenvalt.
  • b. De regels van een andere bestemming zijn van overeenkomstige toepassing indien en voor zover deze regels in overeenstemming zijn met de regels van de dubbelbestemming.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, ingeval het gaat om :

  • a. het verzetten van grond van meer dan 100 m2 en op een diepte van meer dan 30 centimeter;
  • b. de aanleg van drainage ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een al bestaande drainage;
  • c. het verlagen van de grondwaterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen.
10.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 10.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het inpassingsplan;
  • b. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • c. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende vergunning;
  • d. het aanleggen van infrastructurele werken en verhardingen ten behoeve van de capaciteitsuitbreiding van de N279.
10.5.3 Voorwaarden

De werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden, zoals in lid 10.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden is gewaarborgd.

10.5.4 Archeologisch rapport

De aanvrager van een vergunning als bedoeld in 10.5.1, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag, in voldoende mate is vastgesteld.

10.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.