Intrekking aanwijzing 3, t.a.v. woningbouw in bebouwingsconcentraties
Wij trekken aanwijzing 3 in van de reactieve aanwijzing van 9 augustus 2011 met nummer C2040274/2786591 en planIDN NL.IMRO.9930.ra1724bgbergeijk-va01.
Motivering
In het bestemmingsplan is naast de woning Boshovensestraat 4 te Riethoven een nieuwe woonbestemming opgenomen teneinde een nieuwe woning te kunnen realiseren in plaats van de daar aanwezige (voormalige) bedrijfsbebouwing. Op grond van artikel 14.4 onder 3 van de verordening had een plan van deze strekking vóór 1 juli vastgesteld moeten worden. Met aanwijzing 3 is daarom de inwerkingtreding van de bestemming Wonen op dit adres geblokkeerd.
Aan de hand van de voorgeschiedenis, de feitelijke omstandigheden en de aanleiding tot het overschrijden van de datum van 1 juli, hebben wij inmiddels geconcludeerd dat handhaving van de aanwijzing betekent dat de belangen van de initiatiefnemers onevenredig zwaar getroffen worden in verhouding tot het te beschermen provinciaal belang dat met deze aanwijzing is gemoeid.
Daarbij achten wij onder meer het volgende van belang:
- Het plan voldoet aan alle overige voorwaarden in artikel 11.4 van de verordening. Het plan gaat gepaard met voldoende investeringen in de verbetering van landschappelijke kwaliteit zoals sloop van voormalige bedrijfsbebouwing en aanleg van natuur.
- Initiatiefnemers hebben al aanzienlijke kosten gemaakt omdat zij de vereiste investeringen in landschappelijke kwaliteit inmiddels al hebben gedaan.
- Het plan voor het realiseren van een woning op deze locatie is ooit gestart als een verzoek om vrijstelling op basis van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze wetgeving is inmiddels geruime tijd vervallen. Mede vanwege overleg met de provincie over de vereiste investering in verbetering van de landschappelijke kwaliteit heeft het geruime tijd geduurd voordat tot aanvraag van de benodigde verklaring van geen bezwaar over kon worden gegaan (december 2010). Van de zijde van de provincie is echter aangegeven dat aan het plan inhoudelijk weliswaar medewerking zou kunnen worden verleend, maar dat dit gebaseerd zou moeten zijn op de actuele wetgeving. De gemeente heeft er toen voor gekozen om het plan mee te nemen in het in procedure zijnde plan Buitengebied.
- Vast staat, dat de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied vóór 1 juli 2011 is geagendeerd. Als gevolg van de behandeling van andere bestemmingsplannen gebaseerd op14.4 lid 3 van de Verordening ruimte bleek de agenda van de bewuste raadsvergadering echter te vol om ook nog het plan voor het buitengebied te kunnen behandelen. Daarop is ter vergadering besloten de behandeling van het plan Buitengebied uit te stellen en de week erop een extra vergadering in te plannen. Dat in het buitengebiedplan óók een locatie zat gebaseerd op artikel 14.4 van de verordening was door de omvang en complexiteit van het integraal buitengebiedplan op dat moment niet duidelijk.
Wij zijn van mening dat wij onder deze omstandigheden redelijkerwijs geen gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid om een aanwijzing te geven en dat wij aanwijzing 3 dus in moeten trekken.