direct naar inhoud van Besluittekst
Plan: Gedeeltelijke intrekking reactieve aanwijzing t.a.v. Buitengebied Sint Anthonis 2013
Status: vastgesteld
Plantype: reactieve aanwijzing
IMRO-idn: NL.IMRO.9930.intrekra1702bganth-va01

Besluittekst

Hoofdstuk 1 Inleiding

Bij besluit van 23 juli 2013 met registratienummer C2123197/3441209 en 17 september 2013 met registratienummer C2129328/3467292, hebben wij twee nagenoeg gelijkluidende reactieve aanwijzingen gegeven ten aanzien van een aantal onderdelen van het bestemmingsplan 'Buitengebied Sint Anthonis 2013'.

De reden voor het feit dat tweemaal een aanwijzing is gegeven, is gelegen in het feit dat het bestemmingsplan onder een ander planIDN (IDN NL.IMRO.1702.8PBbuitengebied-VA02) is bekendgemaakt, dan in eerste instantie door de gemeenteraad is vastgesteld (IDN NL.IMRO.1702.8PBbuitengebied-VA01). Teneinde de provinciale belangen veilig te stellen hebben wij inzake beide plannen een aanwijzing gegeven.

1.1. Aanleiding heroverweging

Tegen ons aanwijzingsbesluit van 23 juli 2013 en 17 september 2013 is een aantal beroepschriften ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze beroepschriften, onlangs door ons ontvangen nadere informatie en de inwerkingtreding van de Verordening ruimte 2014 vormen voor ons aanleiding de aanwijzingsbesluiten op onderdelen te heroverwegen. Hierdoor is voor bepaalde onderdelen van ons aanwijzingsbesluit de grondslag voor de reactieve aanwijzing komen te vervallen. Dit is aanleiding om onze reactieve aanwijzing op deze onderdelen in te trekken.

Hoofdstuk 2 Reactieve aanwijzing d.d. 3 juli 2013, ra1702bganth-va01

2.1. Intrekking aanwijzing 2.1 t.a.v. de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' op de locatie Lamperen 30

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft de gemeenteraad besloten de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' op het perceel Lamperen 30 toe te kennen.

De gemeenteraad heeft de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' ter plaatse opgenomen omdat het, gelet op de jurisprudentie , wederom onder het overgangsrecht brengen van de bestaande recreatiewoning niet is toegestaan, tenzij deze binnen tien jaar verdwijnt of er sprake is van ernstige strijd met de ruimtelijke ordening. Dit laatste is door de gemeenteraad beoordeeld aan de hand van artikel 11.1 van de Verordening ruimte. De raad komt tot de conclusie dat dit artikel positief bestemmen van de recreatiewoning niet in de weg staat, nu het hier geen nieuwe ontwikkeling zou betreffen.

Los van de vraag of bebouwing nooit meermalen onder het overgangsrecht gebracht kan worden, was hier naar onze mening wel degelijk sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, nu de recreatiewoning niet eerder als zodanig was bestemd danwel aangeduid.

Inmiddels hebben wij informatie ontvangen van de gemeente, waaruit blijkt dat de recreatiewoning al meer dan veertig jaar als zodanig wordt gebruikt. Met de gemeente zijn wij van mening dat handhaving vanwege strijd met het bestemmingsplan niet langer mogelijk is. Wij beschouwen daarmee de bestemming en aanduiding als bestaand recht en hiermee ontvalt aan de aanwijzing de grondslag.

2.2. Intrekking aanwijzing 2.4 t.a.v. de aanduiding 'mest-opslag- en mesthandelsbedrijf' op de locatie Lindelaan 30

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft de gemeenteraad besloten de aanduiding 'mest-opslag- en mesthandelsbedrijf' toe te voegen op de locatie Lindelaan 30.

In het bestemmingplan 'Buitengebied 2000' heeft de desbetreffende locatie de aanduidingen 'agrarisch hulpbedrijf' en 'gezamenlijke mestopslag en bedrijfsruimte/agrarisch hulpbedrijf'. Wij hebben in eerste instantie vastgesteld dat de regeling met betrekking tot de aanduiding 'mest-opslag- en mesthandelsbedrijf' ter plaatse mesthandel mogelijk maakte, en daarmee een nieuwe (neven-)activiteit. Hiermee was naar onze mening sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Naar onze mening vormt mesthandel een milieucategorie 3-activiteit. Op grond van de Verordening ruimte 2012, artikel 11.6, waren ter plaatse nieuwe activiteiten van milieucategorie 3 niet mogelijk.

Op 19 maart 2014 is de Verordening ruimte 2014 in werking getreden. In artikel 1.4 van deze Verordening is bij de definitie van agrarisch-technisch hulpbedrijf, in afwijking van de definitie in de Verordening ruimte 2012, mesthandel expliciet toegestaan.
Wij achten de reactieve aanwijzing op dit onderdeel daarmee niet langer opportuun.

Hoofdstuk 3 Reactieve aanwijzing d.d. 17 september 2013, ra1702bganth2-va01

3.1. Intrekking aanwijzing 2.1 t.a.v. de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' op de locatie Lamperen 30

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft de gemeenteraad besloten de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' op het perceel Lamperen 30 toe te kennen.

De gemeenteraad heeft de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' ter plaatse opgenomen omdat het, gelet op de jurisprudentie , wederom onder het overgangsrecht brengen van de bestaande recreatiewoning niet is toegestaan, tenzij deze binnen tien jaar verdwijnt of er sprake is van ernstige strijd met de ruimtelijke ordening. Dit laatste is door de gemeenteraad beoordeeld aan de hand van artikel 11.1 van de Verordening ruimte. De raad komt tot de conclusie dat dit artikel positief bestemmen van de recreatiewoning niet in de weg staat, nu het hier geen nieuwe ontwikkeling zou betreffen.

Los van de vraag of bebouwing nooit meermalen onder het overgangsrecht gebracht kan worden, was hier naar onze mening wel degelijk sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, nu de recreatiewoning niet eerder als zodanig was bestemd danwel aangeduid.

Inmiddels hebben wij informatie ontvangen van de gemeente, waaruit blijkt dat de recreatiewoning al meer dan veertig jaar als zodanig wordt gebruikt. Met de gemeente zijn wij van mening dat handhaving vanwege strijd met het bestemmingsplan niet langer mogelijk is. Wij beschouwen daarmee de bestemming en aanduiding als bestaand recht en ontvalt aan de aanwijzing de grondslag.

3.2. Intrekking aanwijzing 8.1 t.a.v. artikel 11.1 lid 1 onder a sub 1, 'specifieke vorm van bedrijf - 14'

Bij aanwijzing 8.1 is de tekst '- en mesthandels', in artikel 11.1 lid 1 onder a sub 1 buiten werking gesteld, waardoor de tekst na de komma is komen te luiden: "... tevens een mestopslagbedrijf;"

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft de gemeenteraad besloten de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 14' toe te voegen op de locatie Lindelaan 30. Bij de uiteindelijke publicatie van het plan, bleek dit in het plan verwerkt te zijn door een toevoeging in de regels, en niet door middel van een aanduiding op de kaart. Daarom is er in ons besluit van 17 september een aanwijzing gegeven ten aanzien van de regels.

In het bestemmingplan 'Buitengebied 2000' heeft de desbetreffende locatie de aanduidingen 'agrarisch hulpbedrijf' en 'gezamenlijke mestopslag en bedrijfsruimte/agrarisch hulpbedrijf'. Wij hebben in eerste instantie vastgesteld dat de regeling met betrekking tot de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 14' ter plaatse mesthandel mogelijk maakte, en daarmee een nieuwe (neven-)activiteit. Hiermee was naar onze mening sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Naar onze mening vormt mesthandel een milieucategorie 3-activiteit. Op grond van de Verordening ruimte 2012, artikel 11.6, waren ter plaatse nieuwe activiteiten van milieucategorie 3 niet mogelijk.

Op 19 maart 2014 is de Verordening ruimte 2014 in werking getreden. In artikel 1.4 van deze Verordening is bij de definitie van agrarisch-technisch hulpbedrijf, in afwijking van de definitie in de Verordening ruimte 2012, mesthandel expliciet toegestaan.

Wij achten de reactieve aanwijzing op dit onderdeel daarmee niet langer opportuun.

Hoofdstuk 4 Gevolg intrekking

Dit intrekkingsbesluit treedt onmiddellijk in werking. Hiermee komt ons aanwijzingsbesluit van 23 juli 2013, met planIDN NL.IMRO.9930.ra1720bganth-va01 voor wat betreft aanwijzingen 2.1 (Recreatie en -woning) en 2.4 (Mesthandel) en aanwijzingsbesluit van 17 september 2013, met planIDN NL.IMRO.9930.ra1720bganth2-va01 voor wat betreft aanwijzingen 2.1 (Recreatie en -woning) en 8.1 (Mesthandel) te vervallen. Het is niet mogelijk om tegen dit intrekkingsbesluit beroep aan te tekenen.

Het college van burgemeester en wethouders kan nu overgaan tot bekendmaking van de vaststelling van het bestemmingsplan voor dit onderdeel, overeenkomstig artikel 3.8 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening. Vervolgens is er tijdens de periode van terinzagelegging beroep mogelijk tegen dit onderdeel van het vastgestelde bestemmingsplan. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de kennisgeving van de gemeente.