Gedeeltelijke intrekking reactieve aanwijzing tav Buitengebied Oisterwijk

Intrekking aanwijzing 2 t.a.v. uitbreiding bouwblok intensieve veehouderij

Wij trekken in aanwijzing 2 ten aanzien van de bestemming "Agrarisch", het bouwvlak en de aanduiding 'intensieve veehouderij' op het perceel Oisterwijksebaan 2 te Heukelom zoals opgenomen in ons besluit van van 2 augustus 2011, met nummer C2039591/2783564 en planIDN NL.IMRO.9930.ra0824bgoisterwijk-va01.

Motivering
Bij besluit van 13 maart 2012, kenmerk C2021177, hebben wij ontheffing verleend als bedoeld in artikel 9.6 van de Verordening ruimte 2011 voor de vergroting van het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Oisterwijksebaan 2 te Heukelom tot een maximale omvang van 2,36 hectare, ten name van L.W.E. de Rooij.

Aan dit besluit tot ontheffing is het voorschrift verbonden dat in het kader van het op te stellen bestemmingsplan een verantwoording wordt opgenomen welke maatregelen worden genomen om te voldoen aan de in de gemeente geldende norm voor de voorgrondbelasting.
Aan ons besluit tot reactieve aanwijzing lag het ontbreken van deze ontheffing ten grondslag.

Ter invulling van het voorschrift dat aan de ontheffing is verbonden hebben de gemeente Oisterwijk en de heer L.W.E. de Rooij op 25 februari 2013 een overeenkomst gesloten dat verband houdt met de geurreductie in relatie tot uitbreiding van het bouwvlak voor intensieve veehouderij op het adres Oisterwijksebaan 2 te Heukelom. Deze overeenkomst geldt als aanvullende verantwoording bij het bestemmingsplan Buitengebied, waarin de verleende ontheffing inmiddels is verwerkt.
Wij constateren dat met deze overeenkomst is voldaan aan de verantwoordingsplicht zoals dat als voorschrift aan de ontheffing is verbonden.

Nu het ontbreken van een ontheffing voor de uitbreiding van het bouwvlak voor intensieve veehouderij ten grondslag lag aan de reactieve aanwijzing, en inmiddels is verantwoord welke maatregelen worden genomen om te voldoen aan de in de gemeente geldende norm voor de voorgrondbelasting is de noodzaak tot het geven van de reactieve aanwijzing vervallen.