Plan: | Uitbreiding transformatorstation Breukelen - Kortrijk 380-150 kV |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9926.IP2304UHSBreukelen-VO01 |
het Inpassingsplan 'Uitbreiding transformatorstation Breukelen - Kortrijk 380-150 kV' met identificatienummer NL.IMRO.9926.IP2304UHSBreukelen-VO01 van de Provincie Utrecht.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een stalen portaal welke geplaatst wordt tussen de laatste hoogspanningsmast van een lijn en de onderdelen op een station;
de aan een gebied toegekende waarde, dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde, in verband met de in dat gebied mogelijk voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van een bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken.
aan een hoogspanningsverbinding grenzende zone, waarin ter bescherming van die verbinding en in het kader van veiligheid voorschriften en beperkingen kunnen gelden.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
stalen masten die voorkomen dat de gevoelige onderdelen op het station geraakt worden door de bliksem.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het sleufloos installeren van ondergrondse lijnvormige infrastructuur via een geleidelijke parabool van het intredepunt naar het uittredepunt.
ondergrondse of bovengrondse verbinding met een spanningsniveau hoger dan 110 kV.
het punt waar de gestuurde boring start dan wel eindigt.
de hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op het gebouw, bouwwerk of afgewerkte terrein.
een buis (omhulsel) die dient ter bescherming van één of meerdere kabels behorende tot de hoogspanningsverbinding.
een put met een verbindingsgreep ter bescherming van de kabeluiteinden-, aftakkingen en/of verbindingen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes.
een systeem bestaande uit 1, 2 of 3 sets van parallelle geleiders op ondersteuningen als onderdeel van een hoogspanningsstation waarover grote elektrische vermogens kunnen worden getransporteerd en verdeeld over de verschillende aansluitingen (waaronder lijnvelden)
een hoogspanningsmast met een open constructie van metalen driehoekige vormen, bestaande uit vier poten, een toren, twee of meer armen en top.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1.1. De bouwhoogte van een gebouw of bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.1.2. De oppervlakte van een gebouw of bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.1.3. Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot het diepste punt ven het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen van bouwwerken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen en verlichtingen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
De voor 'Bedrijf – Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijde gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende andere werken of werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in 4.3.1 alleen indien door de in 4.3.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredig of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuur- en landschapswaarden in het betrokken gebied.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsleiding voor het transport van elektrische energie en daarbij behorende bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 onder a voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, mits:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde en niet zijnde werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in 5.4.1 alleen indien:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in 5.4.1 is vereist voor werken of werkzaamheden die:
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de gronden met bestemming 'Waarde – Archeologie' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, mits het gaat om:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 6.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4.1 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hem aan te wijzen deskundige, alvorens het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik strijdig met de gegeven bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte.
Op de grens van de geluidzone mag de geluidsbelasting vanwege de inrichting de waarde van 50 dB(A) niet te boven gaan. De geluidsbelasting vanwege de inrichting wordt bepaald inclusief een toeslag van 5 dB vanwege het tonale karakter van het geluid.
Het is niet toegestaan nieuwe woningen en geluidgevoelige andere gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' te realiseren.
Voordat de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van het transformatorstation wordt aangevraagd, met bijbehorende bouwregels zoals bedoeld in artikel 3.2, artikel 4.2, artikel 5.2 en artikel 6.2, dient er in aanvulling op de afspraken in de Watertoets(Bijlage 8bij de toelichting) afstemming plaats te vinden met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijn.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Provinciaal Inpassingsplan 'Uitbreiding transformatorstation Breukelen - Kortrijk 380-150 kV'.