Plan: | Provinciaal Inpassingsplan N358 Skieding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9921.N358Skieding-VA01 |
het 'Provinciaal Inpassingsplan N358 Skieding' met identificatienummer NL.IMRO.9921.N358Skieding-VA01 van de provincie Fryslân.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
het medegebruik van gronden voor agrarische doeleinden, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
ten aanzien van de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik: legaal aanwezig ten tijde van het inwerkingtreden van het inpassingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder.
plaats waar voorraden grond opgeslagen kunnen worden.
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze (niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij).
een auto, waarin voorzieningen zijn getroffen voor recreatief nachtverblijf.
een kampeerterrein met een oppervlakte van niet meer dan 5.000 m2 voor kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
een werk ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een in- of doorlaat, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied (bij de afweging van het begrip natuurlijke waarden zal de Wet natuurbescherming steeds onderdeel van het toetsingskader zijn).
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen voor het openbaar nut, zoals elektriciteits-, gas- en drinkwatervoorziening.
elk bouwwerk dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand.
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het inpassingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
de kortste afstand vanaf enig punt tot de zijdelingse bouwperceelgrens.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren).
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, met in achtneming van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen', ten behoeve van een terrein voor kleinschalig kamperen bij een woning, met dien verstande dat:
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer, met dien verstande dat rijstroken uitsluitend mogen aangelegd direct aan weerszijden van de aanduiding ‘as van de weg’;
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van de in lid 4.1 onder j en p genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het overige mogen op of in deze gronden geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ten behoeve van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het inrichten van het bestemmingsvlak zodanig dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, met inachtneming van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleidingstrook, met een belemmerde strook ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de leiding.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van lid 6.2 en toestaan dat in de basisbestemming genoemde gebouwen en andere bouwwerken tóch mogen worden gebouwd op voorwaarde dat:
Het is verboden om op de gronden, bedoeld in lid 6.1, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Artikel 6.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 kan alleen worden verleend als:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding – Gas' op te nemen of te verwijderen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd, indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een met het inpassingsplan als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van:
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het college van Gedeputeerde Staten is bevoegd het inpassingsplan te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, met dien verstande dat de overschrijding niet meer dan 3 meter mag bedragen en het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Provinciaal inpassingsplan N358 Skieding van de provincie Fryslân".
Vastgesteld door de Provinciale Staten op 16 december 2020.