Plan: | Burgemeester Letteweg 36 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1992.BPBurgLetteweg36-ON01 |
In Oostvoorne (gemeente Voorne aan Zee) aan de Burgemeester Letteweg 36 staat het historisch pand 'Casa Cara'. Dit pand heeft in het geldende bestemmingsplan 'Dorpsgebied Oostvoorne' een maatschappelijke bestemming met een functieaanduiding wonen. Dit resulteert erin dat naast wonen ook andere activiteiten zijn toegestaan. Het voornemen is om door middel van dit bestemmingsplan de enkelbestemming te wijzigen naar 'Wonen', waardoor er op de locatie nog enkel gewoond mag worden. Deze bestemmingswijziging sluit aan bij het huidige en het toekomstige gebruik van het pand. Daarnaast is het enkelgebruik wonen meer passend binnen de bestaande gebiedsstructuur van de Burgemeester Letteweg.
Het plangebied is gelegen in het noordelijke deel van de dorpskern Oostvoorne zoals weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1 Ligging plangebied (bron: Cyclomedia)
Ter plaatse van het plangebied geldt nu het bestemmingsplan 'Dorpsgebied Oostvoorne' (vastgesteld 25-06-2013) met voor het betreffende perceel de enkelbestemming 'Maatschappelijk' met de functieaanduidingen 'specifieke vorm van waarde - 1' en 'wonen'. Tevens geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' op het plangebied. Verder ligt er de gebiedsaanduiding 'geluidzone-industrie' over het plangebied heen. Een uitsnede van de huidige bestemmingen ter plaatse van het perceel is opgenomen in figuur 1.2.
Figuur 1.2 Huidige bestemmingen ter plaatse van het plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijke plannen)
Verder geldt de 'Parapluherziening erfafscheiding, BenB, gastverblijf en parkeren' (vastgesteld 10-05-2016) ter plaatse van het plangebied.
Deze toelichting is als volgt opgebouwd:
Op het perceel ligt op dit moment een enkelbestemming 'Maatschappelijk'. Deze enkelbestemming is bestemd voor diverse maatschappelijke voorzieningen. Verder ligt er ook een woonfunctie op het perceel. Met dit bestemmingsplan wordt de enkelbestemming 'Maatschappelijk' omgezet naar 'Wonen'. Op het perceel zal met deze wijziging nog enkel wonen zijn toegestaan. Dit is ook in lijn met het huidige gebruik van het pand. Verder ligt tussen de bestemming 'Wonen' en de straat de bestemming 'Tuin'.
Figuur 2.1 Plangebied Burgemeester Letteweg 36 (bron: Cyclomedia)
Onderstaande afbeelding laat de nieuwe verbeelding zien waarbij de maatschappelijke bestemming is omgezet in een woonbestemming. Hierbij is de algemene systematiek van de gemeente Voorne aan Zee voor woonpercelen toegepast.
Figuur 2.2 Verbeelding Burgemeester Letteweg 36 met bestemming 'Wonen'
Door de verschillende overheden is beleid geformuleerd ten aanzien van ruimtelijke aangelegenheden. Het planvoornemen omvat het juridisch-planologisch herbestemmen van een woning door de enkelbestemming 'Maatschappelijk', waar wonen reeds is toegestaan middels een functieaanduiding op het perceel, te wijzigen in de enkelbestemming 'Wonen'. Er is geen beleid op rijks-, provinciaal, regionaal of gemeentelijk niveau dat, gezien de aard van het plan, een belemmering vormt voor het planvoornemen.
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening en op basis van jurisprudentie dient de uitvoerbaarheid van een ruimtelijk plan te worden aangetoond en dient te worden onderbouwd dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk zijn de omgevingsaspecten beschreven die voor dit plan relevant zijn. Gezien de aard van het plan, dat zich beperkt tot het juridisch-planologisch wijzigen van de enkelbestemming 'Maatschappelijk', waar wonen met een aanduiding reeds is toegestaan, naar de enkelbestemming 'Wonen', kan voor deze aspecten worden volstaan met een korte kwalitatieve onderbouwing.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
Om bij ontwikkelingen de belangenafweging tussen bedrijvigheid en woningen in voldoende mate mee te nemen, kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden.
Met het planvoornemen wordt geen woning toegevoegd. In de huidige situatie is al een bestaande woning aanwezig. Voor omliggende bedrijven geldt deze woning, ook nu deze momenteel nog met de enkelbestemming 'Maatschappelijk' en een functieaanduiding 'wonen' is bestemd, als woning van derden waar om die reden in de bedrijfsvoering en de effecten daarvan rekening mee gehouden dient te worden. Het feit dat deze woning nu via een enkelbestemming 'Wonen' wordt bestemd, zorgt daarom niet voor een nieuwe situatie waar het gaat om afstanden tot omliggende bedrijven en mogelijke beperkingen of hinder over en weer. Geconcludeerd kan worden dat het plan geen negatieve gevolgen heeft ten aanzien van bedrijven en milieuhinder.
Omdat de feitelijke situatie behouden blijft, en er geen bebouwing wordt gesloopt dan wel wordt toegevoegd, zijn directe ecologisch negatieve gevolgen niet aan de orde. Door het behouden van de feitelijke situatie leidt dit bestemmingsplan evenmin tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering.
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid gekeken naar bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt én vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen.
Het plan ligt niet in het invloedsgebied van een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd en niet in het invloedsgebied van een weg, spoorlijn, waterweg of buisleiding die wordt gebruikt voor het transport van gevaarlijke stoffen. Hierdoor vormt het aspect externe veiligheid geen belemmering voor de functiewijziging van het bestemmingsplan.
Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in de toevoeging van één of meerdere woningen en daarmee valt het plan onder het Besluit niet in betekenende mate. Dit betekent dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit ter plaatse en dat nader onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een ruimtelijke ontwikkeling rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Dit bestemmingsplan betreft enkel een planologisch-juridische bestemmingswijziging waarin de functie wonen wordt omgezet in een enkelbestemming 'Wonen'. Er vinden geen ontwikkelingen plaats in het plangebied. Geconcludeerd kan worden dat het plan geen negatieve gevolgen heeft voor de bodem.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Er is onderzocht of het planvoornemen in strijd is met duurzaam waterbeheer.
Het plan betreft het planologisch vastleggen van de bestaande situatie met een woonbestemming. Er vinden geen fysieke ingrepen plaats waardoor er geen sprake is van toename aan verharding of voor werkzaamheden in of aan water- of dijklichamen. Geconcludeerd kan worden dat het plan geen negatieve gevolgen heeft voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Ook heeft het plan geen negatieve gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving.
Op de Archeologische Waarden en Beleidskaart (AWK) van de voormalige gemeente Westvoorne is het plangebied aangegeven met een archeologische waarde binnen categorie 2 (zeer hoge archeologische verwachting).
Figuur 4.8 Uitsnede AWK met plangebied blauw omlijnd
Ter bescherming van mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het plangebied is de dubbelbestemming opgenomen in de regeling van dit plan. Aangezien er geen ontwikkeling plaatsvindt in het plangebied zijn de archeologische waarden gewaarborgd.
De cultuurhistorische waarde komen niet in het geding omdat er geen ontwikkeling plaatsvindt.
In het plangebied blijft het aantal woningen (1) gelijk. Hierdoor neemt de verkeersgeneratie niet toe. Daarnaast is op eigen terrein voldoende ruimte aanwezig om in de parkeerbehoefte te voorzien. Ook is de ontsluiting van de locatie goed. Het plan zal niet leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling en parkeren: het aspect verkeer staat het plan dan ook niet in de weg.
In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) bevinden zich langs alle wegen geluidzones, met uitzondering van woonerven en 30 km/u-wegen. Binnen de geluidzone van een weg dient de geluidbelasting aan de gevel van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen aan wettelijke normen te voldoen. Volgens artikel 74 van de Wgh is de breedte van een geluidszone afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (stedelijk of buitenstedelijk).
Binnen het plangebied worden geen nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Met de bestemmingswijziging blijft de bestaande woning behouden en verandert alleen de enkelbestemming van 'Maatschappelijk' naar 'Wonen'. Gelet op het bovenstaande ontstaat daarmee geen nieuw geluidgevoelig object dat in het kader van de Wet geluidhinder getoetst dient te worden.
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
- inleidende regels;
- bestemmingsregels;
- algemene regels;
- overgangs- en slotregel.
Begrippen
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt
gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen, waarin maten en waarden voorkomen, worden in dit artikel verklaard.
Wonen
De gronden met de bestemming 'Wonen' zijn bestemd voor wonen, met daaronder begrepen beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Verder zijn bijbehorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water mogelijk binnen de bestemming.
Het totaal aantal woningen bedraagt maximaal 1. Op de verbeelding is aangegeven dat een maximale goothoogte van 8 meter en een maximale bouwhoogte van 10 meter toegestaan.
Binnen de bestemming zijn nog specifieke gebruiksregels opgenomen voor zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen en voor beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
Waarde - Archeologie
Binnen het plangebied is sprake van archeologische waarden, namelijk 'specifieke vorm van waarde 1'. Deze zijn gebaseerd op het gemeentelijke beleid ten aanzien van de bescherming van archeologische waarden. Om deze (mogelijke) archeologische sporen te beschermen is op de betreffende gronden de dubbelbestemming Waarde - Archeologie van toepassing. Door middel van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde 1' is in de bestemmingslegging het verschil tot uitdrukking gebracht. Voor bouwwerkzaamheden wordt pas toestemming verleend nadat de archeologische waarde van het betreffende gebied is vastgesteld en de bouwactiviteiten geen schade aan kunnen brengen aan de aanwezige archeologische resten.
Voor het plangebied is de archeologische toetsing niet nodig indien het gaat om een bouwwerk van 100 m² of minder en/of niet dieper reikt dan 0,5 m onder het maaiveld.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan.
Anti-dubbeltelbepaling
Een Anti-dubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de anti- dubbeltelregel is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels
Het artikel Algemene bouwregels bevat enkele algemene regels voor het bouwen. Zo zijn er regels over parkeergelegenheid, de geringe overschrijding van bouwgrenzen of oppervlaktematen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. Ook wordt voorzien in een regeling voor overkappingen, luifels, overstekken en ondergrondse gebouwen, waarin wordt vastgelegd waar deze zijn toegestaan en in hoeverre deze meetellen bij de inhouds- en oppervlaktemaat van de bovengrondse gebouwen.
Algemene gebruiksregels
Hoewel het gebruik van gronden en bouwwerken is geregeld in de Wro, zijn voor de duidelijkheid regels opgenomen over dit gebruik. Een voorbeeld is een algemeen verbod om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming of de bijbehorende regels.
Algemene afwijkingsregels
In deze artikelen wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan kan worden afgeweken. Ook wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen. Het gaat hierbij om een bevoegdheid en dus geen verplichting.
Overige regels
Werking wettelijke regelingen: In de regels van een bestemmingsplan wordt in een toenemend aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan.
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde. De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro). De slotregel bevat de titel van het plan.
Ingevolge het Bro heeft de gemeente de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen (artikel 3.1.6 lid 1 sub f Bro). Aangezien het in dit geval het juridisch-planologisch vastleggen van een reeds bestaande situatie betreft, is het vaststellen van een exploitatieplan zodoende niet noodzakelijk en is de economische uitvoerbaarheid voldoende gewaarborgd. Er wordt immers geen nieuw bouwplan mogelijk gemaakt.
Ontwerpbestemmingsplan
Het ontwerpbestemmingsplan wordt voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode is het voor eenieder mogelijk om mondeling of schriftelijk een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan te geven. Eventuele zienswijzen worden in deze paragraaf behandeld.