direct naar inhoud van 3.2 Toekomstige situatie
Plan: Botjeszandgat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401

3.2 Toekomstige situatie

Onderdeel van de voorgenomen activiteit is uitbreiding van de zandwinning aan de noordzijde van de bestaande plas met circa 5 hectare. Ten behoeve hiervan is een concreet inrichtingsplan opgesteld voor de oevers, bestaande uit profielen en bijbehorend beplantingsplan. Doel van het inrichtingsplan is om te komen tot een verantwoorde landschappelijke inpassing van de uitbreiding. Ondanks dat de uitbreiding slechts een klein deel omvat van de bestaande plas, is het totale gebied betrokken in het ontwerp zodat er uiteindelijk één geïntegreerd eindbeeld ontstaat. Een belangrijke aanleiding hiertoe vormen de plannen van de gemeente Menterwolde om het Botjeszandgat voor een deel een recreatieve bestemming te geven. Hiervoor is een globaal eindbeeld opgesteld voor de gehele plas zodat in de uitbreidingsplannen hier al rekening mee gehouden kan worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0007.jpg"

Schetsontwerp eindbeeld zandwinning Botjeszandgat (na exploitatieperiode)

In het ontwerp is rekening gehouden met de volgende technische uitgangspunten en randvoorwaarden:

  • Ligging gas- en condensaatleidingen aan de noordwest-, west- en zuidkant van de plas;
  • Risicocontouren van de gas- en condensaatleidingen in relatie tot recreatieve functies;
  • Veilige en stabiele oevers;
  • Actuele natuurwaarden.

Voor de oevers waar de uitbreiding betrekking op heeft, zijn gedetailleerde plannen opgesteld in de vorm van maatvaste oeverprofielen. Tevens zijn voor deze oevers oeverprofielen opgesteld, die betrekking hebben op de periode ten tijde van de exploitatie van de zandwinning. Uitgegaan wordt van een exploitatiefase van 10-15 jaar. De lengte van de exploitatieperiode is afhankelijk van de afzetmogelijkheden. Vanwege een bestemmingsplanduur van tien jaar zullen de oeverprofielen ten tijde van de exploitatieperiode de gehele bestemmingsplanperiode relevant zijn.

Naast de uitbreiding in noordelijke richting bestaat het voornemen het noordelijk deel van de zuidelijke helft van het Botjeszandgat (het perceel kadastraal bekend ZB F23) te betrekken bij de winningsdiepte van 60 meter die al vergund is in de noordelijk helft van de zandwinning. De oppervlakte van dit perceel bedraagt circa 10 ha. Deze verdieping heeft geen gevolgen voor de oeverlijn en de inrichting van de oevers. Overigens is voor de verdieping geen bestemmingsplanwijziging nodig omdat de winningsdiepte niet kan worden geregeld in bestemmingsplannen en de huidige bestemming al zandwinning toelaat. Het is wel mogelijk om door middel van bijvoorbeeld profielen de diepte van een waterplas te regelen.

3.2.1 Exploitatiefase

Aan het begin van de exploitatiefase (ca 10-15 jaar) van de zandwinning zullen eerst tijdelijke oevers worden ingericht. De inrichting zal zoveel mogelijk aansluiten bij de eindsituatie. Daarnaast moeten de tijdelijke oevers bijdragen aan de stabiliteit van de oevers in de eindsituatie. De beplanting (rietkragen) moet zich dus goed kunnen ontwikkelen, zodat deze uiteindelijk een stabiele vooroever gaat vormen.

Noordoever

De noordoever loopt parallel aan de overheersende oost-west landschapsrichting. De oever grenst ruimtelijk aan het boscomplex ten oosten van de NAM aardgaslocatie. In de huidige situatie wordt de landschapsrichting door het boscomplex geaccentueerd. Het betreft hier een productiebos. Bij de inrichting van de oever is hiermee rekening gehouden.

Ter plaatse van de toekomstige rietkraag aan de noord- en oostoever wordt het maaiveld afgegraven tot op het niveau van het waterpeil van de plas (1 m –NAP), zodat een diepe geul ontstaat. Het talud aan de landzijde wordt afgegraven met een talud 1:3, overeenkomstig de definitieve oeverafwerking. Het (tijdelijke) talud aan de plaskant wordt 1:1. De bodembreedte van de geul verloopt, eveneens in aansluiting op de definitieve oever, met een helling van 1:10 van 0,5 m –NAP naar 1,2 m –NAP. Hier ontstaat een drassige zone waarin riet aangeplant wordt.

Tussen de noordoever en het boscomplex loopt een bestaande brede waterschapssloot, met aan weerszijden onderhoudsstroken. Deze is in de oeverprofielen opgenomen. In het oostelijk deel van de uitbreiding komt een bestaande waterschapssloot te vervallen. Ter compensatie zal binnen het profiel van de noord- en oostoever een nieuwe sloot met een overeenkomstig profiel worden gegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0008.jpg"

Principeprofiel noordoever ten tijde van exploitatiefase (westelijk traject boven, oostelijk traject beneden)

Oostoever

De oostoever grenst aan het open akkerland dat doorloopt tot aan het bebouwingslint van Uiterburen. Opvallend is de hoge kop in het landschap richting Noordbroek. Omdat de oever haaks op de landschapsrichting is gelegen, is er voor gekozen om de oever niet ruimtelijk te accentueren, maar om deze open te houden. De opbouw van het profiel met taludhellingen sluit aan op het bestaande talud aan de oostkant van de plas.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0009.jpg"

Principeprofiel oostoever ten tijde van exploitatiefase

Noordwestoever

De schuin door het landschap lopende begrenzing van de noordwestoever is bepaald door het tracé van de daar aanwezige gasleiding. Om deze voor het landschap vreemde richting niet te benadrukken is er voor gekozen om hier geen hoog opgaande beplanting aan te brengen.

Ten tijde van de zandwinning wordt de noordwestoever deels benut als installatie- en depotterrein. Evenals bij de noord- en oostoever wordt langs de noordwestoever, voor zover deze geen deel uitmaakt van het installatie/depotterrein, ter plaatse van de toekomstige rietkraag een brede geul gegraven. Vanwege de zandwinning en bijbehorende installaties zijn deze oevers tijdens de exploitatiefase niet openbaar toegankelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0010.jpg"

Principeprofiel noordwestoever ten tijde van exploitatiefase

Westoever

Deze oever loopt evenwijdig met de Botjesweg. Het noordelijk deel van de westoever, langs de Botjesweg, is tijdens de zandwinning in gebruik als bedrijfsterrein en deze oever grenst in de huidige situatie al aan de open plas. Hier is dus geen sprake van inrichting van een tijdelijke oever.

Het zuidelijk deel van de westoever is sinds augustus 2011 ingericht als veilige zwembaai met een dagstrand. Ten behoeve hiervan is in de zuidwesthoek een veilige zwembaai met zwemwater tot maximaal 1,50 meter diep gegraven met een onderwatertalud van 1:20. Bij de zwembaai zijn tevens voorzieningen aanwezig als een beheerders- en toiletgebouw, horecastandplaats, picknickbankjes, etc. Het betonpad is benut als parkeervoorziening (circa 100 parkeerplaatsen).

Voor de zwembaai is gekozen voor de zuidwestoever omdat omdat alleen deze oever voldoende breedte heeft om een veilige taludhelling te kunnen realiseren. Daarnaast is de verwachte verkeersaantrekkende bewegingen door bezoekers aan de zwembaai via de Botjesweg op geen enkele wijze belastend voor de directe omgeving. Dit zou wel het geval zijn bij een locatie aan de zuid- of oostoever (vooral voor woningen aan 't Veen en Drostenlaan). Door de ontsluiting via de Botjesweg is een vlotte afhandeling mogelijk. Bovendien biedt het bestaande betonpad langs de westoever voldoende ruimte voor het parkeren.

Daarnaast geeft dit bestemmingsplan planologische ruimte voor het realiseren van kleinschalige horeca- en/of detailhandelsvoorzieningen gekoppeld aan de bestemming Recreatie - Dagrecreatie. Hiervoor is tevens een ontheffing van de provinciale verordening noodzakelijk (artikel 4.8).

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0011.png"

Principeprofiel westoever zuidelijk deel (zwembaai met dagstrand) ten tijde van exploitatiefase

Zuidoever

Deze oever is in eigendom van de gemeente Menterwolde. In de huidige situatie vindt hier geen actieve zandwinning meer plaats. De oever zal dus ongewijzigd blijven ten op zichte van de huidige situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0012.jpg"

Principeprofiel zuidoever huidige situatie

3.2.2 Eindsituatie

Na afronding van de exploitatieperiode van circa 10 - 15 jaar, zullen de oevers hun definitieve profiel krijgen. Algemeen uitgangspunt is, dat de plas dan volledig een recreatieve bestemming zal krijgen en openbaar toegankelijk zal zijn. In de navolgende tekst is hierop een eerste doorkijk gegeven. Vanwege de maximale geldigheid van 10 jaar voor een bestemmingsplan, is deze volledige recreatiebestemming nog niet meegenomen in dit bestemmingsplan.

Noordoever

Het ontwerp voorziet in het aanbrengen van een rij opgaande bomen (zomereiken) en een strook dichte inheemse beplanting langs de insteek. Om zicht op de plas te houden vanaf de oever wordt deze beplanting in een strak ritme onderbroken.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0013.png"

Principe oeverprofiel noordoever (westelijk en oostelijk traject) na afronding van exploitatiefase

Oostoever

De taluds van de noord- en oostoevers zullen bestaan uit grazige vegetatie en er wordt op de waterlijn een brede rietkraag aangebracht. Ten behoeve van de bereikbaarheid van de agrarische percelen aan de oostkant van de zandwinning voorziet het plan in een obstakelvrije zone van 8 tot 10 meter breed waarbinnen een zandpad is gelegen. afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0014.png" Principe oeverprofiel oostoever na afronding van exploitatiefase

Noordwestoever

Na afronding van de zandwinning zal de oever ingericht worden tot survivaloever. Om te voorkomen dat de survivaloever als zwemoever gaat functioneren, wordt aan de plaszijde bramenstruweel, riet en stortsteen aangebracht. De uiteindelijke inrichting is afhankelijk van de exploitant die dit ontwerp dan verder zal uitwerken.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0015.png"

Principeoeverprofiel noordwestoever na afronding van exploitatiefase

Westoever

In het kader van het beheer en onderhoud is het wenselijk om - na afronding van de zandwinning - in de huidige dichte beplantingsstrook langs de Botjesweg plaatselijk openingen aan te brengen. Op deze wijze ontstaan er vanaf de Botjesweg fraaie doorzichten naar de plas en wordt de oever tevens aan de anonimiteit onttrokken wat de sociale veiligheid ten goede komt. De locatie van de openingen kan gerelateerd worden aan de kavelbegrenzingen in het aansluitende landschap, zodat het landschapsritme wordt geaccentueerd. Eén en ander dient plaats te vinden in overleg met Staatsbosbeheer (grotendeels eigenaar van de groenstrook) en de provincie (de groenstrook is in het POP en de Omgevingsverordening aangeduid als 'Bos- en natuur buiten de EHS').

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0016.jpg"

Principeoeverofiel westoever noordzijde na afronding van exploitatiefase

De zuidzijde van de westoever is tijdens de exploitatiefase al ingericht als zwembaai met dagstrand en zal na de exploitatiefase onveranderd blijven.

Zuidoever

Deze oever is in eigendom van de gemeente Menterwolde. In de huidige situatie vindt hier geen actieve zandwinning meer plaats. De oever zal dus ongewijzigd blijven ten op zichte van de huidige situatie.

3.2.3 Winningsmethode

Vanuit de op het water drijvende winzuiger wordt het opgezogen zand-watermengsel naar de klasseerinstallatie vervoerd. Hier wordt het mengsel gezeefd en door middel van verschillende scheidingstechnieken gescheiden in verschillende fracties. Deze fracties worden ontwaterd en tijdelijk in depot opgeslagen. Van hieruit vindt via wegtransport afvoer van de verschillende mengsels naar de klant plaats.

In het Botjeszandgat zal het zand in verschillende lagen worden gewonnen. In het onderwater talud worden zogenaamde tussenbankets (horizontaal gelegen stukken) aangelegd, waarmee de stabiliteit aanzienzienlijk wordt vergroot. De breedte van deze tussenbankets is tenminste twee maal de diepte van de te ontgraven laag en dient voor het opvangen van onverwachte inbressingen. De stabiliteit van de bovenliggende taluds wordt hiermee gegarandeerd. In totaal wordt de zandwinning in vier lagen ontgraven, waarbij de laagdikte varieert van circa 10 tot 17,5 m. De dikte van deze lagen is bepaald aan de hand van het grondonderzoek. Voordat met een volgende laag wordt begonnen wordt eerst de bovenliggende laag afgewerkt, waarbij de provincie controleert of de werkzaamheden op een correcte wijze zijn uitgevoerd. Bij iedere laag wordt vanuit het midden naar de buitenkant het zand weggezogen. Steeds wordt gecontroleerd welke natuurlijke helling het talud aanneemt en wordt nagegaan of dit natuurlijke talud overeenkomt met het berekende talud. Door de gevolgde werkwijze kan de provincie Groningen, die als handhaver optreedt, controleren of stabiele taluds worden gerealiseerd en kan eventueel een aangepast talud worden voorgeschreven. Op de afbeelding op de volgende pagina is deze winningsmethode gevisualiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0017.jpg"

Profiel van de plas onder de waterlijn