Plan: | Botjeszandgat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401 |
Provinciaal Omgevingsplan
Op 17 juni 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013 definitief vastgesteld. De hoofddoelstelling van het provinciaal omgevingsbeleid is:
Duurzame ontwikkeling, voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien.
De drie centrale uitgangspunten van het POP zijn:
Hieronder is weergegeven welke beleidsaspecten van belang zijn voor de ontwikkeling van het Botjeszandgat.
Landschappelijke kwaliteit en kernkarakteristieken
Een hoge ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving draagt bij aan de leefbaarheid en is ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid en als cultureel erfgoed van belang. Ruimtelijke kwaliteit heeft bovendien een economische waarde. De herkenbaarheid, identiteit, sfeer en allure van een gebied bepalen mede de aantrekkelijkheid ervan als woon- en werkomgeving. De provincie streeft daarom naar een goed ingericht en verzorgd landschap, met duurzaam behoud van de kernkarakteristieken van de verschillende landschapstypen. Daarvoor zijn nodig:
Bij nieuwe ingrepen in het landschap moet het streekeigen karakter van het gebied als vertrekpunt genomen worden. Het versterken van het eigen karakter van Groningen is dan ook een centraal uitgangspunt in het omgevingsbeleid. Kernkarakteristieken zijn fysiek van aard en bestaan uit de landschappelijke en cultuurhistorische elementen die voor een gebied kenmerkend zijn. Het zijn de essentiële elementen en kenmerken van landschappen.
De provincie wil deze kernkarakteristieken beschermen, beheren en waar mogelijk versterken. Dit betekent dat ontwikkelingen die druk op deze karakteristieken veroorzaken, of die hier schadelijk voor kunnen zijn, ruimtelijk zorgvuldig ingepast moeten worden. Een aantal karakteristieken worden beschermd via de provinciale omgevingsverordening omdat ze van essentieel belang voor de provincie zijn.
Het Botjeszandgat maakt deel uit van het landschapstype "wegdorpenlandschap op de overgang zand/veen/klei". De te beschermen kernkarakteristieken zijn: groene dorpslinten, grootschalige openheid, duisternis en stilte.
Ontgrondingen
De winning van delfstoffen is onontbeerlijk voor de economie. In de diepe ondergrond worden gas, olie en zout gewonnen. Daarnaast worden als bouwgrondstoffen ook de oppervlaktedelfstoffen zand en klei gewonnen. Provincies moeten, afhankelijk van de voorraden, zoveel mogelijk voorzien in hun eigen behoefte aan bouwgrondstoffen. Een zuinig en duurzaam gebruik van de voorraden is daarom geboden. Op of nabij winplaatsen van delfstoffen mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die deze winning blijvend onmogelijk maken. Delfstoffenwinning kan negatieve effecten veroorzaken voor de omgeving, zoals bodemdaling en aantasting van het landschap.
Ontgrondingen hebben vaak ingrijpende gevolgen voor het landschap. Daarom is het beleid van de provincie om de zand- en kleiwinning te concentreren in een aantal regionale winplaatsen. Deze krijgen na beëindiging van de winning een bestemming (bijvoorbeeld natuur en recreatie) op basis van beëindigingsplannen die in overleg met gemeente en waterschap worden opgesteld. De definitieve eindbestemming voor een aantal van deze winplaatsen staan in onderstaande tabel vermeld. Het Botjeszandgat betreft de de zandwinning Uiterburen, Zuidbroek (Menterwolde) met als eindbestemming Recreatie.
Regionale zandwinningen | Eindbestemming |
Strandheem, Opende (Grootegast) | Recreatie en natuur(ontwikkeling) op en langs de oeverstrook |
Borgmeren, Harkstede (Slochteren) | Recreatie/woningbouw en natuur langs de overige oevers en op delen van het water |
Uiterburen, Zuidbroek (Menterwolde) | Recreatie en natuur(ontwikkeling) op en langs de oeverstrook |
Heeresveld (Pekela) | Natuur en recreatief medegebruik op de oevers |
Sellingerbeetse (Vlagtwedde) | Natuur en dagrecreatie |
Op basis van het rijksbeleid, dat uitgaat van marktwerking, wordt nadrukkelijk ruimte geboden voor combinaties van zand- of kleiwinning met projecten voor bijvoorbeeld natuurontwikkeling, recreatie, wonen aan het water of waterberging. Ruimtelijke kwaliteit en multifunctionaliteit zijn belangrijke toetsingskaders voor nieuwe vergunningaanvragen voor ontgrondingen. Om een zuinig gebruik van grondstoffen te stimuleren, worden geen nieuwe vergunningen voor ontgrondingen verleend die uitsluitend zijn gericht op de winning van primaire bouwgrondstoffen. De bestaande regionale winplaatsen blijven hun functie voor de regionale bouwgrondstoffenvoorziening voorlopig wel vervullen.
Recreatie
Het toeristisch bedrijfsleven wordt ruimte geboden voor nieuwe investeringen. De cultuurhistorisch, archeologisch en landschappelijk waardevolle objecten en de natuurterreinen die in de afgelopen decennia zijn aangelegd, vormen een stevige basis voor dergelijke investeringen. De provincie wil dit kapitaal de komende jaren verder vergroten, onder meer met subsidies uit de regioprogramma's. Het Botjeszandgat heeft in het POP de aanduiding Recreatie.
Provinciale Nota "Zand in Balans"
In de Provinciale Nota Zand in Balans, bouwstenen voor een evenwichtig ontgrondingenbeleid, vastgesteld, 29 september 1998, staat voor de regionale zandwinplaats Uiterburen, een planologische reservering aangeduid aan de noordkant. Dit betreft de gronden ten oosten van de aardgaswinlocatie.