Plan: | N214 Groot Onderhoud |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1978.BPN214MLLN-VG01 |
het bestemmingsplan N214 Groot Onderhoud met identificatienummer NL.IMRO.1978.BPN214MLLN-VG01 van de gemeente Molenlanden.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, apparatuur voor telecommunicatie wordt hieronder niet begrepen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
Indien krachtens dit plan een meting moet worden verricht, dan moet de volgende wijze van meten worden toegepast:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse bouwperceelgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
1. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de bouwhoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
2. in andere gevallen: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte terrein.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden in de vorm van:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in 5.1 lid genoemde bestemming en met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 5.3 een omgevingsvergunning verlenen voor bebouwing ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 5.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 5.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de leiding en geen afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren en beheren van de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
Op de in 6.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leidingen zoals meet- en regelkasten en hoogspanningsmasten.
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 6.2 een omgevingsvergunning verlenen voor bebouwing ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de in het schema onder 6.4.4 opgenomen werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of laten uitvoeren.
Het onder 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 6.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in 6.4.4 opgenomen criteria.
Aanleg vergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen; b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m; c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren; d. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigingen in maaiveld of weghoogte. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende hoogspanningsverbinding niet wordt aangetast; dienaangaande vragen burgemeester en wethouders en advies van de beheerder. |
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een waterleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, wordt advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 7.4.2 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 7.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, wordt advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 9.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 10.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 10.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 11.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 12.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 12.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 13.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 13.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 8' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 14.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 14.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 10' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologisch vastgestelde waarden.
De inhoud van deze dubbelbestemming gaat vóór ten opzichte van de hieronder liggende enkelbestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 10' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 15.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 15.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), primair bestemd voor handhaving en ontwikkeling van de waterbergende functie van boezemlanden.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming. Op de wateren zijn de gebodsbepalingen en verbodsbepaling en de onderhoudsverplichtingen volgens de Keur en Legger waterbeheer van de waterbeheerder van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemmingen toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de waterbeheerder geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning voor bouwen door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken beheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het verbod van lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden zoals in lid 16.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de waterbergingscapaciteit gelijk blijft en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van lid 17.2 onder b beslissen - middels een omgevingsvergunning - met inachtneming van het volgende:
Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie' is de vestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen niet toegestaan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan N214 Groot Onderhoud'.