Plan: | Zonnewal Oostwold |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1969.BPOW23POST1-OW01 |
Het bestemmingsplan Zonnewal Oostwold van de gemeente Westerkwartier;
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1969.BPOW23POST1-OW01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het vastmaken van een vaartuig of ander drijvend object aan een vast object, zoals een kade of oever;
het telen van gewassen, niet in een volkstuin(complex), en/of het weiden van dieren;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hoput, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij directof indirect steun vindt in of op de grond;
een bouwkundige constructie van enige omvang die drijft, die op de plaats van bestemming direct of indirect met de grond verbonden is en bedoeld is om ter plaatse te functioneren, met uitzondering van een schip dat wordt gebruikt voor verblijf en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart zoals bedoeld in artikel 1, lid 7, van de Woningwet;
een plan waarin met toepassing van de maatwerkmethode in overleg met de initiatiefnemer de omvang, situering en ruimtelijke inrichting van de voorzieningen zijn vastgelegd;
een extensief recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur en landschapsbeleving te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger een picknickplaats of een daarmee naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding en herplantplicht op grond van de Wet Natuurbescherming;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, dan wel enig ander onderkomen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, dat is bedoeld om te kunnen worden verplaatst;
een kampeerterrein met een oppervlakte van niet meer dan 5.000 m2 én voor maximaal 25 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
methode van overleg via keukentafelgesprekken met als doel om op bedrijfsniveau overeenstemming te bereiken over omvang, situering en inrichting van het bouwperceel;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
de hoogte van de weg ter plaatse van die hooftoegang;
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
het plaatselijke niveau ten opzichte van het Nieuw Amsterdams Peil.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, als dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk, niet zijnde beschoeiingen, kennelijk bedoeld als voorziening ten behoeve van de vissport;
een vaartuig dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart en dat wordt gebrukt voor wonen, niet zijnde een drijvend bouwwerk;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Alle maten zijn, tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw en geen windturbines zijnde, erven, terreinen, parkeervoorzieningen en andere werken.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van een (kleinschalig) kampeerterrein.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Onder gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan, wordt ook begrepen het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen landschappelijk inpassingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
In afwijking hiervan mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat vóór 1 januari 2030 uitvoering wordt gegeven aan de aanleg van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1 opgenomen inpassingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, zoals bruggen, dammen, duikers, stuwen, sluizen en beschoeiingen.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het aanmeren of laten aanmeren van woonschepen.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige archeologische waarden (middelhoge archeologische verwachting), waarbij geldt dat, indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere bestemmingen, de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' prevaleert.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in 6.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de basisbestemming of een andere dubbelbestemming.
De in 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de in PM (bijlage) genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Waarde - Archeologie' en de betreffende werken of werkzaamheden een "A" is vermeld.
Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Voordat de in 6.4.1 genoemde vergunning wordt verleend dient de aanvrager een rapport te overleggen van een deskundige instantie op het gebied van de archeologie, in welk rapport de in 6.1 genoemde archeologische waarden van het terrein in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het overleggen van een rapport als bedoeld in 6.4.3 is niet noodzakelijk als uit eerder archeologisch onderzoek is gebleken dat geen archeologische resten aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt verwijderd:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding, de bescherming, de verbetering en het beheer van de waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2 met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat lichtmasten:
Onverminderd het bepaalde in de overige artikel geldt dat de oppervlakte van reclame-uitingen niet meer dan 0,5 m2 mag bedragen.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikel geldt dat de bouwhoogte van reclamemasten niet meer dan 6 m mag bedragen.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat de ashoogte van windturbines niet meer dan 15 m mag bedragen.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 12.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregel van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag naar die aard en omvang worden voortgezet.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in sublid 12.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in sublid 12.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in sublid 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Zonnewal Oostwold, van de gemeente Westerkwartier.