In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het Bestemmingsplan Westerkwartier, Oude Wijk 17 en 19 Niekerk, met
identificatienummer NL.IMRO.1969.BPNK20HERS1-VA01 van de gemeente
Westerkwartier;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij
behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden’
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep:
de uitoefening van een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten op
administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch,
consumentverzorgend, ambachtelijk of hiermee gelijk te stellen gebied door zijn
beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aan- en uitbouwen kan worden
uitgeoefend, waarbij de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en
waaronder in ieder geval niet wordt begrepen prostitutie en waarbij detailhandel slechts
is toegestaan voor zover dit direct verband houdt met het aan huis verbonden beroep of
bedrijf;
1.6 archeologische verwachting:
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen
van archeologische sporen en relicten;
1.7 archeologisch vooronderzoek:
locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het
graven van proefsleuven of een combinatie daarvan, verricht door een erkende partij of
namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal
College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de
Nederlandse Archeologie (KNA);
1.8 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige
archeologische sporen en relicten;
1.9 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.10 bed & breakfast:
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte mogelijkheid tot
recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, welk
verblijf en ontbijt moeten plaatsvinden in de woning;
1.11 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.12 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het
huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het
gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.13 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis
verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende
instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.14 bestaand:
bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
1.15 bestaand bijgebouw:
een aanwezig bijgebouw dat is vergund of alsnog te vergunnen is of vergunningsvrij
gebouwd kon worden;
1.16 bestaande paardenbak:
een paardenbak zoals die als aanwezig zichtbaar is op de luchtfoto's van 10 en 11
maart 2014 ;
1.17 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.18 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.19 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de
aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.20 bodemingrepen:
werken en werkzaamheden, genoemd in de archeologische dubbelbestemmingen,
waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten;
1.21 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk;
1.22 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.23 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten;
1.24 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.25 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.26 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde
is verbonden;
1.27 cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden (gronden ten be-hoeve van houtteelt
daaronder begrepen) met uitzondering van bosgronden;
1.28 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.29 deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar;
1.30 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het
verkopen en/of leveren van goede-ren aan personen die die goederen kopen voor
gebruik, ver-bruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een be-roeps- of
bedrijfsactiviteit;
1.31 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van
economische en maatschappelijke dien-sten aan derden, waaronder zijn begrepen
kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te
stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en
een seksinrichting;
1.32 emissiepunt:
punt waar een gevaarlijke stof bedoeld of onbedoeld uit een gesloten systeem treedt;
1.33 erf:
een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een
gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat
gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan van toepassing is, de be-stemming deze
inrichting niet verbiedt;
1.34 erker:
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een woonhuis, bouwkundig bestaande uit
een ‘lichte’ constructie met een overwegende transparante uitstraling en van beperkte
omvang;
1.35 erkende partij:
een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen
(CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie
(KNA);
1.36 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvin-den van voorstellingen en/of
vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een
seksclub en een seksautomatenhal;
1.37 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
1.39 geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsge-voelige objecten of terreinen,
zoals bedoeld in de Wet geluid-hinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.40 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging
in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.41 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebou-wen plaatsvindt, waarbij
het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het
bedrijf;
1.42 hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objec-ten, die hoger is dan de
voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond
van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
1.43 hoofdverblijf:
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten
van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is;
1.44 hoofdgebouw:
een gebouw, dat gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een
bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.45 horecabedrijf en/of -instelling:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden
verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, al dan niet in combinatie
met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.46 kampeermiddel:
een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar;
1.47 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbe-schou-welijke voorzieningen
en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte
detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.48 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als
zodanig niet afhankelijk is van agra-rische gronden als productiemiddel;
1.49 overig bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en
duurzaam met de aarde is verbonden.
1.50 opgraving:
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te
verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het
Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de
onderzoeksinstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij,
beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en
uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de
Nederlandse Archeologie (KNA);
1.51 overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met
ten hoogste twee wanden;
1.52 permanente bewoning
bewoning van een ruimte als feitelijk hoofdverblijf waarbij het hoofdverblijf fungeert als
het centrum van het sociaal en maatschappelijk functioneren van de bewoner.
1.53 plattelandswoning:
een woonhuis in de vorm van een voormalige agrarische bedrijfswoning, die bewoond
mag worden door een persoon of diens huishouden die geen functionele binding heeft
met het nabijgelegen agrarisch bedrijf, waartoe het woonhuis in het verleden als
bedrijfswoning heeft behoord.
1.54 peil:
het peil overeenkomstig de bouwverordening, danwel indien geen peil overeenkomstig
de bouwverordening is vast te stellen, de hoogte van het afgewerkte bouwterrein, indien
in of op het water wordt gebouwd, dan het Normaal Amsterdams Peil of een ander
plaatselijk waterpeil aan te houden;
1.55 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander
tegen vergoeding;
1.56 prostitutiebedrijf:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin be-drijfsmatig, of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, pros-titutie wordt verricht.
Onder een prostitutiebedrijf wordt in ieder geval verstaan: een erotische-massagesalon,
een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf,
al dan niet in combinatie met elkaar;
1.57 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veilig-heid Inrichtingen een
grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden
aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt
kwetsbare objecten;
1.58 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met
meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel daarvan die door de ligging, de
situatie ter plaatse en de indeling van het gebouw het sterkst op de weg gericht is;
1.59 voorkeurgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objec-ten, zoals deze rechtstreeks kan worden
afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.60 vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de
(detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk,
c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.61 woonfunctie:
Onder woonfunctie vallen ruimten die een woonbestemming hebben zoals vrijstaande
woningen, eengezinswoningen, flat- of portiekwoningen, kamers in een studentenhuis
en woonwagens met de daarbij behorende gebouwgebonden ontsluitingswegen en
vluchtroutes. Ruimtes zoals bergingen en carports en daarmee gelijk te stellen ruimtes
vallen niet onder de woonfunctie.
1.62 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huis-vesting van één afzonderlijk
huishouden;
1.63 woonhuis:
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.