In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Schouteneinde 27 Puttershoek met identificatienummer NL.IMRO.1963.BPSchout27PTH23-VG01 van de gemeente Hoeksche Waard.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1963.BPSchout27PTH23-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,
regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aanduidingsvlak
een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;
1.7 aan huis verbonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, vastgesteldtechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.8 aan huis verbonden bedrijf
het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en waarbij de woonfunctie blijft behouden en dat niet krachtens milieuwetgeving vergunning- of meldingplichtig is;
1.9 achtererf
gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
1.10 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.11 archeologische deskundige
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties;
1.12 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende of te verwachten archeologische relicten;
1.13 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.14 bebouwingspercentage
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.15 bestaand
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het vastgesteld van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het vastgesteld van het plan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldende planologische regime, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.20 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.23 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.25 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.26 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.27 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.28 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
1.29 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.30 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.31 grondwaterpeil
Bovenste niveau van het water dat zich in de bodem bevindt;
1.32 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.33 horeca
een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
- dranken, maaltijden of logies worden verstrekt en;
- gelegenheid wordt geboden voor het gebruik van de producten ter plaatse en;
- sprake is van een zekere dienstverlening, zoals het serveren en/of verstrekken van servies en bestek;
met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
categorie 1: logiesverstrekkers, zoals hotels, pensions en motels;
categorie 2: maaltijdverstrekkers, zoals restaurants, bistro's, eetcafés;
categorie 3: spijsverstrekkers, zoals ijssalons, lunchrooms, croissanterieën, koffie-/theehuizen, waarbij in principe geen alcoholische dranken worden geschonken;
categorie 4: cafetaria's/snackbars, fast-food restaurants, creperies, grillrooms, shoarma/pizzabedrijven;
categorie 5: drankverstrekkers, zoals cafés/bars en nachtclubs, dancings, disco's en partycentra.
1.34 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.35 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.36 oorspronkelijk gevel
een gevel zoals deze is weergegeven in de omgevingsvergunning voor het bouwen voor de oprichting van het hoofdgebouw;
1.37 overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot/gebruiksgenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.38 (straat)peil
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst of ten hoogste 5 m uit de weggrens is gelegen: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld maar niet hoger dan de kruin van de weg het meest nabij het bouwwerk gelegen;
- indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water, in het peilbesluit vastgestelde peil, grenst aan het vaste land;
1.39 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.40 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.41 Staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.42 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.43 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
1.44 verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie;
1.45 voorerf
gedeelte van een erf dat aan de voorkant (voor de voorgevel) van het gebouw is gelegen;
1.46 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het vastgesteld van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt, dan wel de gevel naar die weg die volgens het straatnamenregister bepalend is voor de adressering;
1.47 vrijstaande woning
een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw;
1.48 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.49 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.50 zijerf
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen;
1.51 zijdelingse bouwperceelsgrens
een evenwijdig aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel.