direct naar inhoud van Regels
Plan: BP Rotonde A29-N487
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1963.BPRotondeA29N487-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan BP Rotonde A29-N487 met indentificatienummer NL.IMRO.1963.BPRotondeA29N487-VG01 van de gemeente Hoeksche Waard.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1963.BPRotondeA29N487-VG01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.6 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.7 peil:
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.3 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, waarbij geldt dat:
    • 1. voor de N487 het aantal rijstroken niet meer mag bedragen dan 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken en busstroken;
    • 2. voor de rijksweg A29 het aantal rijstroken niet meer mag bedragen dan 2 x 3 rijstroken, met de in- en uitvoegstroken medebegrepen;
    • 3. voor de rotonde het aantal rijstroken niet meer mag bedragen dan 2 x 1 rijstrook;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. bermstroken;
  • e. taluds;
  • f. beplantingen;
  • g. waterhuishouding.
3.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen niet zijn toegestaan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 12 m.
  • b. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 15 m2.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

5.1 Veiligheidszone - hoogspanningsverbinding

Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - hoogspanningsverbinding' geldt dat:

  • a. geen gevoelige objecten mogen worden gerealiseerd;
  • b. burgemeester en wethouders bevoegd zijn bij een omgevingsvergunning af wijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het toelaten van gevoelige objecten, mits sprake is van een magneetveld lager dan 0,4 microTesla of sprake is van gewichtige redenen;
  • c. alvorens van een omgevingsvergunning wordt afgeweken vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

6.1 Afwijken

Indien niet op grond van hoofdstuk 2 reeds bij omgevingsvergunning is afgeweken kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  • a. de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, mits deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 2,5 m en geen grotere oppervlakte dan 20 m2 hebben;
  • b. de bouw van transformatorhuisjes, mits deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,5 m en geen grotere inhoud dan 50 m3 hebben;
  • c. de bouw van straatmeubilair en andere bouwwerken, die om waterstaatkundige of verkeersredenen noodzakelijk zijn, zoals duikers of keermuren, mits de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedraagt;
  • d. de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van gering horizontale afmetingen zijn en mits de bouwhoogte niet meer dan 15 m bedraagt;
  • e. voorgeschreven maten met ten hoogste 1,5 m respectievelijk 10%.
6.2 Verlenen omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning voor het afwijken mag slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

6.3 Weigeren omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning voor het afwijken mag niet worden verleend, indien hierdoor waarden van de gronden met de bestemming onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

6.4 Advies inwinnen

Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken als bedoeld in 6.1 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de adviseur inzake natuur en landschap.

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Verbod

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.

7.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  • a. onbebouwde gronden te gebruik of te laten gebruiken als:
    • 1. opslagplaats voor vaten, kisten al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen, voer- en vaartuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind en brandstoffen;
    • 2. uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kamper- en/of verblijfsmiddelen;
  • b. zomerhuizen en stacaravans te gebruiken of laten gebruiken voor permanente bewoning;
  • c. gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken als seksinrichting.
7.3 Niet-strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:

  • a. vormen van gebruik als bedoeld in lid 7.2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming en deze regels mag worden gebruikt;
  • b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
  • c. het uitoefenen van detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge de bestemming en/of deze regels toegestaan, en de verkoop van goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt in rechtstreeks verband met de uitoefening van het bedrijf;
  • d. het al dan niet tijdelijk opslaan van materiaal inherent aan en ten dienste van de bestemming;

waarbij als voorwaarde geldt dat de omvang van de buitenopslag de normen opgenomen in het Besluit Landbouw milieubeheer, het Activiteitenbesluit, het Besluit Bodemkwaliteit en het Bouwstoffenbesluit niet mag overschrijden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken
8.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
8.1.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 8.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 8.1.1 met maximaal 10%.

8.1.3 Uitzondering

Artikel 8.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik
8.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

8.2.2 Veranderen strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 8.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

8.2.3 Onderbreken strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 8.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

8.2.4 Uitzondering

Artikel 8.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'BP Rotonde A29-N487'.