Plan: | Molenpolder 2023 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1963.BPMolenpolderNMD23-ON01 |
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een direct met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
elke onderneming of gedeelte van een onderneming, welke een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en als zodanig gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten; organisatorisch zelfstandige eenheden als hier bedoeld, welke door of vanwege de overheid worden geleid, worden voor de toepassing van deze voorschriften eveneens als bedrijf aangemerkt.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande bouwwerken, die zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1963.BPMolenpolderNMD23-ON01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een sociale koopwoning met een koopprijs vrij op naam van maximaal € 245.000,-, uitgaande van het prijspeil van 1 januari 2023 geïndexeerd op basis van de BDB Bouw(kosten)data index.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden is van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, bergingen en huisdierenverblijven.
bijzondere woonvormen kunnen in ieder geval zijn:
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon, waaronder een vereniging van eigenaren, voeren van een zodanige exploitatie dat daarbij gedurende het jaar, in verschillende perioden, aan verschillende personen die hun hoofdverblijf elders hebben, recreatieve verblijfsmogelijkheden worden geboden.
voorzieningen ten behoeve van cultuur en ontspanning, met uitzondering van seksinrichtingen en vormen van prostitutie.
een vorm van recreatie waaronder begrepen activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting is uitgesloten.
uitbreiding woonruimte en of bijgebouwen al dan niet aangebouwd.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
periodieke wisseling van de waterstand.
Een woning op de hoek van een rij aaneengebouwde woningen.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 20° en minder dan 75°.
het in een woning of bijgebouw door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
horecabedrijven die gelet op de aard en omvang ervan zowel vanuit functionele als uit milieuoverwegingen niet of nauwelijks storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving, zoals automatiek, broodjeszaak, cafetaria, crêperie, croissanterie, koffiebar, lunchroom, snackbar, tearoom, ijssalon.
educatieve, sociale, medische, culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld scholen, kerken, ziekenhuizen, zorginstellingen, jeugdopvang, verenigingsleven, begraafplaatsen en kinderopvang, alsmede ondergeschikte vormen van niet-zelfstandige detailhandel en/of niet-zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van deze voorzieningen.
een huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, en ten hoogste € 1.100,- .
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
het bestemmingsplan Molenpolder 2023 van de gemeente Hoeksche Waard.
het gebruiken van een recreatiewoning als hoofdverblijf.
een permanent aanwezig gebouw, bedoeld voor niet-permanente bewoning ten behoeve van recreatief nachtverblijf voor personen die hun vaste woonadres of verblijfplaats elders hebben.
een ruimte voor het stallen van onder andere voertuigen, vaartuigen, aanhangwagens, containers en daarmee vergelijkbare objecten, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden
de bij het raadsbesluit tot vaststelling van het plan behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart of digitale verbeelding.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een zorgwoning of serviceappartement binnen een maatschappelijke bestemming.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, met dien verstande dat parkeervoorzieningen die onderdeel uitmaken van een gebouw, buiten beschouwing blijven.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ontwikkelingsgebied' zijn de volgende nieuwe functies mogelijk:
Iedere wijziging van gebruik of nieuw gebruik dat niet voldoet aan de bestemmingen zoals beschreven in hoofdstuk 3 is toegestaan met een vergunning mits voldaan wordt aan onderstaande beoordelingsregels:
a. een centraal gelegen watergang met een gemiddelde minimale breedte van 50 m parallel aan het Hollandsch Diep;
b. een zone op de noordelijke oever voor permanente bewoning;
c. op de zuidoever dagrecreatief gebruik in de vorm van wandel- en speelgelegenheden;
d. waarbij de onder a, b en c genoemde functies in samenhang een openbaar natuur- en getijdenlandschap vormen.
In het gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied – dorpsstedelijk' zijn de volgende functies toegestaan binnen de aangegeven voorwaarden:
In het gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied – tuinbuurt' zijn de volgende functies toegestaan binnen de aangegeven voorwaarden:
In het gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied – erven' zijn de volgende functies toegestaan binnen de aangegeven voorwaarden:
In het gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied – getijdenmilieu' zijn de volgende functies toegestaan binnen de aangegeven voorwaarden:
In het gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied – recreatiemilieu' zijn de volgende functies toegestaan binnen de aangegeven voorwaarden:
1. het aantal dagen dat een recreatiewoning voor verhuur wordt aangeboden;
2. de organisatiestructuur en de managementorganisatie en bijbehorende verantwoordelijkheden, managementplan en monitoring en rapportage ten aanzien van het gebruik en realisering en behoud van een hoogwaardige kwaliteit;
3. een en ander zoals wordt vastgelegd in een anterieure overeenkomst tussen de ontwikkelaar en gemeente Hoeksche Waard.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning moet:
Op grond van een ingediende aanvraag omgevingsvergunning kunnen de grenzen van de aanduidingen voor milieus als bedoeld in lid 3.2.1 worden verschoven, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van de feitelijk, ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezige functie of functies geldt dat deze, zodra invulling is gegeven aan de in Artikel 3 Ontwikkelingsgebied gegeven mogelijkheden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ontwikkelingsgebied' automatisch verkleuren naar de functies als bedoeld in artikel 3.1.
Ten aanzien van de in 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van de feitelijk, ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezige functie of functies geldt dat deze, zodra invulling is gegeven aan de in Artikel 3 Ontwikkelingsgebied gegeven mogelijkheden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ontwikkelingsgebied' automatisch verkleuren naar de functies als bedoeld in artikel 3.1.
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van de feitelijk, ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezige functie of functies geldt dat deze, zodra invulling is gegeven aan de in Artikel 3 Ontwikkelingsgebied gegeven mogelijkheden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ontwikkelingsgebied' automatisch verkleuren naar de functies als bedoeld in artikel 3.1.
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
de hoogte van terrein- en erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1,5 m.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 7.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Onverminderd het hiervoor bepaalde in lid 7.3.2 is het verbod in lid 7.3.1 niet van toepassing op:
Een vergunning als bedoeld in lid 7.3.1 wordt uitsluitend verleend indien de natuurwetenschappelijke en de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel of opbouw van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens de vergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 te verlenen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een adviseur inzake natuur en landschap.
Op de gronden binnen de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geldt dat:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'' zijn de in lid 8.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een volkstuinencomplex.
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van volkstuinen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van de feitelijk, ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezige functies geldt dat deze, zodra uitvoering is gegeven aan de aanduiding 'overige zone ontwikkelingsgebied' alsmede de relevante bijbehorende beoordelingsregels zoals opgenomen in artikel 3.2, automatisch verkleuren naar de functies als bedoeld in artikel 3.1.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie en de hierbij behorende voorzieningen en inrichtingsaspecten.
De belangen van de in lid 11.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering. In het kader van het verzoek om afwijking zal door burgemeester en wethouders advies worden gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken welke voldoen aan de dieptematen welke genoemd zijn in 12.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 12.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren dieper dan 3 meter ten opzichte van het huidige maaiveld.
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of voor werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten alsmede niet voor funderings- en heipalen behorende bij een heiplan waarbij minder dan 1% van het bouwvlak worden beslagen.
Vergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Bij het wijzigen van het bestaande gebruik en/of bouwen op grond van de in Hoofdstuk 2 en 3 genoemde bestemmingen geldt dat:
Een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' wordt alleen verleend als uit nader onderzoek naar niet-gesprongen explosieven blijkt dat ter plaatse geen significante risico's met betrekking tot niet-gesprongen explosieven meer gelden, of als deze risico's naar oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn gecompenseerd of gemitigeerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan 'Molenpolder 2023'.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Hoeksche Waard
in de openbare vergadering van PM