Plan: | Voorstraat 59, Vianen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1961.bpVIvoorstraat59-ON01 |
het bestemmingsplan Voorstraat 59, Vianen met identificatienummer NL.IMRO.1961.bpVIvoorstraat59-ON01 van de gemeente Vijfheerenlanden.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1961.bpVIvoorstraat59-ON01 met de bijbehorende regels (en de daarbij behorende bijlagen).
de verbeelding van het bestemmingsplan 'Voorstraat 59, Vianen', bestaande uit de kaart met identificatienummer NL.IMRO.1961.bpVIvoorstraat59-ON01.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een gebouw dat aangebouwd is aan een woning of woongebouw en rechtstreeks van daaruit toegankelijk is.
de gemeentelijke (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
terrein dat van algemeen belang is wegens de daar aanwezige zaken die ten minste 50 jaar geleden zijn vervaardigd en die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het belang voor de archeologie en de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
het verrichten van werkzaamheden met als doel het verzamelen van kennis en wetenschap van bekende of verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het percentage dat aangeeft tot welke oppervlakte het bouwperceel of een ander in deze regels bepaald vlak, mag worden bebouwd.
het op kleinschalige wijze tegen betaling aanbieden van een toeristisch kortstondig verblijf met het serveren van ontbijt door de bewoner van het pand. De B&B-functie is ondergeschikt aan de hoofdfunctie van het perceel, niet zijnde een zelfstandige (vakantie-)woning.
een bedrijf dat vanwege zijn kleinschalige omvang en geringe invloed op de omgeving kan worden uitgeoefend in of bij een woning, door de gebruik(st)er van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, waaronder mede een bed&breakfast is begrepen.
het gedeelte van een gebouw, bestaande uit een of meer bouwlagen - waaronder begrepen een kelder, souterrain of beletage - waarvan de bovenste begrenzende vloer of balklaag niet hoger komt dan 4 m gemeten ten opzichte van het straatpeil.
een dienstverlenend of kunstzinnig beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, door de gebruik(st)er van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
het gebied dat bij ministeriële beschikking nr. 179.814 I, d.d. 23 juni 1975 is aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van de Monumentenwet 1988.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal is, wordt of mag worden gebouwd.
een gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal wordt of mag worden uitgeoefend.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met dezelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een boven een vloer, dan wel tussen twee opeenvolgende vloeren gelegen, voor verblijf geschikt deel van een gebouw; hieronder zijn niet begrepen een vliering, kap, zolderverdieping of souterrain.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
bouwlaag van een gebouw die boven de begane grondbouwlaag ligt.
een uitbouw op een hellend dakvlak.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een commissie als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de door burgemeester en wethouder vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren., zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Indien er geen geldende beleidsregels aanwezig zijn, gelden de actuele CROW kencijfers. Zijn er wel beleidsregels en wijzigen deze gedurende de planperiode dan gelden de gewijzigde regels.
een of meer panden of gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst.
persoon of groep personen die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn waarbij sprake is van de continuïteit in de samenstelling ervan en die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen .
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse, en van logies en het bedrijfsmatig exploiteren van zalen, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
woonvorm waarbij een pand door meerdere personen die geen gezamenlijke huishouden vormen wordt bewoond, en waarbij sprake is van woonruimtes waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten de woonruimte.
woonruimte, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden zelfstandig kan worden bewoond, zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte.
een overdekt bouwwerk zonder eigen wanden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
het aan een bouwwerk aansluitende, afgewerkte terrein
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht met een ander tegen vergoeding.
het historisch en architectonisch karakteristieke beeld van zone A van het beschermde stadsgezicht Vianen dat bepaald wordt door het patroon van straten, wegen, het profiel en de groenvoorziening van de openbare ruimte en de afmetingen en vormgeving van de bebouwing (hoogte, breedte, gevelindeling, bekappingen), benevens de aard van de toegepaste materialen.
het historische beeld van zone C van het beschermde stadsgezicht Vianen dat bepaald wordt door de hoofdstructuur van straten en wegen, benevens de hoogte van de bebouwing.
een gebiedstypering,op basis van de meest actuele CROW publicatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘centrum’, ‘schil/overloopgebied’ en de ‘rest bebouwde kom’.
de totale vloeroppervlakte van ruimten -met een binnenwerkse hoogte van meer dan 1,5 m- binnen gebouwen.
fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen en wagens.
van voldoende parkeergelegenheid is sprake, indien wordt voldaan aan het gemiddelde van de CROW kencijfers zoals opgenomen in de rij 'weinig stedelijk', aanwezigheidspercentages en berekeningsaantallen zoals opgenomen in de meest actuele CROW publicatie of het gemeentelijk parkeerbeleid.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of 'uitstraling' als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
ruimte waar detailhandel via internet plaatsvindt, waarbij:
het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning' of 'wooneenheid'.
een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
een deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
in geval van dakkapellen of dakopbouwen, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 1/3 van de voorgevelbreedte respectievelijk 1/2 van de achtergevelbreedte van het betreffende gebouw, is de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel van de dakkapellen of dakopbouwen maatgevend voor het meten van de goothoogte.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, inclusief de maat van de verticale projectie van dakoverstekken in het geval dat die maat meer dan 1 m bedraagt.
Bij onduidelijkheid betreffende de wijze van meten in een bepaald geval beslissen burgemeester en wethouders.
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
functies en voorzieningen | begane grondlaag | bovenverdiepingen |
wonen en beroep of bedrijf aan huis | ja | ja |
bij wonen behorende toegangen en bergingen | ja | ja |
bij hiervoor bedoelde functies en voorzieningen behorende werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten, niet zijnde garageboxen | ja | nee |
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemming verband houdende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Een woning en daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.2 onder b:
mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1, onder a, omtrent de op de begane grond en bovenverdiepingen toegestane of niet toegestane functies en voorzieningen, ten behoeve van het toestaan van:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning bouwwerken of geheel of gedeeltelijk te slopen.
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2, onder b, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen de volgende voorschriften aan de in sublid 4.3.1 bedoelde omgevingsvergunning verbinden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een in sublid 4.3.1 bedoelde omgevingsvergunning winnen zij bij de archeologisch deskundige schriftelijk advies in omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden onevenredig worden of kunnen worden aangetast, en welke regels aan de vergunning zouden moeten worden verbonden.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 4.4.1 bedoelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien de in sublid 4.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden, of indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een in sublid 4.4.1 bedoelde omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een in sublid 4.4.1 bedoelde omgevingsvergunning winnen zij bij de archeologisch deskundige schriftelijk advies in omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden onevenredig worden of kunnen worden aangetast, en welke regels aan de vergunning zouden moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Algemeen
Daken en dakhelling
Situering gevels
Voorgevelbreedte
Gevels en muurvlakken
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.2:
mits:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 5.4.1 bedoelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 5.4.1 wordt slechts verleend, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand tot enige grens van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand of plaats in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Dakkapellen en gevelopbouwen mogen voor zover gebouwd aan de naar de weg gekeerde zijde van een gebouw een breedte hebben van ten hoogste een derde van de breedte van deze zijde van dat gebouw en voor zover gebouwd aan de achtergevel van een gebouw een breedte hebben van ten hoogste de helft van de breedte van de achtergevel van dat gebouw en mits de hoogte van de dakkapel of gevelopbouw, gemeten ten opzichte van de goothoogte van de onderliggende gevel niet meer bedraagt dan 3 m.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 7.2.1 voor dakkapellen tot over de volle breedte van een gebouw, mits:
Ondergeschikte delen van een bouwwerk mogen de bouwgrens als volgt overschrijden:
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het gebruik:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat:
mits, naar gelang de ligging van de bedoelde grenzen ter plaatse van de aanduiding 'zone A' of 'zone C', het Stadsbeeld A of het Stadsbeeld C, door de wijziging niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voorzover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.
Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde parkeernormen. Voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de parkeernormering en het stedelijke zone gebied 'centrum' bepaald of voorzien is in voldoende parkeergelegenheid.
Een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. De toename van de parkeerbehoefte wordt bepaald met inachtneming van door burgemeester en wethouders vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Indien er geen beleidsregels aanwezig zijn, gelden de CROW kencijfers conform de publicatie 'Toekomstbestendig parkeren, publicatie 381 (december 2018)'. Zijn er wel beleidsregels en wijzigen deze gedurende de planperiode dan gelden de gewijzigde regels. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeerbehoefte wordt bepaald aan de hand van de parkeernormering o.b.v. de CROW kencijfers conform de publicatie 'Toekomstbestendig parkeren, publicatie 381 (december 2018)' dan wel het gemeentelijk parkeerbeleid. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Op grond van het bepaalde in de regels mogen voor de verschillende bestemmingen aangewezen gronden daarvoor slechts worden bebouwd en gebruikt onder de voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid voor voertuigen wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien voldaan wordt aan de parkeernormering o.b.v. de CROW kencijfers conform de publicatie 'Toekomstbestendig parkeren, publicatie 381 (december 2018)' dan wel het gemeentelijk parkeerbeleid. Indien dit gemeentelijke parkeerbeleid gedurende de planperiode wijzigt, dient rekening te worden gehouden met de wijziging.
Tot een strijdig gebruik met de in Hoofdstuk 2 bedoelde bestemmingen wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken als bedoeld in Artikel 3, indien niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering o.b.v. de CROW kencijfers conform de publicatie 'Toekomstbestendig parkeren, publicatie 381 (december 2018)' dan wel het gemeentelijk parkeerbeleid. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.1, 11.2 en 11.4, met in achtneming van de parkeernormering o.b.v. de CROW kencijfers conform de publicatie 'Toekomstbestendig parkeren, publicatie 381 (december 2018)' dan wel het gemeentelijk parkeerbeleid, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie. Het college neemt hierbij in overweging of:
Indien gedurende de planperiode het gemeentelijk parkeerbeleid wijzigt, geldt het gewijzigde parkeerbeleid.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 indien in het plangebied, dan wel in de directe omgeving, op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning financiële voorwaarden verbonden kunnen worden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van maatvoering van de parkeervoorzieningen indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het toegestane gebruik van een woning en/of wooneenheid door kamergewijze verhuur en / of woon (zorg) initiatieven met meerdere huishoudens toe te staan mits het:
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Voorstraat 59, Vianen' van de gemeente Vijfheerenlanden.