De Schildkamp, Asperen

Status: vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.1960.BpAspLeerdamsewg44-VA01
Plantype: bestemmingsplan

Inhoud

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

Artikel 4 Water

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Artikel 6 Algemene bouwregels

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Artikel 8 Algemene wijzigingsregels

Artikel 9 Algemene procedureregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

Artikel 11 Slotregel

 

 

 

 

Bijlagen:

- Lijst van bedrijven

- Parkeernormen

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

 

Artikel 1 Begrippen

 

In deze regels wordt verstaan onder:

 

plan:

het bestemmingsplan 'De Schildkamp, Asperen' met identificatienummer NL.IMRO.1960.BpAspLeerdamsewg44-VA01 van de gemeente West Betuwe.

 

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

 

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

 

afhankelijke woonruimte:

een aanbouw of een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt

met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

 

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

bebouwingspercentage:

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat

maximaal mag worden bebouwd;

 

bed & breakfast:

een bed & breakfast is een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte,

verblijfsvoorziening gericht op het aanbieden van logies en ontbijt. Onder een bed &

breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het

verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;

 

bedrijf aan huis:

het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten en / of. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerkengebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;

bedrijfswoning:

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;

 

beroep aan huis:

het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk stellen gebieden, waaronder kappers, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;

 

bestaand:

  1. bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;

  2. bij gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.

 

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

 

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

 

bijgebouw:

een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.

 

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

 

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

 

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.

 

bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

 

 

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

 

bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

 

dagrecreatie:

vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;

 

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

horeca:

het bedrijfsmatige verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies;

 

horeca, categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en alleen alcoholvrije drank worden verstrekt. Bij de openingstijden wordt aangesloten op de openingstijden van de winkels;

 

horeca, categorie 2:

een inrichting die of geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaken, lunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of tearoom, afhaalcentrum, eetwinkel, restaurant;

 

horeca, categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen, vergader(bijeenkomsten) en het geven van bruiloften en feesten al dan niet met livemuziek;

Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar en een congres- en zalencentrum;

 

horeca, categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en

ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren:

Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café (met nachtvergunning);

 

 

 

 

horeca, categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers;

 

mantelzorg:

tijdelijke zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een

hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving waarbij de zorgverlening

rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten

voor elkaar overstijgt.

 

overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak.

 

peil:

  1. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

  2. voor gebouwen die worden gebouwd in de dijk tot 2 m onder de kruin van de dijk: de kruin van het aanliggende dijklichaam;

  3. voor gebouwen in de dijk op meer dan 2 m onder de kruin van de dijk: het gemiddelde bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;

  4. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang.

 

seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of op een kennelijk bedrijfsmatige wijze seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

 

spel- en teambuildingsactiviteiten:

activiteiten die gericht zijn op het versterken van het groepsgevoel. Het gaat hierbij onder meer om het oplossen van teampuzzels, outdoor-oefeningen en sportbeoefening, gericht op teambuilding/ samenwerking, persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van vaardigheden in het algemeen. Onder spel- en teambuildingsactivieiten worden onder meer de volgende activiteiten en mogelijkheden verstaan: minigolf, speelveld, trapveld, speeltuin, jeu de boules, badminton, tennis en basketbal.

 

voorgevelbouwgrens:

de grens van het bouwvlak waar de voorgevel van het hoofdgebouw op moet zijn

georiënteerd, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens

deze regels toegelaten afwijkingen.

 

voorgevellijn:

de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.

 

 

waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.

 

woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van maximaal twee afzonderlijke huishoudens.

 

 

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:

 

de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

 

de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

 

de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.

 

de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

 

de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

 

 

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Gemengd

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ’Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:

  1. 'specifieke vorm van gemengd - teambuildingsactiviteiten': spel- en teambuildingsactiviteiten voor groepen en (dag)recreatieve voorzieningen;

  2. 'specifieke vorm van gemengd - bebouwing teambuildingsactiviteiten': een gebouw ten behoeve van de teambuildingsactiviteiten, waarin de volgende gebruiken/activiteiten zijn toegestaan:

  • opslag;

  • ontvangstruimte;

  • horeca, categorie 1 (alleen alcoholvrije dranken);

  • toilet- en doucheruimtes en kleedkamers;

  1. 'specifieke vorm van gemengd - bedrijfswoning': een bedrijfswoning;

  2. 'specifieke vorm van gemengd - health center': een health center met de daarbijbehorende (buiten)activiteiten, waarin tevens horeaca, categorie 2 en 3 is toegestaan;

  3. 'specifieke vorm van gemengd - hotel, congres- en zalencentrum': een hotel, congres- en zalencentrum, waarin onder andere de volgende gebruiken/activiteiten zijn toegestaan:

  • horeca, categorie 2,3 en 5;

  • een escape room;

  • indoor spel- en teambuildingsactiviteiten;

  • sportactiviteiten, gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren daaronder niet begrepen;

  1. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

  2. bed & breakfast in de bedrijfswoning, met dien verstande dat:

  1. bed & breakfast niet is toegestaan in vrijstaande bijbehorende bouwwerken;

  2. de omvang van de bed & breakfast niet meer mag bedragen dan 2 kamers en 6 slaapplaatsen;

  3. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast, tot een maximum van 50 m2;

  4. een zelfstandige wooneenheid niet is toegestaan;

  5. een verblijfsregister aanwezig dient te zijn;

  1. mantelzorg in de bedrijfswoning.

 

met daaraan ondergeschikt:

  1. wegen en paden;

  2. tuinen en erven

  3. groenvoorzieningen;

  4. parkeervoorzieningen ten behoeve van de activiteiten van De Schildkamp, waarbij de parkeernormen van toepassing zijn zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage Parkeernormen;

  5. in afwijking van lid h is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - parkeervoorzieningen uitgesloten' parkeren niet toegestaan.

 

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, behoudens het bepaalde in sub d;

  2. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;

  3. de goothoogte van gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)';

  4. gebouwen en overkappingen zijn buiten het bouwvlak toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  1. de maximale oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt 20% van de oppervlakte van het bouwvlak per bouwperceel;

  2. de minimale afstand tot de erfgrens bedraagt 3 meter;

  3. de maximale bouwhoogte bedraagt 4 meter;

  1. in afwijking van lid d onder 2 mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - fietsenstalling' de minimale afstand tot de erfgrens 1 meter bedragen.

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 meter mag bedragen;

  2. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 6 meter bedragen;

  3. de bouwhoogte van speel- en sportwerktuigen mag maximaal 10 m bedragen;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het

gebruik voor seksinrichtingen.

 

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 sub d en bebouwing buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 3 m van de erfgrens toestaan, mits:

  1. de bebouwing niet leidt tot onevenredige aantasting van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van naastgelegen gronden;

  2. indien niet in de erfgrens gebouwd wordt, de afstand ten minste 1 m bedraagt.

 

 

 

 

Artikel 4 Water

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. water ten behoeve van de waterhuishouding;

  2. (verkeer te water)

  3. taluds en natuurvriendelijke oevers;

  4. voorzieningen, zoals kunstwerken en andere waterstaatwerken, en ten behoeve van de waterafvoer en waterberging.

 

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2,5 m.

 

 

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

 

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 6 Algemene bouwregels

 

6.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen

  1. Ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan daar waar bovengronds gebouwen zijn gebouwd, met uitzondering van (niet-overdekte) zwembaden.

  2. Zwembaden zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel of het verlengde daarvan en op een afstand van minimaal 3 meter van de perceelsgrens.

  3. De ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil.

 

6.2 Bestaande afstanden en maten

 

6.2.1 Bestaande maximale afstanden en maten

Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

 

6.2.2 Bestaande minimale afstanden en maten

In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

 

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

 

7.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages;

  2. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;

  3. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

  4. de bestemmingsregels en toestaan dat nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje maximaal 50 m³ bedraagt;

  5. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;

  6. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter. Wat betreft zend- en ontvang- en/of sirenemasten gelden nog de volgende voorwaarden:

  1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:

  • buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horeca- gelegenheden;

  • binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en sportparken.

  1. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:

  • op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen geheel dienen te worden ontzien;

  • tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten;

  • het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers en lichtkappen, mits:

  1. de maximale oppervlakte van de vergroting maximaal 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;

  2. de hoogte maximaal 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.

 

7.2 Bed en Breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 sub c ten behoeve van een grotere bed and breakfast als ondergeschikte functie bij een woning, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  1. De bed and breakfast dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie.

  2. De bed and breakfast mag plaatsvinden in het hoofdgebouw met eventuele bijbehorende bouwwerken.

  3. De bed and breakfast mag maximaal bestaan uit 4 kamers en 10 slaapplaatsen.

  4. Maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt als bed and breakfast.

  5. De bed and breakfast mag niet functioneren als zelfstandige wooneenheid.

  6. De bed and breakfast of de afzonderlijke kamers mogen geen aparte kookgelegenheid bevatten.

  7. Er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, waarbij de parkeernormen van toepassing zijn zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage Parkeernormen.

 

7.3 Mantelzorg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van artikel 3.1 van het plan voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:

  1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een terzake deskundige commissie/ instantie;

  2. op het perceel al een woning aanwezig is;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;

  4. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;

  5. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte constructief en functioneel ondergeschikt dient te zijn aan het hoofdgebouw.

  6. ten behoeve van de inwoning geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mag worden aangelegd. Er dient gebruik gemaakt te worden van de bestaande aansluiting;

  7. alle ruimten dienen te voldoen aan de geldende eisen van het bouwbesluit en bouwverordening;

  8. maximaal 80 m² en respectievelijk 200 m³ van hoofdgebouw en/of bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;

  9. parkeren dient te geschieden op eigen terrein;

  10. geen eigen in-/uitrit mag worden aangelegd voor de afhankelijke woonruimte;

  11. In uitzondering van sub e mogen tijdelijke woonunits worden met dien verstande dat:

  1. tijdelijke woonunits mogen uitsluitend worden opgericht en gebruikt in het kader van mantelzorg;

  2. tijdelijke woonunits dienen achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw te worden opgericht.

  3. de maximale afstand tot de achtergevel van het hoofdgebouw bedraagt 15 meter;

  4. de maximale oppervlakte bedraagt 80 m²;

  5. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter;

  6. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter.

  7. In afwijking van sub 3 is een grotere afstand van de tijdelijke woonunit tot het hoofdgebouw toegestaan onder voorwaarden dat:

  8. de inrichting van het perceel dit vereist.

  9. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld;

  10. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie;

  11. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid;

  12. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de sociale veiligheid;

  13. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

  1. indien de bij het verlenen van de vergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg en daarmee samenhangend de noodzaak tot de tijdelijke woonunit niet meer aanwezig zijn, het bevoegd gezag de houder van de vergunning daarvan binnen drie maanden schriftelijk in kennis stelt. Het bevoegd gezag trekt de vergunning in indien vorenbedoelde noodzaak niet meer bestaat.

 

 

Artikel 8 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;

  2. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

 

 

Artikel 9 Algemene procedureregels

Bij toepassing van een bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

 

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

 

 

Artikel 10 Overgangsrecht

 

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %.

  2. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

10.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 11 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

 

Regels van het bestemmingsplan De Schildkamp, Asperen, van de gemeente West Betuwe.

 

Vastgesteld: 13 december 2018 door de voormalige gemeente Lingewaal.