Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Wijzigingsplan Buitengebied 1998, Morigerweg 22 Blijham
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1950.WZ2109-on01
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 plan: 
het Wijzigingsplan Buitengebied 1998, Morigerweg 22 Blijham met identificatienummer NL.IMRO.1950.WZ2109-on01 van de gemeente Westerwolde;
 
1.2 bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in een GML-bestand met de bijbehorende regels met bijlagen.
2 Bestemmingsregels
 
Artikel 2 Relatie met het vigerende bestemmingsplan
 
De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 1998' zoals vastgesteld op 9 juli 1998 door de gemeente Bellingwedde zijn ongewijzigd en blijven van toepassing.
 
Aanvullend op de bouwregels geldt onderstaand artikel als aanvulling op de bestemming "Wonen". Deze aanvulling is gebaseerd op artikel 2.13.3, lid 1 en 2 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016, geconsolideerde versie van februari 2021.
 
Het is verboden:
  1. gebouwen te vergroten;
  2. nieuwe gebouwen op te richten, anders dan vervangende nieuwbouw.
In afwijking van dit verbod kan een omgevingsvergunning worden verleend voor:
  1. het vergroten van gebouwen, mits:
    • de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
    • de ruimtelijk relevante kenmerken van de gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
  2. het vergroten van de gebouwen met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, mits voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedebouw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
    • de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
    • de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
    • een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
    • het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
    • het aspect nachtelijke lichtuitstraling
  3. het oprichten van een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen, mits:
    • de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
    • de ruimtelijk relevante kenmerken van de nieuwe gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
  4. de mogelijkheid om een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen op te richten met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, als tenminste in de planregeling voorwaarden zijn opgenomen op grond waarvan een omgevingsvergunning slechts kan worden verleend als voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
    • de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
    • de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
    • een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
    • het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
    • het aspect nachtelijke lichtuitstraling
  
3 Algemene regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
 
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
 
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Er kan eenmalig bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1, sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 4.1, sub a met maximaal 10%.
  3. Lid 4.1, sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in lid 4.2 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. Lid 4.2, sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
 
Artikel 5 Slotregel
 
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan Buitengebied 1998, Morigerweg 22 Blijham van de gemeente Westerwolde.