De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 1998' zoals vastgesteld op 9 juli 1998 door de gemeente Bellingwedde zijn ongewijzigd en blijven van toepassing.
Aanvullend op de bouwregels geldt onderstaand artikel als aanvulling op de bestemming "Wonen". Deze aanvulling is gebaseerd op artikel 2.13.3, lid 1 en 2 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016, geconsolideerde versie van februari 2021.
Het is verboden:
- gebouwen te vergroten;
- nieuwe gebouwen op te richten, anders dan vervangende nieuwbouw.
In afwijking van dit verbod kan een omgevingsvergunning worden verleend voor:
het vergroten van gebouwen, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
het vergroten van de gebouwen met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, mits voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedebouw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
- de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling
- het oprichten van een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de nieuwe gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
- de mogelijkheid om een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen op te richten met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, als tenminste in de planregeling voorwaarden zijn opgenomen op grond waarvan een omgevingsvergunning slechts kan worden verleend als voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
- de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling