Ten aanzien van de bestemmingsregels geldt dat de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 1998 van toepassing zijn, waarbij voor het perceel de bestemming Wonen geldt. De bestemming Wonen is als bijlage bijgevoegd.
Aanvullend op de bouwregels geldt onderstaand artikel als aanvulling op de bestemming "Wonen". Deze aanvulling is gebasseerd op de artikel 2.9.1 en artikel 2.13, lid 1 en 2 van de Omgevingsverordening provincie Groningen.
Aanvulling vanuit artikel 2.9.1 POV Groningen
Artikel 2.9.1 Bescherming beeldbepalende en/of karakteristieke gebouwen
- Een bestemmingsplan of wijzigingsplan dat betrekking heeft op het aardbevingsgebied bevat - voor zover binnen het plangebied karakteristieke gebouwen en beeldbepalende gebouwen gelegen zijn - regels die erop gericht zijn te voorkomen dat de karakteristiek en kenmerken van deze gebouwen door verbouw kunnen worden aangetast.
- Een bestemmingsplan of wijzigingsplan dat betrekking heeft op het buitengebied van de niet binnen het aardbevingsgebied gelegen gemeenten bevat - voor zover binnen het plangebied karakteristieke gebouwen en beeldbepalende gebouwen gelegen zijn - regels die erop gericht zijn te voorkomen dat de karakteristiek en kenmerken van deze gebouwen door verbouw kunnen worden aangetast.
- Voor zover het bestemmingsplan bedoeld in het eerste en tweede lid betrekking heeft op karakteristieke gebouwen bevat dit een verbod om deze gebouwen zonder omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk te slopen, waarbij aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid wordt toegekend om - na advies te hebben ingewonnen bij de Monumentencommissie of bij een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur - een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het geheel of deels slopen als:
- sprake is van een algemeen belang waarvoor het gebouw moet wijken; of,
- aangetoond wordt dat behoud van het gebouw bouwtechnisch niet mogelijk is en een goede herinvulling ter plaatse van het te slopen gebouw is verzekerd waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de aanwezige of te ontwikkelen kwaliteiten en waarden van het gebied; of
- de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en alleen met ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld; of,
- het delen van een gebouw betreft, waarvan sloop de karakteristiek van het gebouw niet onevenredig aantast.
- In afwijking van het derde lid kan het vereiste van een omgevingsvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen van karakteristieke gebouwen achterwege blijven voor:
- gewoon onderhoud en herstel;
- de noodzakelijke sloop van gebouwen ter voorkoming van instortingsgevaar als er sprake is van een acute bedreiging van de veiligheid van personen of beschadiging van omliggende bebouwing en andere maatregelen het instortingsgevaar niet kunnen voorkomen;
- beschermde monumenten als bedoeld in de Erfgoedwet of in een gemeentelijke verordening;
- inpandige delen van een gebouw;
- het uitvoeren van destructief onderzoek.
Aanvulling vanuit artikel 2.13.1 en 2 POV Groningen
Het is verboden:
- gebouwen te vergroten;
- nieuwe gebouwen op te richten, ander dan vervangende nieuwbouw.
In afwijking van dit verbod kan een omgevingsvergunning worden verleend voor:
- het vergroten van gebouwen, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
- het vergroten van de gebouwen met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, mits voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedebouyw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
- de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling
- het oprichten van een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de nieuwe gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
- het oprichten van een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen met een oppervlakte van meer dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, mits voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedebouyw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
- de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling