1. plan:
het bestemmingsplan Vriescheloo, Zuidwending naast 1van de gemeente Westerwolde;
2. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1950.BP2312-on01met de bijbehorende regels;
3. aan-huis-verbonden beroep:
een beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend endat is gericht op het verlenen van diensten;
4. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
5. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
6. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
7. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
8. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
9. bijbehorend bouwwerk:
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceelbevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of anderbouwwerk, met een dak;
10. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten;
11. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
12. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorendebebouwing is toegelaten;
13. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
14. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaaldegebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
15. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzijindirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
16. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopenen/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik ofaanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
17. erf:
een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouwen dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij hetbestemmingsplan die inrichting niet verbiedt;
18. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wandenomsloten ruimte vormt;
19. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kanworden aangemerkt;
20. laden en lossen:
het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring in- of uitladen vangoederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is.
21. logiesverstrekking:
het in een wooneenheid door de bewoner(s) bedrijfsmatig verstrekken van logies ten behoeve vanrecreatieve bewoning;
22. parkeren:
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordttot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen vangoederen;
23. peil:
- indien op het land wordt gebouwd:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hooftoegang direct aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- indien op of in het water wordt gebouwd:
- de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
23. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zijbedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografischeaard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop,seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens isbegrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
24. voorgevelrooilijn:
een denkbeeldige lijn door de naar de weg gekeerde gevels, evenwijdig aan de weg;
25. woning:
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden en tevensbedoeld voor de bij het wonen toegestane functies als bed and breakfast, mantelzorg, aan-huisverbonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, kamerverhuur en dergelijke.