direct naar inhoud van Regels
Plan: Facetbestemmingsplan woningsplitsing en verkamering Westerwolde
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1950.BP2311-on01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het Facetbestemmingsplan woningsplitsing en verkamering Westerwolde van de gemeente Westerwolde;

1.2 bestemmingsplan:

het gebied waarop dit bestemmingsplan van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1950.BP2311-on01 met bijbehorende bestanden;

1.3 huishouden

een alleenstaande óf twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding (willen) voeren, waarbij, indien er sprake is van meerdere personen, continuïteit in de samenstelling van de bewoners is en onderlinge verbondenheid tussen de bewoners;

1.4 vloeroppervlakte van een woning

de gezamenlijke oppervlakte op de begane grond die wordt gebruikt als woning binnen een hoofdgebouw;

1.5 woning

complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.6 wooneenheid

een onzelfstandig gedeelte van een gebouw met een woonfunctie voor kamergewijze verhuur voor de huisvesting van één huishouden;

1.7 woningsplitsing

het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen.

1.8 kamergewijze verhuur

het verschaffen van een woonverblijf in één (gedeelte van een) gebouw middels één of meer wooneenheden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Artikel 3 Van toepassing verklaring

  • a. Het voorliggende facetbestemmingsplan is van toepassing op hierna genoemde bestemmingsplannen en wijzigingsplannen en de daarin aangehaalde artikelen zoals opgenomen in bijlage 1.
  • b. Eerdere regels met betrekking tot woningsplitsing en kamergewijze verhuur, inclusief de daarbij behorende relevante begrippen komen te vervallen en/of worden hiermee aangevuld. Overige regels binnen de genoemde plannen blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregeling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene bouwregels

Onderstaande wijzigingen van de regels zijn van toepassing op alle bestemmingen, genoemd in de bestemmingsplannen in artikel 3 waar woningen mogelijk zijn:

5.1 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • er mag niet worden gebouwd, indien dit leidt tot woningsplitsing.
5.2 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning mag worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 in die zin dat wordt gebouwd ten behoeve van woningsplitsing, mits:

  • a. wordt voldaan aan de woningbouwprogrammering wanneer sprake is van een toename van het aantal woningen;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de parkeersituatie;
    • 6. de cultuurhistorische waarden;
    • 7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. tevens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6 lid 6.2 kan worden verleend.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingsregels, genoemd in de bestemmingsplannen in artikel 3 waar (bedrijfs)woningen en/of andere woonfuncties planologisch mogelijk zijn wordt in ieder geval gerekend:

  • a. woningsplitsing;
  • b. kamergewijze verhuur.
6.2 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning mag worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1 sub a in die zin dat woningsplitsing wordt toegestaan, mits:

  • a. wordt voldaan aan de woningbouwprogrammering wanneer sprake is van een toename van het aantal woningen;
  • b. het gaat om grondgebonden woningen die niet worden gebruikt of zijn bestemd als recreatie- of bedrijfswoning;
  • c. indien het gaat om woningsplitsing in het buitengebied:
    • 1. er sprake moet zijn van een hoofdgebouw en/of een (aangebouwd) bijbehorend bouwwerk met een karakteristieke of monumentale status, met dien verstande dat woningsplitsing niet mag leiden tot aantasting van de cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige waarden;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van het oorspronkelijk hoofdgebouw en de (aangebouwde) bijbehorende bouwwerken met een karakteristieke of monumentale status ten minste 200 m² bedraagt;
    • 3. de vloeroppervlakte per woning ten minste 100 m² bedraagt;
    • 4. het aantal woningen per hoofdgebouw ten hoogste 2 bedraagt;
  • d. indien het gaat om woningsplitsing in de kernen:
    • 1. de oppervlakte van het oorspronkelijke hoofdgebouw ten minste 150 m² bedraagt;
    • 2. de vloeroppervlakte per woning ten minste 60 m² bedraagt;
    • 3. het aantal woningen per hoofdgebouw ten hoogste 2 bedraagt;
  • e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de parkeersituatie;
    • 6. de cultuurhistorische waarden;
    • 7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. indien er sprake is van een combinatie met bouwen, tevens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5 lid 5.2 kan worden verleend.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 7.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 7.1.1 met maximaal 10%.

7.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.4 Uitzonderingen op het overgangsrecht gebruik

Lid 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het "Facetbestemmingsplan woningsplitsing en verkamering Westerwolde"

van de gemeente Westerwolde.