Plan: | Facetbestemmingsplan Archeologie Westerwolde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1950.BP2310-vs01 |
Op 12 september 2023 heeft de gemeente Westerwolde de 'Archeologische waarden- en verwachtingenkaart gemeente Westerwolde' vastgesteld. Met de inventarisatie in het beleidsdocument is in kaart gebracht welke (verwachte) archeologische waarden in de gemeente Westerwolde aanwezig zijn. Om deze waarden te beschermen en volwaardig mee te nemen bij ruimtelijke ontwikkelingen, dienen deze een planologische vertaling te krijgen. Voorliggend plan omvat deze planologische vertaling van het archeologiebeleid van de gemeente Westerwolde.
Het bestemmingsplan Parapluplan Archeologie is een zogenaamd 'Facetbestemmingsplan'. Hiermee is het mogelijk om meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd op één of meerdere punten te wijzigen zodat deze overeenkomen met het actuele beleid. Met voorliggend plan wordt het aspect 'Archeologie' herzien/aangevuld. Dit bestemmingsplan geldt voor alle onherroepelijke en vastgestelde bestemmingsplannen van de gemeente Westerwolde.
Het plangebied omvat de gemeentegrenzen van de gemeente Westerwolde. Navolgende afbeelding geeft hiervan een indicatie.
Indicatie plangebied (bron: Google Maps)
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 stilgestaan bij het beleid. Hoofdstuk 3 gaat in op de economische uitvoerbaarheid van het plan. In hoofdstuk 4 is een juridische planbeschrijving gegeven. Tot slot gaat hoofdstuk 5 in op de planologische procedure.
In de Omgevingsverordening heeft de provincie Groningen opgenomen dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan de gemeente onder meer dient te voldoen aan de in de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die inhouden dat een bestuursorgaan een besluit zorgvuldig voorbereidt en deugdelijk motiveert. Deze beginselen zijn voor wat betreft de voorbereiding van gemeentelijke bestemmingsplannen nader uitgewerkt in artikel 3.1.6 van het Bro. Daarin is bepaald dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient te worden onderzocht welke waarden in het betrokken gebied in het geding zijn en wat de gevolgen van de voorgestane ruimtelijke ontwikkeling voor deze waarden zijn. Het gaat daarbij onder meer om belangen van archeologische waarden. De uitkomst van ingestelde onderzoeken en van de op basis daarvan te maken belangenafweging moet in de plantoelichting worden verantwoord. Voorliggend plan betreft de juridisch-planologische uitwerking van het uitgevoerde archeologisch onderzoek (zie ook paragraaf 2.2) en bevat de bedoelde belangenafweging ten aanzien van archeologische waarden.
Op 12 september 2023 heeft de gemeente Westerwolde de 'Archeologische waarden- en verwachtingenkaart gemeente Westerwolde' vastgesteld. Dit rapport is terug te vinden in bijlage 1 van voorliggend bestemmingsplan.
Op de archeologische waarden- en verwachtingenkaart of inventarisatiekaart zijn alle bekende en aantoonbaar te verwachten archeologische waarden opgenomen. Met ‘aantoonbaar’ wordt bedoeld dat de verwachting gebaseerd is op relevante bodemkundige, archeologische en/of historische informatie. Om aan te sluiten bij het concept van de genoemde handleiding zijn de geïnventariseerde archeologische waarden ingedeeld naar periode en complextype.
Het rapport vormt de toelichting op de werkwijze voor de archeologische waarden- en verwachtingskaart (inventarisatiekaart) en het bijbehorende beleidsvoorstel voor de gemeente Westerwolde.
Het doel van dit facetbestemmingsplan is om dit beleid te vertalen in bestemmingsplanregels.
Het facetbestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het plan leidt daarom ook niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar geacht worden. Het is niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.
Het bestemmingsplan is opgezet volgens de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan dit plan ten grondslag liggen. De toelichting is van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing.
Daarnaast maken ook eventuele bijlagen onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
Verbeelding
De verbeelding is een digitale kaart, waarop bestemmingen en aanduidingen zijn weergegeven. Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken specifieker te regelen, bijvoorbeeld in de vorm van gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken, functieaanduidingen etc.
Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart). Daar waar een verschil is tussen de digitale en de analoge verbeelding, is de digitale versie leidend.
Regels
De planregels zijn standaard onderverdeeld in vier hoofdstukken.
Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende bestemming(en):
Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1'
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' is opgenomen ter bescherming van mogelijk in de bodem aanwezige archeologische waarden, ter plaatse van AMK-terreinen (overig) en vindplaatsen, Wedderborg, depressies met 150m buffer, kerken kloosterterreinen, kerkhoven, middeleeuwse steenhuizen Blijham en Bellingwolde;
Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' is opgenomen ter bescherming van mogelijk in de bodem aanwezige archeologische waarden, ter plaatse van Oudeschans, Bourtange, begraafplaatsen, bruglocaties, molenlocaties;
Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3'
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' is opgenomen ter bescherming van mogelijk in de bodem aanwezige archeologische waarden, ter plaatse van AMK-terreinen (historische kernen), historische kernen en bebouwingszones, verdedigingswerken (overig), historische boerderijplaatsen;
Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4'
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' is opgenomen ter bescherming van mogelijk in de bodem aanwezige archeologische waarden, ter plaatse van AMK-terreinen (essen en celtic fields), rivierduinen, dekzandruggen/-welvingen en glaciale afzettingen, essen, beekdalen en fossiele meanders, wegen met bufferzone, waterlopen met bufferzone, dijken met bufferzone, onbekende verwachting stuifzandgebieden;
Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5'
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' is opgenomen ter bescherming van mogelijk in de bodem aanwezige archeologische waarden, ter plaatse van Verwachting onder kleidek, verwachting middeleeuwen Reiderland;
Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6'
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' is opgenomen ter bescherming van mogelijk in de bodem aanwezige archeologische waarden, ter plaatse van Dekzand- en veenvlakten, rillen, onbekende verwachting (overig).
Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Dit is het vooroverleg, waarin het conceptplan wordt voorgelegd aan het waterschap en aan die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
Op basis van artikel 3.1.6 Bro dient verslag te worden gedaan van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken. Dit is de inspraak. Van (formele) inspraak kan, zeker bij wat kleinere plannen, worden afgezien. De gemeentelijke inspraakverordening is daarbij ook van belang.
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld.
Gezien het doel en de inhoud van dit bestemmingsplan is het niet nodig het plan voor vooroverleg voor te leggen aan vooroverlegpartners.
Aangezien dit plan enkel het planologisch vertalen van vastgesteld beleid betreft, is het organiseren van inspraak niet nodig. Het plan is direct als ontwerp ter inzage gelegd.
Het plan heeft tussen 9 november 2023 en 20 december 2023 ter inzage gelegen. Tegen het initiatief is één zienswijze ingediend. Naar aanleiding van de zienswijze is de verbeelding bij het plan aangepast. Een verslag hiervan is opgenomen in bijlage 2.