Plan: | Facetbestemmingsplan Parkeren Westerwolde |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1950.BP2201-on01 |
In alle bestemmingsplannen van de gemeente Westerwolde moet een bepaling ten aanzien van parkeren worden opgenomen. Zo kan bij aanvragen om een omgevingsvergunning een parkeertoets plaatsvinden.
Het is mogelijk om meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd op één of meerdere punten te wijzigen zodat ze weer zijn voorzien van een goede regeling. Dit kan in de vorm van een facetbestemmingsplan, op grond waarvan de daaronder vallende bestemmingsplannen worden aangepast. Dat betekent dat dit plan slechts een facet/onderdeel van de regels van de huidige bestemmingsplannen herziet of aanvult. Dit bestemmingsplan geeft een toetsingskader voor het bepalen van de parkeerbehoefte en voor laden of lossen. Het voorliggende facetbestemmingsplan geldt voor alle onherroepelijke en vastgestelde bestemmingsplannen van de gemeente Westerwolde.
Het plangebied van het 'Facetbestemmingsplan Parkeren Westerwolde' is op de onderstaande afbeelding weergegeven en omlijnd.
Plangebied 'Facetbestemmingsplan Parkeren Westerwolde'
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 stilgestaan bij het beleid. In hoofdstuk 3 is een juridische planbeschrijving gegeven. Hoofdstuk 4 gaat in op de uitvoerbaarheid van het plan.
Op 2 juni 2021 heeft de gemeente het 'Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan 2021-2031' vastgesteld.
In het GVVP staan de beleidsregels opgesteld omtrent het onderwerp parkeren. In het GVVP worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Het GVVP:
Voor parkeren is paragraaf 4.4.5. van het GVVP van belang. De gemeente geeft hier aan ernaar te streven om geen betaald parkeren in de gemeente in te voeren, tenzij daar een duidelijke aanleiding voor is. Dit beleid is gemaakt op de grondslag dat de gemeente geen grote parkeerknelpunten kent.
In paragraaf 4.4.5. van de GVVP staat welke parkeernormen de gemeente aanhoudt. De gemeente volgt de publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren'; van parkeerkencijfers naar parkeernormen en 'Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom' van de CROW.
Dit bestemmingsplan voor het onderwerp parkeren is juridisch vormgegeven als een facetbestemmingsplan. Dat wil zeggen dat de regels niet rechtstreeks zijn verwerkt in de onderliggende bestemmingsplannen. Dit plan herziet het onderdeel parkeren en laden of lossen in de onderliggende plannen.
Het facetbestemmingsplan wordt digitaal beschikbaar gesteld. Voor de regels en verbeelding is aangesloten op de RO standaarden 2012, conform het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Onderdeel van de verplichte regels zijn een overgangsregeling en een anti-dubbeltelregel.
Onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden alle planologische visies, plannen, besluiten, verordeningen en algemene maatregelen van bestuur (Wro-instrumenten) digitaal vervaardigd en op elektronische wijze beschikbaar gesteld. Ten behoeve van de eenheid en de uitwisselbaarheid zijn er standaarden en regels ontwikkeld. Sinds 1 oktober 2012 gelden de RO standaarden en regels 2012 (ter vervanging van de RO Standaarden en regels 2008).
De regels in dit facetbestemmingsplan voegen specfieke regels voor parkeerbepalingen en laden of lossen in de onderliggende bestemmingsplannen toe (Artikel 4 Overige regels).
Voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen of verbouwen of het wijzigen van het gebruik in het plangebied moet in eerste instantie voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf voor de beoogde functie. Pas als dat niet mogelijk is gebleken mag uitgeweken worden naar de openbare ruimte. Dan moet echter wel met een parkeeronderzoek worden aangetoond dat in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien gezien de huidige parkeerbezetting. Verder moet het ook mogelijk zijn de benodigde hoeveelheid parkeerplaatsen in de openbare ruimte te realiseren. Het toetsingskader dat hierbij wordt gehanteerd zijn de door het kennisplatform CROW vastgestelde richtlijnen (publicatie 381 - december 2018, of de meest actuele uitgave).
De regeling voor de laad- en losvoorzieningen van goederen sluit aan op het algemene beleid zoals dat is opgenomen in de 'Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen' (hierna ASVV). Voor het bepalen wanneer sprake is van "in voldoende mate voorzien" is aangesloten bij het ASVV 2021 (uitgave van het CROW) dan wel de geldende versie op het moment van het indienen van de aanvraag. Bij het dimensioneren van de ruimte voor laden en/of lossen van goederen en de bereikbaarheid daarvan moet worden aangesloten bij de afmetingen en de eigenschappen van de ontwerpvoertuigen uit de ASVV.
Nieuwe bestemmingsplannen die in de gemeente worden opgesteld, moeten een vergelijkbare regeling voor parkeren en laad- en losvoorzieningen bevatten.
De gemeente heeft geen nota opgesteld waar parkeernormen in staan opgenomen (parkeerbeleid). Mocht de gemeente Westerwolde in de toekomst wel een parkeerbeleid vaststelllen, dan wordt dit ook een toetsingskader.
De andere artikelen in het facetbestemmingsplan volgen uit het Besluit ruimtelijke ordening. Het betreft de volgende artikelen. In Artikel 1 (Begrippen) is aangegeven wat het identificatienummer van het plan is en welke onderdelen het juridische deel van het plan omvat. Voor het overige zijn de begrippen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. Ook wat betreft de wijze van meten zijn de bepalingen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. In Artikel 3 is de anti-dubbeltelregel opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw zou kunnen worden gebruik gemaakt. Verder is er een (verplichte) standaardbepaling voor het overgangsrecht opgenomen (Artikel 5). Deze overgangsbepalingen bevatten de standaardbepalingen uit het Bro. De regels worden bekrachtigd met een slotregel (Artikel 6).
Het onderscheid tussen de digitale en de analoge verbeelding van het bestemmingsplan bestaat sinds invoering van de RO-standaarden 2008. Sinds 2012 opgevolgd door de RO-Standaarden 2012.
In het Bro wordt de verbeelding niet langer als onderdeel van het bestemmingsplan genoemd. Dit komt omdat in de nieuwe wettelijke regelingen wordt uitgegaan van het primaat van digitalisering. Wel wordt door het Bro een volledige verbeelding van het bestemmingsplan op papier verplicht gesteld. In dat verband blijft de analoge verbeelding van het bestemmingsplan van belang.
Het voorliggende facetbestemmingsplan ziet uitsluitend op het wijzigen en/of toevoegen van een planregel inzake de geldende parkeernormering in de regels van de genoemde bestemmingsplannen. Op de verbeelding is daarom alleen een plancontour opgenomen.
Het facetbestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het plan leidt daarom ook niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar geacht worden. Het is daarom ook niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.
Conform artikel 3.1.1 van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de wettelijke overlegpartners.Overleg heeft plaatsgevonden met de bij wet verplichte partners: de provincie Groningen en het waterschap. Het plan gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Het bestemmingsplan is een juridisch-technische aanpassing van regels. Daarom wordt uitsluitend de door de Wro voorgeschreven procedure gevolgd: terinzagelegging van een ontwerpbestemmingsplan met de mogelijkheid van zienswijzen, en daarna vaststelling door de gemeenteraad. P.M.