direct naar inhoud van TOELICHTING
Plan: Buitengebied - Attesweg 29, Oudebildtzijl
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Als gevolg van de schaaluitbreiding op het akkerbouwbedrijf gelegen aan de Attesweg 29 te Oudebildtzijl, is opslag van de pootaardappelen en uien in de huidige situatie niet meer toereikend. Daarom is het voornemen om een nieuwe bewaarloods te realiseren, ten westen van de huidige bewaarloods. De voorgenomen nieuwe bebouwing is niet bij recht realiseerbaar op basis van het geldende bestemmingsplan, omdat een deel van de nieuwe bedrijfsbebouwing buiten het bouwvlak komt te liggen.

Het voornemen kan juridisch-planologisch mogelijk gemaakt worden door gebruik te maken van een in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (van de voormalige gemeente het Bildt) opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Met deze wijzigingsbevoegdheid, opgenomen in artikel 3, lid 7 onder c, kan de situering van het bouwvlak worden gewijzigd. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt hier toepassing aan gegeven.

1.2 Begrenzing plangebied

Het perceel ligt in het buitengebied van de gemeente Waadhoeke op ongeveer 1,8 kilometer ten noorden van de dorpskern van Vrouwenparochie en circa 1,5 kilometer ten westen van Ouwe Syl. De (globale) ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied

1.3 Planologische regeling

Het plangebied valt onder de regeling van het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente het Bildt, dat is vastgesteld op 12 mei 2010. In dit bestemmingsplan heeft het plangebied de bestemming 'Agrarisch' met bouwperceel en bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden bedrijf in combinatie met een niet-grondgebonden bedrijf. Verder geldt ter plaatse een regeling ter bescherming van de kavelstructuur en is er een geluidzone vanwege het wegverkeer van toepassing.

Binnen de bestemming 'Agrarisch' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestaande situering van het bouwvlak te wijzigen.. dit wijzigingsplan geeft toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid. In paragraaf 4.2 wordt op de voorwaarden ingegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1_0002.png"

Figuur 1.2 Fragment geldend bestemmingsplan

1.4 Leeswijzer

De toelichting van dit wijzigingsplan is als volgt opgezet: in hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de bestaande situatie, de voorgenomen situatie en vindt een toetsing aan de wijzigingscriteria plaats. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de relevante beleidskaders. Vervolgens bevat hoofdstuk 4 de toetsing aan de voor dit wijzigingsplan relevante wet- en regelgeving voor de verschillende omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de juridische regeling van het plan. Tot slot gaat hoofdstuk 6 in op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Het mogelijk maken van de beoogde ontwikkeling (het initiatief) is het belangrijkste uitgangspunt voor dit wijzigingsplan en wordt in dit hoofdstuk beschreven. De ontwikkeling moet op een goede manier worden ingepast in de huidige situatie. Een beschrijving van de huidige situatie is om die reden ook in dit hoofdstuk opgenomen.

2.1 Huidige situatie

Het perceel waarop dit wijzigingsplan betrekking heeft, ligt aan de Attesweg 29 te Oudebildtzijl. De ontsluiting vindt plaats via de Attesweg, die in zuidelijke richting aansluit op de N393. Het perceel ligt direct ten zuiden van de Oudebildtdijk.

Het plangebied ligt ten westen van de dorpskern van Oudebildtzijl, op ongeveer 1,5 kilometer afstand. In de directe omgeving is aan de noordkant van de Oudebildtdijk sprake van woningen en aan de zuidkant agrarische bedrijven. Het gebied rondom het plangebied heeft een open, landelijk karakter. In alle richtingen is sprake van aangrenzende agrarische gronden. Dit is weergegeven in figuur 1.1.

Op het perceel is sprake van bedrijfsbebouwing, in de vorm van 3 schuren, en een bedrijfswoning. De bebouwing staat in de noordoosthoek van het plangebied. Om de bebouwing heen staat beplanting. Zo is het perceel landschappelijk ingepast. Op figuur 2.1 is een luchtfoto weergegeven van de huidige situatie van het perceel Attesweg 29.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1_0003.png"

figuur 2.1 Overzicht van het perceel Attesweg 29

Het gebied rondom het plangebied heeft een open, landelijk karakter. In alle richtingen is sprake van aangrenzende agrarische gronden. Ten noordwesten, westen, zuiden en oosten van het perceel zijn, op enige afstand, andere woningen en bedrijven gelegen. Dit is weergegeven in figuur 1.1.

2.2 Voorgenomen situatie

In de voorgenomen situatie wordt ten westen van de huidige bedrijfsbebouwing een nieuwe bewaarloods gerealiseerd, die gelijk is aan de bestaande bewaarloods in het plangebied. De loods krijgt een omvang van 60 bij 30 meter. Over een strook van 60 bij 5,5 meter komt deze loods buiten het bestaande bouwvlak te liggen. Figuur 2.2 toont de voorgenomen inrichting van het perceel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1_0004.png"

Figuur 2.2 Voorgenomen inrichting van het plangebied

Om de nieuwe bewaarloods mogelijk te maken is het noodzakelijk om het bouwvlak aan te passen, zodat de volledige loods binnen het bouwvlak past. Daarom wordt aan de westkant van het bouwvlak, over de gehele lengte een strook van 5,5 meter toegevoegd. Ter compensatie, om het bouwvlak niet te laten vergroten, wordt in de zuidoosthoek een deel van het bouwvlak afgehaald. Het toegevoegde en verwijderde deel van het bouwvlak zijn van gelijke grootte. In figuur 2.3 is een schets opgenomen met daarin de voorgenomen wijziging van de situering van het bouwvlak weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1_0005.png"

Figuur 2.3 Voorgenomen wijziging van het bouwvlak

Landschappelijke inpassing

In de huidige situatie is de bestaande bebouwing op een goede wijze landschappelijk ingepast. Ook de nieuwe loods zal op een goede wijze landschappelijk moeten worden ingepast. Daarom wordt zowel aan de noord- als westzijde van een loods een groensingel aangeplant, ter afscherming van de loods naar het omringende gebied. Deze landschappelijke inpassing is op onderstaand figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPAttesweg19-VAS1_0006.jpg"

Figuur 2.4 Situatietekening inclusief landschappelijke inpassing

2.3 Toetsing aan de wijzigingscriteria

De voorgenomen wijziging dient te worden getoetst aan de wijzigingscriteria die in de regeling van het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Het Bildt zijn opgenomen (artikel 3, lid 3.7 sub c). Hierin is het volgende opgenomen:

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat een aangegeven bouwperceel, bij gelijkblijvende oppervlakte, qua situering wordt gewijzigd, met inbegrip van een wijziging van het bouwvlak , mits:

  • 1. er een bedrijfstechnische noodzaak is om ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, of het opslaan van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten, de situering van het bouwperceel/-vlak te wijzigen;
  • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de cultuurhistorische en archeologische waarden, de woonsituatie. het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

In de eerste plaats is op te merken dat de nieuwe loods alleen buiten het bouwvlak gerealiseerd wordt, de bouwperceelgrens wordt niet overschreden. De afwijking ten opzichte van de huidige regeling is derhalve marginaal.

De voorgenomen nieuwe bedrijfsbebouwing is noodzakelijk als gevolg van schaalvergroting van het akkerbouwbedrijf. De nieuwe loods dient als opslag van pootaardappelen en uien. Hiermee wordt voldaan aan het eerste criterium van de wijzigingsbevoegdheid. De gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de milieusituatie worden omschreven in paragraaf 4.2.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het ruimtelijk beleid dat voor zover relevant het kader vormt voor dit wijzigingsplan. Hierbij komt het provinciaal en het gemeentelijk beleid aan bod. Dit beleid is afgestemd op het Rijksbeleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening.

3.1 Provinciaal beleid

Verordening Romte Fryslân

Op 25 juni 2014 hebben de Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân 2014 vastgesteld. Deze verordening behelst een aanpassing van de op 15 juni 2011 vastgestelde verordening en is op 16 augustus 2014 in werking getreden. In deze verordening is het beleid, zoals verwoord in het Streekplan, vertaald naar regels voor bestemmingsplannen.

In dit wijzigingsplan wordt de situering van het bouwvlak gewijzigd. De grootte van het bouwvlak veranderd hiermee niet en het bouwvlak blijft binnen het bouwperceel liggen. Hiervoor zijn geen specifieke regels opgenomen in de Verordening Romte. Het voornemen is daarom niet in strijd met de verordening.

3.2 Gemeentelijk beleid

Bestemmingsplan Buitengebied

Het geldende bestemmingsplan voor het buitengebied van de voormalige gemeente Het Bildt vormt het meest recente beleids- en uitvoeringskader voor het gemeentelijk beleid ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied.

Voor dit plan wordt gebruik gemaakt van de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid, waarna de regeling voor het bedrijf is één op één overgenomen uit het bestemmingsplan. Daarmee wordt voldaan aan de beleidsuitgangspunten die de gemeente hiervoor hanteert en aan de criteria die voor de wijzigingsbevoegdheid gelden.

Hoofdstuk 4 Planologische randvoorwaarden

Naast het feit dat ontwikkelingen in het plangebied binnen het beleidskader van Rijk, provincie en gemeente tot stand moeten komen, moet rekening worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het plangebied. Uitgangspunt voor het wijzigingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In dit hoofdstuk worden de milieu- en omgevingsaspecten behandeld.

4.1 Water

Toetsingskader en beleid

Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets kan worden gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het onderhavige plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Wetterskip Fryslân.

Toetsing

Ter invulling van de watertoets is het wijzigingsplan aangemeld via www.dewatertoets.nl. Na het doorlopen van een aantal standaardvragen is gebleken dat voor het plan de 'Normale procedure' geldt.

In het plan wordt een bedrijfsloods van 1800 m2 gerealiseerd. Wetterskip Fryslân heeft hierop gereageerd dat 10 % van de toegenomen verharding gecompenseerd dient te worden. Dit wordt gedaan door de sloot aan de westzijde van het perceel over de gehele lengte met 1,6 meter te verbreden. Op deze manier wordt 180 m² aan water gecompenseerd. Het resultaat van de watertoets is opgenomen in bijlage 1.

4.2 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten.

Toetsing

Met dit wijzigingsplan wordt een nieuwe bewaarloods ten behoeve van het akkerbouwbedrijf gerealiseerd. Deze loods komt weliswaar deels buiten het bestaande bouwvlak te liggen, maar valt volledig binnen het bestaande agrarische bouwperceel. Met betrekking tot de milieuzonering naar bedrijfshindergevoelige objecten treedt daarom geen verandering op. De afstanden van het bouwperceel naar bedrijfshindergevoelige objecten veranderd niet.

De omliggende functies vormen geen belemmering voor de realisatie van de bewaarloods.

4.3 Bodem

Het uitgangspunt wat betreft de bodemkwaliteit in het plangebied is dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn, dat er geen risico's voor de volksgezondheid ontstaan. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd.

Toetsing

Bijna de gehele oppervlakte van de nieuwe loods komt binnen het bestaande bouwvlak te liggen. Hier is bebouwing dus al toegestaan en kan er vanuit worden gegaan dat de bodem hiervoor van voldoende kwaliteit is. Gezien het feit dat het deel van de nieuwe loods, dat buiten het bouwvlak komt te liggen, op agrarische grond komt te liggen waar geen bodemverontreinigende activiteiten plaatsvinden, kan ook hier redelijkerwijs gesteld worden dat de bodem van voldoende kwaliteit is. Nader onderzoek naar de bodemgesteldheid is daarom niet noodzakelijk.

Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de vestiging van de nieuwe bewaarloods.

4.4 Archeologie

Per 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in 2019 in werking treedt. Dit geldt ook voor de verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is.


De kern van de wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie. Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch onderzoek archeologische verwachtingskaarten opgesteld.

Toetsing

Om duidelijk te krijgen of ter plaatse van het plangebied sprake is van archeologische waarden is gebruik gemaakt van de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Het FAMKE bestaat uit twee deelkaarten, te weten de steentijd-bronstijd kaart en de ijzertijd-middeleeuwen kaart. Op basis van beide kaarten is geen archeologisch onderzoek noodzakelijk omdat sprake is van een zeer kleine archeologische verwachtingswaarde.

Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor dit plan.

4.5 Cultuurhistorie

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet iedere ontwikkeling een analyse van cultuurhistorische waarden bevatten.

Toetsing

In het geldende bestemmingsplan Buitengebied is de aanduiding 'waarde - verkaveling' van toepassing ten behoeve van het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle verkaveling. De verkaveling wordt in dit plan niet gewijzigd. Er vindt geen wijziging aan het bebouwingsbeeld en de inrichting van het plangebied plaats.

Het aspect cultuurhistorie vormt derhalve geen belemmering voor het realiseren van de bedrijfsloods.

4.6 Luchtkwaliteit

Voor het aspect luchtkwaliteit is de Wet Milieubeheer van toepassing. De wet is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, aan te pakken.

Omdat het in dit geval slechts gaat om de realisatie van een nieuwe bewaarloods en behoeve van de bestaande bedrijfsvoering, kan redelijkerwijs gesteld worden dat dit plan geen significante invloed heeft op de luchtkwaliteit.

Toetsing

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor dit plan.

4.7 Ecologie

Met de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving. in de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De Natura 2000-gebieden zijn door de Minister van Economische Zaken aangewezen gebieden die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden. Daarnaast bestaat het Natuur Netwerk Nederland (NNN) uit gebieden die worden aangewezen in de provinciale verordening. Binnen de NNN-gebieden mogen in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden.

Toetsing

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van Natura 2000-gebieden en NNN-gebieden. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied betreft de Waddenzee op circa 2,6 kilometer ten noorden van het plangebied. De bedrijfsvoering is reeds op het perceel aanwezig. De bewaarloods dient slechts ter ondersteuning hier van. Daarom kan gesteld worden dat de realiseren hiervan geen gevolgen heeft voor de beschermde natuurgebieden.

Soortenbescherming

In de Wnb wordt onderscheid gemaakt tussen soorten die worden beschermd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn en daarnaast de overige soorten. De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.

Toetsing

De nieuwe bewaarloods wordt gerealiseerd op gronden die momenteel intensief gebruikt worden voor de agrarische bedrijfsvoering. Aangezien op deze gronden bedrijfsactiviteiten plaatsvinden kan redelijkerwijs gesteld worden dat hier geen beschermde soorten aanwezig zijn.

Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor dit plan.

4.8 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) is rond inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/u en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de in de Wet bepaalde voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Toetsing

Er worden geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogelijk gemaakt. Akoestisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk.

Het aspect geluid vormt geen belemmering voor dit wijzigingsplan.

4.9 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Besluit externe veiligheid transportroutes (BEVT) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Toetsing

In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat binnen of in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn, waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen.

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor dit plan.

4.10 Kabels en leidingen

In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. Bij leidingen, zoals gas-, water- en rioolpersleidingen, volgen deze belemmeringen uit het zakelijk recht. Bij hoogspanningsverbindingen gaat het om veiligheid en gezondheid. De beperkingen bij straalpaden zijn van belang voor het goed functioneren van de straalpaden.

Toetsing

In en rond het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig waarmee in dit plan rekening gehouden dient te worden.

Het aspect kabels en leidingen vormt geen belemmering voor dit plan.

 

Hoofdstuk 5 Juridische regeling

Verbeelding

Het Wijzigingsplan 'Buitengebied - Attesweg 29, Oudebildtzijl' gaat vergezeld van een verbeelding. Na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan maakt de verbeelding deel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de voormalige gemeente het Bildt.

Regels

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied' zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan. In dit geval betreft het de bestemming 'Agrarisch'. Dit laatste is een vereiste om de wijzigingsprocedure toe te kunnen passen, teneinde te voorkomen dat het nieuwe bedrijfsperceel zich qua omvang strekt tot de omvang van een agrarisch bouwperceel (zie ook paragraaf 2.3).

In de regels is een koppeling gelegd met deze bestemmingen.

 

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een wijzigingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerpwijzigingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen. (artikel 3.8 Wro). Tijdens deze periode zijn zienswijzen ingediend door de Provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.

De Provincie Fryslân constateerde dat een visie op de landschappelijke inpassing van de nieuwe loods ontbreekt in de plantoelichting. Wetterskip Fryslân wil in het plan opgenomen zien op welke wijze watercompensatie plaatsvindt. Hierop is het plan aangepast door een figuur in te voegen waarop beide zaken zijn aangegeven. Tevens is in de toelichting een omschrijving opgenomen van de inpassing en de watercompensatie.

Het wijzigingsplan is hierop vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders en wordt ter inzage gelegd. Tegen het besluit is beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

De initiatiefnemer heeft aannemelijk gemaakt dat hij over voldoende financiële middelen beschikt om het plan uit te voeren.

6.3 Grondexploitatie

Door middel van de grondexploitatieregeling beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, bijvoorbeeld voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke procedure. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van deze verplichting kan worden afgezien als het kostenverhaal anderszins verzekerd is. Dit kan middels een anterieure overeenkomst.

Voor de gemeente zijn aan dit project geen kosten verbonden, er is volstaan met een planschadeovereenkomst.