Plan: | Huisakkerweg 5, Nijnsel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1948.BGO000BP0032017P-VG01 |
Het bestemmingsplan Huisakkerweg 5, Nijnsel met identificatienummer NL.IMRO.1948.BGO000BP0032017P-VG01 van de gemeente Meierijstad;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning;
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
een onderdeel van het hoofdgebouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een inrichting voor de uitoefening van een bepaalde tak van industrie of handel;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
hieronder wordt verstaan:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,50 meter in hoogte verschillen. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen wordt de bouwlaag, welke grotendeels in de kap is gelegen (zogenaamde zolderverdieping) evenals de bouwlaag, welke grotendeels onder de begane grond is gelegen (zogenaamde kelder/souterrain) niet meegerekend;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een bouwwerk, vrijstaand of aangebouwd aan een gebouw, ter vergroting van het woongenot, ondersteund door palen of kolommen, dat maximaal aan twee zijden gesloten is. Indien de carport wordt gebouwd tegen een gebouw op het aangrenzend perceel zijn er maximaal drie gesloten zijden toegestaan;
het bedrijfsmatig uitoefenen van diensten aan huis op het gebied van de consumentverzorging zoals bijvoorbeeld kappers, schoonheidsspecialisten, pedicures, manicures, nailstudio's en daarmee vergelijkbare consumentverzorgende diensten, waarbij de aard en omvang van het consumentverzorgende bedrijf met de woonfunctie verenigbaar is en geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht; het betreft het gebouw zonder bijbehorende bouwwerken;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij, niet zijnde coffeeshops;
een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.
Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
Bedrijfsmatige kamerverhuur en bijzondere woonvormen vallen niet onder het begrip 'huishouden'.
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
tot het normaal onderhoud en/of gebruik behoren onder andere:
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil;
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
openbare voorzieningen van geringe afmetingen, zoals banken, glasbakken, kledingcontainers, bloem- en plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting, wegbebakening en –bewijzering, kunstwerken en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding aangegeven zone bestemd voor de inrichting als tuin met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen, alsmede door garages geschakelde woningen waarbij het hoofdgebouw aan één zijde op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden;
de op de weg georiënteerde gevel van een hoofdgebouw waaraan de hoofdentree van de woning gesitueerd is;
de aangegeven bouwgrens die naar de gronden met de aanduiding 'tuin' is toegekeerd. indien bij een hoekperceel twee bouwgrenzen naar de gronden met de aanduiding 'tuin' zijn gekeerd, dan dient de voorgevel te worden gebouwd in de bouwgrens, welke zoveel mogelijk een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging ten opzichte van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen op de naastgelegen percelen heeft;
een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
de gronden gelegen voor de voorgevellijn;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals die luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan;
zijn woning hebben, gehuisvest zijn;
Een (gedeelte van) een gebouw dat dient voor de huisvesting van:
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw niet zijnde de achtergevel of voorgevel;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
de kortste afstand van de loodrechte horizontale projecties van de gebouwen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | hoofdgebouwen; |
b | bijbehorende bouwwerken; | |
c | carport; | |
d. | bouwwerken, geen gebouwen zijnde. | |
Hoofdgebouw of uitbreiding van hoofdgebouw | a. |
Ter plaatse van de aanduiding: - 'aaneengebouwd' zijn aaneengebouwde woningen toegestaan; - 'twee-aaneen' zijn twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan; - 'vrijstaand' zijn vrijstaande woningen toegestaan; |
b. | De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' op de verbeelding is aangegeven. |
|
c. | De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' op de verbeelding is aangegeven. | |
d. | De voorgevel van een hoofdgebouw dient in of achter de voorgevelbouwgrens gesitueerd (georiënteerd) te zijn. | |
e. | De dakconstructie van een hoofdgebouw dient te bestaan uit een kap, met een minimale dakhelling van 15° en maximale dakhelling van 65°. | |
f. | De minimale afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt: - bij woningtype 'vrijstaand' aan beide zijden 3 meter; - bij woningtype 'twee-aaneengebouwd' en de eindwoningen bij het woningtype 'aaneengebouwd' tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen 3 meter. |
|
Bijbehorende bouwwerken | a. | De minimale afstand tot de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt 1 meter. |
b. | De maximale goothoogte bedraagt 3,30 meter. | |
c. | De maximale bouwhoogte bij volledig platte afdekking bedraagt 3,30 meter. | |
d. | De minimale afstand tussen vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt 2 meter. | |
e. | De dakhelling (bij kapconstructie) is vrij. | |
f. | De maximale bouwhoogte bij een kapconstructie bedraagt 6 meter, waarbij de denkbeeldige lijn onder de 45° gemeten op 3,30 meter hoogte ter plaatse van de perceelsgrens niet door het bijbehorend bouwwerk mag worden overschreden. | |
g. | Bij een platte afdekking mag op de uitbreiding geen balkon of dakterras worden opgericht. | |
Carport | a. | Een carport dient minimaal 1 meter achter de voorgevellijn gesitueerd te worden, indien niet deels gesitueerd binnen de aanduiding 'tuin'. |
b. | De maximale bouwhoogte bedraagt 3,30 meter. | |
c. | De maximale oppervlakte bedraagt 25 m². | |
d. | Er is maximaal één carport toegestaan per bouwperceel. | |
e. | Indien bij twee naast elkaar liggende woningen aan dezelfde openbare weg de voorgevels van de woningen niet gelijk liggen, mogen, indien de carports tegelijkertijd worden aangevraagd, danwel de carport van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning reeds is gerealiseerd, de voorzijden van beide carports gelijkliggend worden gebouwd. De voorzijden van de carports moeten dan op 1 meter voor de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning of minimaal 1 meter achter de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning worden gebouwd. | |
Erfafscheidingen | a. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 2 meter. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. |
b. | De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter. |
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | bijbehorende bouwwerken; |
b. | carports; | |
c. | bouwwerken, geen gebouwen zijnde. | |
Bebouwd oppervlak 'zone erf' | a. | maximaal 50%. |
Bijbehorende bouwwerken | a. | De goothoogte bedraagt maximaal 3,30 meter. |
b. | De bouwhoogte bij volledig platte afdekking bedraagt maximaal 3,30 meter. | |
c. | Het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken, inclusief oppervlakte carport binnen 'zone erf', mag per bouwperceel ten hoogste bedragen: 1: 200 m² voor bouwpercelen kleiner of gelijk aan 750 m²; 2: 225 m² voor bouwpercelen groter dan 750 m² en kleiner of gelijk aan 1000 m²; 3: 250 m² voor bouwpercelen groter dan 1000 m². |
|
d. | De minimale afstand tussen vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt 2 meter. | |
e. | De dakhelling (bij kapconstructie) is vrij. | |
f. | De maximale bouwhoogte bij een kapconstructie bedraagt 6 meter, waarbij de denkbeeldige lijn onder de 45° gemeten op 3,30 meter hoogte ter plaatse van de perceelsgrens niet door het bijbehorend bouwwerk mag worden overschreden. | |
g. | Bij een platte afdekking mag op het bijbehorend bouwwerk geen balkon of dakterras worden opgericht. | |
Niet-overdekt zwembad | a. | Een niet-overdekt zwembad wordt niet wordt meegenomen in de berekening van het bebouwd oppervlak van de 'zone erf'. |
b. | De minimale afstand tot perceelsgrens van een niet overdekt zwembad bedraagt 2 meter. | |
c. | De maximale oppervlakte van een niet overdekt zwembad bedraagt 10% van het bouwperceel, met een maximum van 100 m². | |
Erfafscheidingen | a. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 2 meter. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. |
b. | De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter. |
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | bijbehorende bouwwerken uitsluitend in de vorm van erkers, entrees of carports; |
b. | bouwwerken, geen gebouwen zijnde. | |
Bijbehorend bouwwerk in de vorm van een erker of entree | a. |
Maximaal één bijbehorend bouwwerk in de vorm van een erker mag in de aanduiding 'tuin' worden opgericht. |
b. | De kapconstructie is vrij te bepalen (platte afdekking of kap). | |
c. | De goothoogte bedraagt maximaal 3,30 meter bij uitvoering in één bouwlaag. | |
d. | De goothoogte bij uitvoering in twee bouwlagen wordt bepaald door de snijlijn van het doorgetrokken dakvlak van het hoofdgebouw en de voorgevel van het bijbehorend bouwwerk. | |
e. | De maximale bouwhoogte bedraagt 3,30 meter bij volledig platte afdekking in één bouwlaag. | |
f. | De diepte bedraagt maximaal 1,60 meter, behoudens situaties als bedoeld onder d. | |
g. | Het maximale grondoppervlak bedraagt 8 m². | |
h. | De breedte over ten hoogste ½ van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bij uitvoering in twee bouwlagen. | |
i. | De breedte over ten hoogste 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bij uitvoering in één bouwlaag, waarbij het restant deel van de breedte van de voorgevel mag worden overkapt. | |
j. | In afwijking van het vorenstaande onder a., h. en i.: - indien voor de voorgevel van het hoofdgebouw van oorsprong al een entree is gerealiseerd, dan mag daarnaast een erker worden gerealiseerd over ten hoogste ½ van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw in twee bouwlagen; of - indien voor de voorgevel van het hoofdgebouw van oorsprong al een entree is gerealiseerd, dan mag daarnaast een erker worden gerealiseerd over maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw in één bouwlaag, waarbij het restant deel van de breedte van de voorgevel mag worden overkapt. |
|
k. | In afwijking van het vorenstaande onder g., h. en i: - een erker mag vanuit de voorgevel aan de zijgevel van de woning worden gebouwd, waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 meter dient te bedragen en het maximale grondoppervlak 10 m² bedraagt. |
|
l. | Bij een platte afdekking mag op het bijbehorend bouwwerk geen balkon of dakterras worden opgericht. | |
Carport | a. | De carport heeft een open constructie. |
b. | De voorkant van de carport wordt op 1 meter voor of minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd. | |
c. | De bouwhoogte bedraagt maximaal 3,30 meter. | |
d. | De maximale oppervlakte bedraagt 25 m². | |
e. | Er is maximaal één carport toegestaan per bouwperceel. Indien bij twee naast elkaar liggende woningen aan dezelfde openbare weg de voorgevels van de woningen niet gelijk liggen, mogen, indien de carports tegelijkertijd worden aangevraagd, danwel de carport van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning reeds is gerealiseerd, de voorzijden van beide carports gelijkliggend worden gebouwd. De voorzijden van de carports moeten dan op 1 meter voor de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning of minimaal 1 meter achter de voorgevel van de dichtst bij de openbare weg gelegen woning worden gebouwd. |
|
Erfafscheidingen | a. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 1 meter. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. |
b. | De maximale bouwhoogte van een pergola bedraagt 3 meter. De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 1 meter. |
Bouwwerken | Voorwaarden | |
Toegelaten bouwwerken | a. | Gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut; |
b. | Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder erfafscheidingen en straatmeubilair; | |
Gebouwen | a. | De oppervlakte van een gebouw bedraagt maximaal 20 m². |
b. | De bouwhoogte van een gebouw bedraagt maximaal 3 meter. | |
c. | Uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut zijn toegestaan. | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. | De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van bewegwijzering, verkeersregulering en verlichting bedraagt 10 meter; |
b. | De maximale bouwhoogte van speeltoestellen bedraagt 8 meter; | |
c. | De maximale bouwhoogte van kunstwerken bedraagt 6 meter; | |
d. | De maximale bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 1 meter; | |
e. | De maximale bouwhoogte van afvalcontainers zoals glasbakken en geluidwerende voorzieningen bedraagt 2 meter. | |
f. | De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter; | |
g. | Reclame-aanduidingen zijn niet toegestaan. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 voor de bouw van een hoofdgebouw met een afwijkende dakhelling onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 en 3.2.3 voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk in de zijdelingse perceelsgrens met een maximale bouwhoogte van 6 meter, met dien verstande dat de vergunning uitsluitend verleend wordt als de bebouwing aan weerszijden van de perceelsgrens op dezelfde wijze aaneen gebouwd wordt, onder de voorwaarden dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.5 sub a voor de uitoefening van een bedrijf aan huis en consumentverzorgende bedrijven en logies en ontbijt in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 teneinde maatschappelijke dienstverlenende functies en maatschappelijke voorzieningen mogelijk te maken in hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken teneinde het hoofdgebouw in meerdere wooneenheden te splitsen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikelen 1.32 en 1.54 en bijzondere woonvormen toestaan, mits in een rapport wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van bekende archeologische waarden en bekende archeologische waarden van de voormalige hoeves en molens.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laren uitvoeren:
Het in 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waterstaat - Attentiegebied Natuur Netwerk Brabant' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 5.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1.2 sub b voor de bouw van parkeergarages met dien verstande dat:
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een vergunning kan worden verleend, is het bevoegd gezag bevoegd een vergunning te verlenen van de desbetreffende regels van het plan voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht een vergunning verlenen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Huisakkerweg 5, Nijnsel'.