Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Parapluplan kleine bouwplannen
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1942.BPGMKleinebouwplan-ON01

Toelichting

1 Inleiding
 
1.1 Aanleiding
De gemeente Gooise Meren is voornemens om vooruitlopend op de Omgevingswet, die naar verwachting op 1 januari 2024 in werking treedt, een eenduidige regeling te hebben voor zogenaamde ‘kleine bouwplannen’ die veelvuldig voorkomen en waaraan de gemeente -onder voorwaarden- medewerking wil kunnen verlenen. Het gaat om dakkapellen en fietsenbergingen aan de voorzijde, buitenunits, het verhogen van platte daken in verband met verduurzaming, transparante erfafscheidingen en kleine afwijkingen. Hiervoor zijn regelingen opgenomen in het voorliggende paraplubestemmingsplan. Omdat dit parapluplan straks onderdeel wordt van het tijdelijke omgevingsplan ('omgevingsplan van rechtswege'), is de regeling uit dit plan van kracht onder de Omgevingswet. Dit voorkomt dat voor deze kleine bouwplannen een uitgebreide inhoudelijke toetsing, zoals voorgeschreven in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), plaats moet vinden.
 
1.2 Ligging plangebied
Het plangebied van dit paraplubestemmingsplan wordt gevormd door het gehele gemeentelijk grondgebied, zoals onderstaand weergegeven.
 
Begrenzing plangebied, rood omkaderd (bron: Google Earth)
 
1.3 Huidige planologische situatie
De gemeente heeft geen eigen afwijkingen beleid. Het huidige 'afwijkingenbeleid' van de gemeente is dan ook gebaseerd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), bijlage II, artikel 4, van het Besluit omgevingsrecht ('kruimelgevallenregeling') en de mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen.
De geldende bestemmingsplannen gaan straks automatisch over naar het tijdelijke omgevingsplan ('omgevingsplan van rechtswege'), waarna het op termijn vervangen wordt door één omgevingsplan voor de gehele gemeente. Afwijken van dit omgevingsplan blijft een wettelijke bevoegdheid. Deze procedure heet de Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (BOPA). Deze BOPA komt in de plaats van de activiteit ‘buitenplans afwijken’ in de Wabo. Bij een BOPA dient getoetst te worden of er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
1.4 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de gewenste situatie beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het relevante nationale, provinciale, en gemeentelijke beleid en de relevante wet- en regelgeving opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens een (juridische) planbeschrijving gegeven. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
 
2 Het initiatief
Op 1 januari 2024 heeft de gemeente Gooise Meren direct een tijdelijk ‘omgevingsplan van rechtswege’. Dit wordt op termijn vervangen door het nieuwe omgevingsplan.
 
Het tijdelijk omgevingsplan bestaat uit:
  • alle vastgestelde bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, en andere vergelijkbare ruimtelijke besluiten, waaronder bepaalde ruimtelijke regels in de APV;
  • regels over bodemkwaliteit;
  • rijksregels die de wetgever overdraagt naar de gemeente, ook wel de ‘bruidsschat’ genoemd. 
 
Als een initiatief in strijd is met het bestemmingsplan, is het in strijd met het (tijdelijk) omgevingsplan
Dit houdt in dat er voor een initiatief afgeweken moet worden middels de BOPA. Dit geldt voor zowel kleine als grote initiatieven. Voor een aanvraag voor een (strijdige) dakkapel geldt dezelfde procedure en inhoudelijke eisen als bij één of meerdere woningen. Hoewel in de praktijk de invulling van deze eisen zal verschillen, gaat het nog steeds om een tijdsintensieve en relatief zware procedure ten opzichte van de huidige systematiek. Dit geldt vooral voor de kleinere initiatieven.
 
Een aanvraag voor de BOPA moet voldoen aan strenge eisen
Het initiatief moet voldoen aan de eis van de ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ (ETFAL). Het gaat om de eisen die staan in hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Deze zogenaamde ‘instructieregels’ gaan om bijvoorbeeld zaken als milieu, ruimtelijke ordening en verkeer. Dit moet de aanvrager aantonen, bijvoorbeeld door middel van een ruimtelijke onderbouwing. Dat is veel werk, vooral voor een inwoner of MKB-ondernemer. Grotere projecten hebben hier naar verwachting relatief minder last van, omdat men dan meestal toch al vast contact heeft met ruimtelijke adviesbureaus.
 
Het voornemen is om kleine initiatieven binnenplans te kunnen vergunnen. Dat betekent een eenvoudige procedure en geen zware onderbouwing voor de meest voorkomende initiatieven van inwoners. Het gaat in het voorliggende parapluplan specifiek om dakkapellen en fietsenbergingen aan de voorzijde, buitenunits, het verhogen van platte daken in verband met verduurzaming, transparante erfafscheidingen en kleine afwijkingen.
 
3 Beleidskader
3.1 Nationaal en provinciaal beleid
 
3.1.1 Omgevingswet
Met de Omgevingswet bundelt de Rijksoverheid de regels voor ruimtelijke projecten. Dit met het doel om ruimtelijke projecten eenvoudiger te kunnen starten. Naar verwachting treedt de wet op 1 januari 2024 in werking. Eén van de uitgangspunten van de wet is dat decentrale overheden al hun regels over de leefomgeving bijeenbrengen in één gebiedsdekkende regeling. Voor de gemeenten is dit het omgevingsplan. Dit plan biedt daarmee één integrale, inhoudelijk op elkaar afgestemde set van regels die van toepassing zijn op een locatie. Het omgevingsplan moet digitaal raadpleegbaar zijn.
 
Planspecifiek
De gemeente Gooise Meren loopt met het voorliggende parapluplan vooruit op de Omgevingswet, door voor enkele kleine bouwplannen een regeling op te nemen in het voorliggende paraplubestemmingsplan. Op deze manier kan ook bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet gebruik worden gemaakt van deze regeling.
 
3.1.2 Overig nationaal en provinciaal beleid
De Nationale Omgevingsvisie, het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, de Ladder voor duurzame verstedelijking, de Omgevingsvisie NH2050 en de Omgevingsverordening NH2020 zijn niet specifiek van toepassing op de mogelijkheden uit het voorliggende parapluplan. Om die reden wordt niet nader ingegaan op deze beleidsstukken.
3.2 Gemeentelijk beleid
3.2.1 Omgevingsvisie Gooise Meren
In de 'Omgevingsvisie Gooise Meren - Samen wonen, werken, ondernemen en recreëren in een groen en historisch gebied' (vastgesteld d.d. 20 september 2023) wordt beschreven hoe er naar de toekomst van Gooise Meren wordt gekeken. De omgevingsvisie is één van de instrumenten van de Omgevingswet. De omgevingsvisie vervangt onder andere de structuurvisie en beschrijft: de kwaliteit van de leefomgeving; de gewenste ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van de leefomgeving; en de hoofdzaken van het beleid voor de leefomgeving.
 
De doelen voor de toekomst van de leefomgeving heeft de gemeente samengebracht in de Schijf van Vijf. De Schijf van Vijf geeft richting aan een gezonde toekomst. De Schijf van Vijf bestaat uit vijf ambities:
  1. Samen werken en veilig op weg in de regio;
  2. Samen leven in buurt, wijk en gemeente;
  3. Natuur- en erfgoedparels;
  4. Verduurzaming als vliegwiel voor de toekomst;
  5. De leefomgeving (nog) mooier en gezonder maken.
 
Planspecifiek
Voorliggend parapluplan heeft geen impact op de ambities uit de Omgevingsvisie Gooise Meren. Er worden steeds voldoende ruimtelijke randvoorwaarden geformuleerd, waardoor de ruimtelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast. Verder is een regeling voor het ophogen van platte daken juist gericht op het verduurzamen. Ook wordt waar nodig rekening gehouden met de keuze uit de omgevingsvisie om bij beschermde gezichten en monumenten zorgvuldig om te gaan met nieuwe ontwikkelingen.
Gesteld kan worden dat voorliggend plan niet in strijd is met de Omgevingsvisie Gooise Meren.
 
3.2.2 Welstandsnota Gooise Meren 2019
Het welstandsbeleid van de voormalige gemeenten Bussum, Muiden en Naarden is samengevoegd en waar nodig geactualiseerd. In de Welstandsnota Gooise Meren 2019 zijn de beoordelingskaders opgenomen voor gebieden en objecten, die hun grondslag vinden in de samenhang van het bebouwingsbeeld en de historisch gegroeide structuren. Het doel van het welstandsbeleid is het behartigen van het publieke belang door de lokale overheid, waarbij de individuele vrijheid van de burger of ondernemer wordt afgewogen tegen het aanzien van hun omgeving als algemene waarde.
 
Planspecifiek
In de welstandsnota zijn onder andere criteria opgenomen voor kleine plannen. In het voorliggende parapluplan is daar op onderdelen bij aangesloten, zoals ten aanzien van de criteria voor 'dakkapellen en dakramen, '' installaties' en 'fietsenbergingen in voortuinen'. Ook bij de verdere uitwerkingen zal, voor zover relevant, worden aangesloten bij de welstandscriteria uit de Welstandsnota Gooise Meren 2019. Derhalve kan gesteld worden dat het voorliggende plan in lijn is met de Welstandsnota Gooise Meren 2019.
 
4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.
 
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
 
Voor de planregels is de gestandaardiseerde opbouw uit de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 gebruikt. In de planregels is een standaard hoofdstukindeling aangehouden die begint met 'Inleidende regels' (begrippen en wijze van meten), vervolgens met de 'Bestemmingsregels', de 'Algemene regels' en de 'Overgangs- en slotregels'.
 
Het voorliggende parapluplan heeft betrekking op de gehele gemeente: de verbeelding omvat dan ook het gehele gemeentelijke grondgebied.
 
4.2 Artikelgewijze toelichting
 
4.2.1 Artikel 1. Begrippen
In artikel 1 zijn de begrippen opgenomen die nodig zijn om het parapluplan goed te kunnen begrijpen. Er is hierbij aansluiting gezocht bij recente bestemmingsplannen van de gemeente Gooise Meren.
 
4.2.2 Artikel 2. Wijze van meten
In artikel 2 is de Wijze van meten opgenomen. Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij recente bestemmingsplannen van de gemeente Gooise Meren en SVBP 2012.
 
4.2.3 Artikel 3. Reikwijdte
Deze parapluherziening herziet op onderdelen de binnenplanse afwijkingsregels van alle vigerende bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied van de gemeente Gooise Meren en vormt daarmee een aanvulling op de vigerende bestemmingplannen. De overige regels van de vigerende bestemmingsplannen blijven hierbij ongewijzigd en onverminderd van kracht.
 
4.2.4 Artikel 4. Anti-dubbeltelbepaling
In dit artikel is bepaald dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft.
 
4.2.5 Artikel 5. Algemene bouwregels
In dit artikel zijn per onderwerp de mogelijkheden voor afwijking van de geldende bestemmingsplannen opgenomen, waarbij tevens algemene voorwaarden zijn opgenomen waar aan voldaan moet worden.  
Navolgend zijn de regels van dit artikel kort beschreven.
 
Artikel 5.1. Dakkapellen aan de voorzijde van een woning
In dit lid zijn regels opgenomen voor het plaatsen van een dakkapel in het voordakvlak. Daarbij zijn eisen gesteld aan de plaatsing, afmetingen en het aantal, waarbij ook aangesloten is bij wat hiervoor in de Welstandsnota Gooise Meren 2019 is bepaald bij de criteria voor 'Dakkapellen en dakramen'.
Deze regeling is niet van toepassing bij panden die gelegen zijn in beschermde dorps- en stadsgezichten en bij panden die zijn aangewezen als Rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument.
 
Artikel 5.2. Fietsenbergingen
In dit lid zijn regels opgenomen voor fietsenbergingen in de voortuin, waarbij aangesloten wordt bij de criteria van 'Fietsenberging in voortuin' in de Welstandsnota Gooise Meren 2019. Er zijn in dit verband voorwaarden gesteld aan plaatsing, afmetingen en aantal.
Deze regeling is niet van toepassing bij panden die gelegen zijn in beschermde dorps- en stadsgezichten en bij panden die zijn aangewezen als Rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument.
  
Artikel 5.3. Buitenunits
In dit lid zijn regels opgenomen voor buitenunits voor airco's of warmtepompen. Deze zijn thans vergunningplichtig, doordat het als een installatie wordt opgevat die het bouwvolume vergroot. Daar wil de gemeente vanaf, door hiervoor een regeling op te nemen in dit parapluplan. Er worden eisen gesteld aan de plaatsing en omvang. Zo gaat het uitsluitend om buitenunits aan de achtergevel en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gerichte zijgevel. Tevens is bepaald dat de hoogte en breedte maximaal resp.  0,7 m en 1,0 m mag bedragen en de diepte (gemeten vanaf de gevel) maximaal 0,5 m. Hierbij is aangesloten bij de welstandscriteria voor 'Installaties' uit de Welstandsnota Gooise Meren 2019.
 
Artikel 5.4. Verhogen van platte daken 
De praktijk wijst uit dat bij het verduurzamen soms een grotere bouwhoogte wordt bereikt dan is toegestaan. Om het verduurzamen niet te blokkeren wordt in het voorliggende parapluplan een regeling opgenomen om de bouwhoogte van een plat dak bij woningen met 30 cm te verhogen.
 
Artikel 5.5. Containerombouwen 
In dit lid is een regeling opgenomen voor containerombouwen in de voortuin. Deze zijn vergunningsvrij tot maximaal 1 m, maar dat is veelal te weinig voor kliko's e.d. Om die reden is een regeling opgesteld waarbij de maximale bouwhoogte 1,5 m mag bedragen. De oppervlakte mag niet meer zijn dan 5 m².
 
Artikel 5.6. Transparante erfafscheidingen
Dit lid bevat een regeling voor transparante erfafscheidingen in het voorerfgebied, waarbij een hogere maat (1,5 meter) wordt toegelaten dan regulier mogelijk is (1 meter). Voorwaarde is dat deze erfafscheiding grotendeels bestaat uit grofmazig betongaas of een vergelijkbaar transparant materiaal en dat deze dient ter ondersteuning van planten.
 
Artikel 5.7. Bouwen met een kleine afwijking van regels
In dit lid is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor kleine afwijkingen van hoogtematen en bebouwingspercentages, voor het plaatsen van vlucht- of noodtrappen, voor geringe afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen en voor de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en van sirenemasten of masten voor mobiel dataverkeer. Daarbij is van belang dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen.
 
4.2.6 Artikel 6. Overgangsrecht
In artikel 6 is het overgangsrecht opgenomen, voor bouwwerken en gebruik.
  
4.2.7 Artikel 7. Slotregel
Artikel 7 bevat de slotregel hier staat dat de regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Parapluplan kleine bouwplannen'. 
 
5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische uitvoerbaarheid
Dit parapluplan voorziet in het planologisch-juridisch borgen van bouwmogelijkheden voor kleine bouwplannen. Aan dit parapluplan zijn, behoudens de (ambtelijke)kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden. De wijzigingen in de planregels die hiermee worden doorgevoerd, leiden niet tot een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is daarom niet nodig om een exploitatieplan conform artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening op te stellen.
Het voorliggende parapluplan is daarmee economisch uitvoerbaar.
 
5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerpbestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wro sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
 
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
 
5.2.1 Vooroverleg
Indien nodig wordt het parapluplan in het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro toegestuurd aan de relevante vooroverlegpartners. In dat geval wordt in deze paragraaf daarvan verslag gedaan.
 
5.2.2 Zienswijzen
Indien tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan zienswijzen worden ingediend worden deze hier samengevat en beantwoord.