Plan: | Bedrijventerreinen Naarden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1942.BP2009N00098-va01 |
In deze voorschriften wordt verstaan onder:
gevel aan de achterzijde van een hoofdgebouw;
in deze voorschriften wordt verstaan onder:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het percentage op de plankaart geeft aan welk deel van het bouwperceel maximaal bebouwd mag worden;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang in de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met een behoud van woonfunctie kunnen worden uitgeoefend;
de buitenwerks gemeten, totale horizontale vloeroppervlakte van bedrijfsruimten, kantoorruimten of detailhandelsruimten, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, een en ander met uitzondering van gebouwde parkeervoorzieningen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een bouwwerk, dat:
een op de plankaart aangegeven lijn, die gronden omsluit met éénzelfde bestemming;
een door bestemmingsgrenzen op de plankaart omgeven oppervlak;
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een op de plankaart aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen;
de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, waarop dan wel op een deel waarvan krachtens het plan zelfstandige bebouwing is toegestaan;
een vlak dat door bouwgrenzen omsloten is en waarop gebouwen zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
een op de plankaart als zodanig aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop bestemmingsregelingen van éénzelfde aard van toepassing zijn én waarmee de ligging van de verschillende functies binnen die bestemming wordt aangegeven;
een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende bedrijvigheid, welke bedrijvigheid gericht is op het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren;
het medegebruik van gronden voor bestemmingen die het openbaar belang dienen (waterkeringen, beschermd stadsgezicht, beschermingszones van hoogspanningsleidingen en gasleidingen, etc.);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
het tijdelijk opslaan van schone en lichtverontreinigde (cat. 1 en 2) grond, die bedoeld is voor hergebruik binnen 3 jaar;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en drank (daaraan) ondergeschikt is;
het bedrijfsmatig voor gebruik ter plaatse verstrekken van dranken en van in dezelfde omgeving bereide maaltijden en andere etenswaren, het voorgaande al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodatie en het bedrijfsmatig verstrekken van overnachtingsmogelijkheden;
een zelfstandig bedrijf voor het verrichten van diensten op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied;
bouwwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
de lijst van bedrijfsactiviteiten zoals die is opgenomen in bijlage 1 bij deze voorschriften;
het verlenen van diensten, op het gebied van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, onderwijs, lichamelijke en/of geestelijke volksgezondheid, verenigingsleven, opvoeding, cultuur en daarmee gelijk te stellen sectoren;
een bedrijf of een onderdeel daarvan, gericht op het bieden van nachtelijke uitgaansmogelijkheid. Het accent ligt hierbij op het showelement en de verstrekking van dranken en kleine etenswaren;
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden);
het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen' (nr. 211x00098) van de gemeente Naarden;
de tekeningen (nr.211x00098 -pk1, -pk2_1, -pk2_2 en -pk3) van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen';
de lijn geeft een scheiding of grens in hoogte of bebouwingspercentage aan;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar;
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
de snijlijn van de voorgevel van een woning of het hoofdgebouw en het grondvlak waarop de woning of het hoofdgebouw zich bevindt alsmede het verlengde (denkbeeldige doorgetrokken lijn) ervan binnen het bouwperceel;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
een (gedeelte van een) gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting dient voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden;
de zijdelingse perceelsgrens van het bouwperceel.
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwperceel;
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
goothoogte van gebouwen:
van de horizontale snijlijn van elk dakvlak met het daaronder buitenwerks gevelvlak tot aan het peil. Hierbij blijven topgevels, schoorstenen, antennes, dakkapellen (met uitzondering van dakkapellen aan de straatzijde met een grotere breedte dan 50% van de breedte van het dakvlak waarin zij zijn geplaatst) en andere ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing;
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van scheidsmuren);
gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;
vanaf peil tot het hoogste punt van een bouwwerk; wat gebouwen betreft worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen niet meegerekend;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren).
Doeleindenomschrijving
Het in de leden 1 en 2 bepaalde is uitsluitend toegestaan met dien verstande dat de gronden die zijn gelegen binnen de op de plankaart aangegeven "PR 10-6 contour" niet mogen worden gebruikt ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
In aanvulling van het bepaalde in 3.1 zijn de gronden:
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde van de dubbelbestemming.
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 14 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 14 juncto 3.1 onder a en 3.2 onder b, c en d teneinde bedrijven toe te laten die:
indien en voor zover het betrokken bedrijf gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ingevolge 3.1 onder a en 3.2 onder b, c en d rechtstreeks toegelaten categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, gevaar, het al dan niet continue karakter van de activiteit, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water, alsmede de verkeersaantrekking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de Lijst van Bedrijfsactiviteiten wordt gewijzigd door het onderbrengen van een bedrijf in een andere categorie, dan wel door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 WRO de aanduidingen, zoals bedoeld in artikel 3.2 onder b, c en d te verwijderen indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 WRO, de aanduiding, zoals bedoeld in artikel 3.2 onder g te verwijderen, indien de bedrijfswoning niet meer als zodanig gebruikt wordt en er geen redenen zijn om aan te nemen dat het gebruik op korte termijn wordt voortgezet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 WRO, het differentiatievlak detailhandel, zoals bedoeld in artikel 3.2 onder a te verwijderen, indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid I te wijzigen in de bestemmingen Water als bedoeld in artikel 10 en Groen als bedoeld in artikel 4, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid II te voorzien van de aanduiding perifere detailhandel, met dien verstande dat:
uitsluitend perifere detailhandel is toegestaan tot een maximum van 1500 m2 per perceel;
De op de plankaart voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In aanvulling van het bepaalde in 4.1 zijn de gronden:
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde van de dubbelbestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op de gronden met de aanduiding 'Ecologische Verbindingszone':
Bij het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in 4.5.1 geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
De op de plankaart voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de aanduidingen op de plankaart, alsmede de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 14 wordt in elk geval gerekend het gebruik:
De op de plankaart voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen, gelden de aanduidingen op de plankaart, alsmede de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De op de plankaart voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
In aanvulling van het bepaalde in 7.1 zijn de gronden:
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde van de dubbelbestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de maximale bouwhoogte 1 m1 bedraagt, met uitzondering van observatieposten die maximaal 8 m1 hoog mogen zijn.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 14 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 7.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.6.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden van de gronden ontstaan of kan ontstaan.
Bij toepassing van de aanlegvergunning als bedoeld in 7.6 geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
De op de plankaart voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In aanvulling van het bepaalde in 8.1 zijn de gronden:
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde van de dubbelbestemming.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid I te wijzigen in de bestemmingen Water als bedoeld in artikel 10 en Groen als bedoeld in artikel 4, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 8.5 geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
De op de plankaart voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In aanvulling van het bepaalde in 9.1 zijn de gronden
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde van de dubbelbestemming.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid I te wijzigen in de bestemmingen Water als bedoeld in artikel 10 en Groen als bedoeld in artikel 4, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 9.5 geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
De op de plankaart voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In aanvulling van het bepaalde in 10.1 zijn de gronden:
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde van de dubbelbestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m1 bedraagt, met uitzondering van verlichtingsarmaturen, waarvan de hoogte maximaal 8 m1 bedraagt.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 10.5.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in 10.1 genoemde voorzieningen ontstaat of kan ontstaan.
Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in 10.5.1 horen burgemeester en wethouders het Waterschap.
Bij het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in 10.5.1, geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
De op de plankaart voor Cultuurhistorisch waardevol gebied aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden.
Al hetgeen in deze voorschriften omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming Cultuur-historisch waardevol gebied is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar voorzover zulks verenigbaar is met het belang van het cultuurhistorisch gebied.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming leidingen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 11.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De aanlegvergunning als bedoeld in 11.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarden van het terrein waarvoor de aanlegvergunning wordt aangevraagd, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Bij de verlening van de aanlegvergunning als bedoeld in 11.4.1 geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
De op de plankaart voor 'Waterkering' aangewezen gronden en de daarbij behorende veiligheidszone zijn primair bestemd voor waterkeringen en waterlopen ten dienste van de waterhuishouding en het verkeer ter water.
Waar een hoofdbestemming samenvalt met de dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
In afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen mogen op de in 12.1 bedoelde gronden slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale hoogte van 2,5 m1 worden gebouwd, indien en voor zover zulks voor de waterkering, de waterbeheersing, de verbinding van de oevers of het verkeer ter water nodig is.
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke gebouwd mogen worden ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), zijn uitsluitend toelaatbaar indien en voorzover de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens de bouwvergunning te verlenen horen burgemeester en wethouders het Waterschap.
Het is verboden op of in de gronden binnen de bestemming 'Waterkering' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 12.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 12.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de waterkering, zoals bedoeld in 12.1.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 12.5.1 horen burgemeester en wethouders het Waterschap.
Bij het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in 12.5.1, geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bouwgrenzen mogen worden overschreden door ondergeschikte bouwdelen tot maximaal 1 m¹, alsmede door liftkokers, trappenhuizen, galerijen, en andere vergelijkbare ondergeschikte bouwdelen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze voorschriften opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in 13.3, onder c voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m¹ onder peil onder de voorwaarde dat:
Bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid als bedoeld in 13.4, geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 12 bedoelde bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de doeleindenomschrijving.
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 12 bedoelde gronden
Het bepaalde in 14.1 en 14.2 is niet van toepassing voor zover het betreft:
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in 14.1 en 14.2, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid als bedoeld in 14.4 geldt de procedure zoals vervat in artikel 18.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken, zoals genoemd in hoofdstuk 2, indien zulks noodzakelijk is:
Bij het stellen van nadere eisen, als bedoeld in 15.1, geldt de procedure zoals opgenomen in artikel 18.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze voorschriften vrijstelling kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
Burgemeester en wethouders kunnen bij de verlening van de vrijstelling voorwaarden ten aanzien van de situering van antennes stellen, teneinde een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving te waarborgen.
De in 16.1 genoemde vrijstellingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Bij de toepassing van de in 16.1 bedoelde vrijstellingsbevoegdheid, geldt de procedure, zoals vervat in artikel 18.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid III de bestemmingen 'Water' en 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Verkeer' als bedoeld in artikel 8 ten behoeve van een brug met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid IV de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' als bedoeld in artikel 3 ten behoeve van de uitbreiding van bedrijven óf in de bestemming 'Maatschappelijk' als bedoeld in artikel 6 ten behoeve van de uitbreiding van maatschappelijke doeleinden waarbij opslag van grond is toegestaan met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen ten aanzien van:
Bij toepassing van de nadere eisen regeling als in deze voorschriften is op de voorbereiding van een besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld in deze voorschriften is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij het toepassen van de bevoegdheid tot wijzigen als bedoeld in deze voorschriften is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij het toepassen van de aanlegvergunning als bedoeld in deze voorschriften geldt de procedure zoals vervat in de artikelen 44 e.v. van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Bouwwerken, welke ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot:
Bouwwerken, die bestaan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, dan wel nadien nog kunnen worden opgericht met in achtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en die afwijken van het plan, mogen op voorwaarde dat de bestaande afwijking van het plan naar aard niet wordt vergroot en behoudens onteigening eenmalig worden uitgebreid met een maximum van 10% van de op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan bestaande inhoud.
Het gebruik van gronden anders dan voor bebouwing alsmede het gebruik van zich op die gronden bevindende bouwwerken, dat in strijd is met het in artikel 14 bepaalde en dat reeds plaatsvond vóór de datum, waarop het plan onherroepelijk rechtskracht heeft verkregen, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik van de gronden en opstallen te wijzigen, tenzij door wijziging van het gebruik de afwijking van het plan niet wordt vergroot.
Overtreding van het bepaalde in 4.5.1, 10.5.1, 11.4.1, 12.5.1, 14.1, 14.2 en 19.5 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2 van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als: 'Voorschriften bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen'.
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Naarden d.d. 4 februari 2009 tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen'.
Mij bekend,
De voorzitter De griffier