Plan: | NNN-compensatie Kattendijk |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1931.BP2304BG023-VO01 |
het bestemmingsplan NNN-compensatie Kattendijk met identificatienummer NL.IMRO.1931.BP2304BG023-VO01 van de gemeente Krimpenerwaard;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning op grond van de Monumentenwet 1988 beschikt;
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn;
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde, met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context;
a. bestaande bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
b. bestaand gebruik: bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
de oppervlakte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang, voorkomende in dat gebied;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
recreatief nachtverblijf voor een korte aaneengesloten periode van maximaal 2 maanden, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, stacaravans, chalets of recreatiewoningen, uitsluitend door diegenen die hun woonadres elders hebben;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
een werk, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde met dien verstande dat uitsluitend terreinafscheidingen zijn toegestaan met een maximale hoogte van 1,5 meter.
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.1 onder c om na 1 januari 2024 het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen toe te staan indien een uitbraak van storingssoorten dreigt, mits:
Het is verboden om op de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.5.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 3.5.1 kan slechts worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in lid 6.1 genoemde landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1, wint het bevoegd gezag advies in bij een ecologisch deskundige.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 onder b, wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van te verwachten archeologische waarden van gronden met een middelhoge archeologische verwachting in verband met oever- en crevasseafzettingen Hollandse IJssel en Lek, Vlist, Lopikerwetering en afgedekte ondiepe rivierduinen (< ca. 2 m -Mv), waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 4' mede bestemde gronden.
Het in lid 4.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 4.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag:
Het in lid 4.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 wordt slechts verleend indien:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bepaalde in lid 7.1, onder b, is niet van toepassing op:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'NNN-compensatie Kattendijk'.