Plan: | Centrum Voorstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1930.BVCTRVOORSTRAAT-3001 |
Ingevolge artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening wordt voor een gebied eens in de 10 jaar een bestemmingsplan vastgesteld. Op grond van artikel 3.1, lid 4 kunnen, indien een bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar, in relatie tot dit bestemmingsplan geen vorderingen meer worden gedaan voor door de gemeente verrichte diensten (bouwleges). De Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening d.d. 1 juli 2008 regelde een overgangstermijn van 5 jaar waarbinnen de gemeenten alle bestemmingsplannen geactualiseerd moesten hebben door vaststelling van bestemmingsplannen of beheersverordeningen. De actualisatie van diverse bestemmingsplannen diende daarom te zijn afgerond voor 1 juli 2013.
De gemeente Nissewaard beschikt, dankzij de versnelde actualisatie van diverse bestemmingsplannen, over een actueel bestand van bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Inmiddels doet zich de situatie voor, dat bij de invoering van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 nog actuele bestemmingsplannen toe zijn aan een herziening omdat de tien jaren termijn wordt overschreden. Deze situatie doet zich voor bij het bestemmingsplan Centrum Voorstraat, vastgesteld op 7 juni 2006.
In het kader van de actualisatie van het bestemmingsplan Centrum Voorstraat werd gekozen voor een aanpak van het gehele centrumgebied ten einde de systematiek van alle voor het centrum vigerende bestemmingsplannen optimaal op elkaar af te stemmen. Op hoofdlijnen houdt een actualisatie in dat nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan niet worden meegenomen. Het karakter van een actualisatie is dus beperkt.
Vanuit diverse overwegingen is voor het centrum van Spijkenisse nieuw beleid ontwikkeld. In dit verband kan gewezen worden op onder meer de Detailhandelsvisie Nissewaard. Daarnaast is voor het centrum een Bedrijfsinvesteringszone (Biz) ingesteld. Duidelijk is dat een herziening van de “centrum-“ bestemmingsplannen door de eerder voorgenomen actualisatie in het kader van dit beleid en deze ontwikkelingen een te beperkt karakter heeft. Met name nu het beleid een definitieve vorm krijgt en er ambities zijn om in het centrum te schakelen naar “uitnodigingsplanologie” sluit een beperkte actualisatie van de geldende bestemmingsplannen niet op deze ambities aan. Een vernieuwende aanpak door een brede herziening van het bestemmingsplan ligt meer voor de hand en verhoudt zich ook tot het BIZ en de hiermee gepaard gaande inspanningen. Het bestemmingsplan Centrum 2016 kan in dit kader niet meer gezien worden als een actualisatieplan. Het plan wordt opgepakt als een bestemmingsplan waarin alle ontwikkelingen worden meegenomen.
Voor een klein gedeelte van het stadscentrum geldt het bestemmingsplan Centrum Voorstraat . Ingevolge artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening wordt voor een gebied eens in de 10 jaar een bestemmingsplan of een beheersverordening vastgesteld. Door vaststelling van deze beheersverordening wordt aan de herzieningsplicht voldaan.
Het verordeningsgebied is op onderstaande figuur (figuur 1) nader aangeduid. Het betreft een gedeelte van het oorspronkelijk bestemmingsplan Centrum-Voorstraat.
Fig. 1 Verordeningsgebied Centrum Voorstraat
In de Wet ruimtelijke ordening is in de artikelen 3.38 en 3.39 de figuur beheersverordening opgenomen om gemeenten naast het bestemmingsplan een instrument te bieden om gebieden met een lage dynamiek van een passende planologische bescherming te voorzien. De regeling beschermt de bestaande situatie en regelt het bestaande gebruik.
Een beheersverordening legt de bestaande situatie vast. Hierbij kan gekozen worden voor de situatie zoals deze feitelijk is of voor de situatie zoals die volgens het vigerende bestemmingsplan (i.c. Centrum Voorstraat) is toegelaten. De wet bepaalt niet uit welke componenten een beheersverordening bestaat maar, in aansluiting op de andere ruimtelijke ordeningsinstrumenten en het feit dat de verordening geldt voor een bepaald gebied, zal de verordening, praktisch gezien, bestaan uit een gebiedsaanduiding door middel van een kaart, regels en eventueel een toelichting.
Voor de beheersverordening geldt, nu in feite slechts bestaande rechten worden vastgelegd, geen bijzondere procedure. De verordening treedt na vaststelling in werking. Tegen de vaststelling kan geen beroep worden ingesteld. De verordening dient als toetsingsgrond voor aanvragen om omgevingsvergunning en het gebruik van gronden en gebouwen.
De beheersverordening is één van de instrumenten voor het ruimtelijk beheer van het gebied. Het beheer worden mede bepaald door:
Voor het gehele centrum van Spijkenisse wordt gewerkt aan één bestemmingsregeling. Gelet op onder meer het nieuw ontwikkelde beleid en de hierin opgenomen gewenste ontwikkeling voor het bestemmingsplan Centrum, alsmede de vorming van een Bedrijven Investeringszone (BIZ) kan niet worden volstaan met een eenvoudige snelle actualisatie, maar dient een nieuwe bestemmingsregeling te worden ontwikkeld. Vooruitlopend op deze algehele herziening van de voor het centrumgebied geldende bestemmingsplannen wordt voor het gebied Centrum Voorstraat een beheersverordening vastgesteld ten einde te voorkomen dat niet aan de herzieningsplicht in artikel 3.1, lid 2 Wet ruimtelijke ordening wordt voldaan.
De herzieningsverplichting speelt uitsluitend voor het gedeelte Voorstraat van het centrum van Spijkenisse. De overige bestemmingsplannen, die gelden voor het centrum zijn:
Voor deze plannen speelt een actualisatieplicht dus pas van af 2019.
De beheersverordening Centrum-Voorstraat is gebaseerd op de volgende uitgangspunten.
Daarnaast geldt, als niet inhoudelijk uitgangspunt, dat de verordening digitaal raadpleegbaar moet zijn.
Het bestemmingsplan Centrum-Voorstraat is, behoudens voor het toen nog te realiseren Uitplein, een conserverend bestemmingsplan. In aansluiting op het bestemmingsplan Centrum-Voorstraat 1995 werd in de Voorstraat het gebruik, met name voor wat betreft horeca, beperkt tot de toen als zodanig in gebruik zijnde oppervlakten.
Van de nu vigerende regeling zijn van belang de bestemmingen Centrumdoeleinden I en II en de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied. Op het kaartbeeld zijn met name de molenbiotoop van belang en de aanduiding "ruimtelijke karakteristiek", zoals die zijn opgenomen in het huidige kaartbeeld.
In het bestemmingsplan is het gebied onderscheiden in 4 deelgebieden en is uitgegaan van twee bestemmingen Centrumdoeleinden I en II waarbinnen de functies detailhandel, dienstverlening, bedrijvigheid, maatschappelijk voorzieningen, wonen, kantoren, horeca en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. Daarnaast hebben de gronden de dubbelbestemming "Archeologisch waardevol gebied" vanwege de aanduiding "hoge waarde".
Gezien de relatieve ruime bestemmingsregeling wordt in de beheersverordening gekozen voor het toelaten van het huidige gebruik of laatst bekende gebruik van gronden en panden. Overigens kan onder de huidige regelgeving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op vrij eenvoudige wijze worden meegewerkt aan het toelaten van een ander gebruik van gronden en gebouwen.
Voor het gehele gebied van de beheersverordening wordt, gelet op de dubbelbestemming "Archeologisch waardevol gebied", vastgelegd dat een omgevingsvergunning is vereist voor de uitvoering van werkzaamheden in de grond. Vergunning wordt verleend nadat archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en dit aan de grondwerkzaamheden niet of niet meer in de weg staat.
Op de kaart behorende bij het verordeningsgebied is de molenbiotoop nader aangeduid. In de regels behorende bij de verordening is aparte regeling vastgelegd met betrekking tot de molenbiotoop.
Bij het bestemmingsplan Centrum-Voorstraat behoort eveneens een kaart met hierop aangegeven de ruimtelijke karakteristiek van panden. De kaart is als bijlage aan de beheersverordening toegevoegd.
Zoals vermeld is, na de realisatie van de horeca rond het Uitplein, het bestemmingsplan Centrum-Voorstraat in feite een conserverend bestemmingsplan. Door in de beheersverordening uit te gaan van bestaand gebruik en bestaande bebouwing wordt het gebied beschermd overeenkomstig de huidige planologische regeling. Aan de toelichting is als bijlage toegevoegd een luchtfoto van het plangebied.
Bij het opstellen van de beheersverordening is rekening gehouden met de toepassing van aanvullende instrumenten zoals de wettelijke regeling voor het vergunningvrij bouwen, de planologische kruimelgevallen regeling, de bevoegdheid om (ruimtelijke onderbouwd) af te wijken van de beheersverordening.
Voor diverse gebieden zijn in Spijkenisse beheersverordening vastgesteld. De verordening zijn alle digitaal raadpleegbaar maar de inrichting en opbouw van de verordeningen verschilt min of meer al naar gelang het gebied waarvoor de regeling geldt. Deze werkwijze stuit niet op problemen. Alle verordeningen zijn duidelijk en goed raadpleegbaar.
In dit hoofdstuk wordt kort stilgestaan bij het ruimtelijk beleid van andere overheden voor zover dit voor de onderhavige beheersverordening van belang is. Nu de verordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt behoeft op de relatie tussen verordening en beleid slechts beperkt te worden ingegaan. Volstaan wordt met het noemen van enkele algemene visies die een relatie kunnen hebben met het gebied en het zonodig toelichten van deze relatie.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is op 13 maart 2012 de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. Een van de belangrijkste beleidsdoelen van deze visie is een gezonde en veililge leefomgeving als basis voorwaarde vioor burgers en ondernemers. Dit wordt vooral vertaald in het verbeteren van de milieukwaliteit, bescherming tegen geluidoverlast en externe veiligheid risico's. Bij belangrijke ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen moeten de milieueffecten worden afgewogen.
De beheersverordening voorziet niet in ontwikkelingen als bedoeld in dit nationale beleid. Het beleid staat niet aan vaststelling van de beheersverordening in de weg.
Omgevingswet
Momenteel is de Omgevingswet in voorbereiding. Het wetsontwerp is inmiddels al vastgesteld in de Tweede en Eerste Kamer. De inwerkintreding van de wet is voorzien in 2018. De bedoeling van de wet is dat alle sectorale wetgeving wordt samengevoegd in één wettelijke regeling. Een snelle en eenvoudige toetsing van initiatieven moet leiden tot één aanvraag en één vergunning. De wet gaat uit van een integrale benadering van gebiedsontwikkeling door vaststelling van een omgevingsvisie. De omgevingsvisie komt tot stand door ruimte participatie, overleg met gebruikers en andere stakeholders, diverse (keten-) partners en andere overheden. Initiatiefnemers worden uitgenodigd tot gebiedsontwikkeling. Gebiedsontwikkeling is geen aantasting meer van bestaande rechten maar is vanzelfsprekende doorontwikkeling hiervan.
Volgens de Invoeringswet omgevingswet, die nu eveneens wordt voorbereid, worden bestemmingsplannen en beheersverordeningen na invoering van de Omgevingswet, gedurende een overgangsperiode gezien als omgevingsplan. Ook na invoering van de Omgevingswet is het gebied Centrum-Voorstraat dus voorzien adequate bestemmingsregeling.
Structuurvisie Ruimte en Mobiliteit en de Verordening Ruimte (juli 2014)
De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting en de ruimtelijke kwaliteit van de beschikbare ruimte in Zuid-Holland. Beoogd wordt een aantrekkelijke leefomgeving en een goede concurrentiepositie. Hiertoe zijn de Structuurvisie Ruimte en Mobiliteit en de Verordening Ruimte vastgesteld.
De beheersverordening Centrum-Voorstraat beïnvloedt het beleid neergelegd in genoemde documenten niet. Een verdere toelichting is in casu dan ook niet noodzakelijk
Gebiedsprofiel Voorne-Putten
Het gebiedsprofiel Voorne-Putten omschrijft de ruimtelijke kwaliteiten en ambities voor (landelijke gebieden. Het gebiedsprofiel vormt een handreiking voor gemeenten voor de op te stellen beeldkwaliteitsparagraaf bij bestemmingsplannen voor stads- en dorpsranden. Ook dit beleid is niet van invloed op de beheersverordening Centrum-Voorstraat.
Molenbiotoop
Het gebied Centrum Voorstraat vormt onderdeel van de molenbiotoop behorende bij de molen "Nooit Gedacht" in het Noordeinde. De beheersverordening laat in het gebied geen nieuwe ontwikkelingen toe en sluit in die zin aan op de molenbiotoop. Het betreffende gedeelte van de molenbiotoop is op de kaart in de bijlage opgenomen. In de regels behorende bij de verordening is aparte regeling vastgelegd met betrekking tot de molenbiotoop. De regeling is overeenkomstig provinciaal beleid.
Structuurvisie 2010-2020
Voor de kern Spijkenisse is, vanuit het beleid van Nissewaard, van belang de Structuurvisie 2010-2020. Voor het centrum van Spijkenisse gaat deze visie uit van in hoofdzaak winkels in dagelijkse en niet-dagelijkse boodschappen en horeca. De beheersverordening sluit hier op aan door de huidige bestemmingsregeling voor het gebied Centrum-Voorstraat te consolideren.
Detailhandelsvisie Nissewaard
De Detailhandelsvisie Nissewaard is vastgesteld op 6 april 2016. De visie is tot stand gekomen in overleg met verschillende zakelijke belanghebbenden en andere gebruikers van het centrum van Spijkenisse.
De detailhandelsvisie is belangrijk voor het beleid neergelegd in de bestemmingsplannen voor het centrum. De visie noemt voor deze plannen in hoofdzaak de volgende (ruimtelijk relevante) punten:
In het vaststellingsproces is hieraan toegevoegd:
Met de eerder voorgenomen beperkte herziening (actualisatie) van de voor het centrumgebied geldende bestemmingsplannen kon in het licht van detailhandelsvisie niet worden volstaan. Er is daarom gekozen voor een vernieuwende aanpak door een brede herziening van alle bestemmingsplannen voor het centrumgebied.
Voor een klein gedeelte van het stadscentrum geldt het bestemmingsplan Centrum Voorstraat, vastgesteld op 7 juni 2006. Ingevolge artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening wordt voor een gebied eens in de 10 jaar een bestemmingsplan of een beheersverordening vastgesteld. Voor het gebied Centrum-Voorstraat wordt in het kader van deze verplichting deze beheersverordening vastgesteld. Voor het gehele centrumgebied zal op basis van het nieuwe beleid een nieuwe bestemmingsregeling worden ontwikkeld.
Archeologie
In 2011 is in Spijkenisse gemeentebreed archeologisch beleid ontwikkeld waarmee een goede inbreng in de ruimtelijke planvorming is gewaarborgd. Op de Archeologische Waarden- en beleidskaart (AWK), die hiervan onderdeel uitmaakt, wordt het gebied 'Centrum - Voorstraat aangeduid als een gebied met een hoge archeologische verwachting. Dit heeft te maken met de ligging van het gebied in het historisch centrum van Spijkenisse in de omvang van 1850. De archeologische waarden worden verwacht op een diepte van 0,5 meter onder het maaiveld.
Volgens het bestemmingsplan 'Centrum - Voorstraat ' uit 2006 heeft het gebied waarvoor de beheersverordening in de plaats komt de dubbelbestemming "archeologisch waardevol gebied". Ingevolge deze bestemming geldt al het vereiste van een omgevingsvergunning voor de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde (voorheen de aanlegvergunning) en voor de uitvoering van grondwerk dieper dan 0,5 meter onder het maaiveld.
Het bestemmingsplan 'Centrum - Voorstraat ' is ouder dan de AWK. In verband hiermee wordt de beheersverordening met betrekking tot de archeologie - hiertoe geadviseerd door het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) - conform de recentere beleidsinstrumenten AWK en het bestemmingsplan 'Centrum 2012' geactualiseerd door de toevoeging van een marge van de toegestane verstoringsoppervlakte.
Waarde - Archeologie
Voor het gehele plangebied geldt een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor bouw- en graafwerkzaamheden die dieper reiken dan 50 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 100 vierkante meter beslaan.
In dit hoofdstuk worden enkele omgevingsaspecten benoemd. Aangezien er sprake is van een beheersverordening en in het gebied geen ontwikkelingen zijn voorzien wordt volstaan met het benoemen van alleen die aspecten die een relatie kunnen hebben met het gebied Centrum-Voorstraat.
De Wet geluidhinder onderscheidt de geluidsbronnen spoorweglawaai, wegverkeerslawaai en industrielawaai. In het gebied waarvoor de beheersverordening geldt zijn twee geluidsbronnen relevant te weten wegverkeerslawaai en industrielawaai. De bouw van nieuwe geluidgevoelige functies is ingevolge de beheersverordening niet toegelaten. Geluidsonderzoek in verband met de vaststelling van de verordening is dan ook niet noodzakelijk.
Er is sprake van een bestaande situatie. De beheersverordening voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op de luchtkwaliteit.
Voor het gebied waarop de beheersverordening betrekking heeft is slecht één risicobron relevant. De relevante risicobron betreft het bedrijf Shell Nederland Raffinaderij, Vondelingenplaat, Pernis. Het bedrijf heeft een invloedsgebied van 3400 meter. De afstand tot het beheersverordeningsgebied bedraagt 2800 meter.
De beheersverordening handhaaft de bestaande situatie. Ontwikkelingen die van invloed zijn op het plaatsgebonden risico of het individueel risico zijn niet voorzien in de verordening. Nu sprake is van een bestaande situatie waarin geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt is verder specifiek onderzoek en advisering door de Veiligheidsregio Rotterdam niet noodzakelijk.
Het plangebied is een centrumgebied dat gebruikt wordt ten dienste van detailhandel, dienstverlening, bedrijvigheid, kantoren, horeca, wonen en maatschappelijke doeleinden. In de nu vigerende bestemmingsregeling is vastgelegd waar de verschillenden functies zijn. Door middel van de bijlage kaart bestaand gebruik wordt in de beheersverordening vastgelegd, overeenkomstig de nu vigerende bestemmingregeling waarbinnen horeca en bedrijvigheid, zijn toegestaan. Eveneens via de bijlage kaart bestaand gebruik is aan het bestaand gebruik de staat van bedrijfsactiviteiten gekoppeld. In die zin wijzigt de bestemmingsregeling niet en is verder onderzoek niet noodzakelijk.
De vaststelling van de beheersverordening leidt niet tot wijziging in de waterhuishouding. Er zijn geen ontwikkelingen toegelaten die van invloed zijn op de waterhuishouding.
Het gebied Centrum Voorstraat is stedelijk (centrum)gebied. In het gebied bevinden zich geen elementen of diersoorten op grond waarvan in de Flora en Faunaregelgeving niet tot handhaving van bestaand gebruik en dergelijke als bedoeld in de beheersverordening kan worden besloten. Voor van de verordening afwijkende ontwikkelingen zal telkens moeten worden bezien of hierbij te beschermen flora en fauna in het geding is.
De Voorstraat vormt vanaf de 12e eeuw in de vorm van een dijkstraat een bewoningskern. De huidige bebouwing kenmerkt zich door een aangesloten bebouwing van individuele panden. Deze panden kenmerken zich door een betrekkelijk smalle voorgevel. Het bestemmingsplan Centrum- Voorstraat koppelt aan deze panden via de bouwvoorschriften de kaart “ruimtelijke karakteristiek”, hierdoor blijft de bestaande maatvoering behouden. De beheersverordening neemt door de vaststelling van bestaande situatie deze “ruimtelijke karakteristiek” over.
In het plangebied zijn geen leidingen aanwezig genoemd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Ook leidingen die niet vallen onder genoemd besluit hebben niet een zodanig bijzonder risico dat deze expliciet moet worden genoemd. Bovendien voorziet de beheersverordening niet in nieuwe ontwikkelingen.
De regels van de beheersverordening sluiten zoals blijkt uit het vorenstaande bij de bestaande situatie en het nu vigerende bestemmingsplan Centrum-Voorstraat.
De regels van deze beheersverordening kennen een indeling die vergelijkbaar is met die van een bestemmingsplan. De indeling is als volgt:
In de gebiedsregels is beschreven wat ingevolge de beheersverordening is toegestaan. De verordening is opgebouwd uit 9 artikelen die van toepassing zijn op het verordeningsgebied. Het verordeningsgbied is is vastgelegd op de bij de verordening behorende kaart door middel van het besluitvlak.
In artikel 1 van de verordening zijn alle begrippen opgenomen uit het bestemmingsplan Centrum-Voorstraat e.o. en zijn enkele begrippen toegevoegd die in latere bestemmingsplannen standaard worden gehanteerd. Een belangrijk toegevoegd begrip is het begrip “bestaand”. Hier wordt een koppeling gelegd tussen het feitelijke gebruik, de feitelijke bebouwing en het gebruik en bebouwing, die in gevolge het vigerende bestemmingsplan Centrum- Voorstraat e.o.
Door deze werkwijze sluiten de regels van de beheersverordening volledig aan op de nu geldende bestemmingsregeling van het bestemmingsplan Centrum-Voorstraat e.o. Bestaande rechten van belanghebbenden in het plangebied worden niet gewijzigd. Vaststelling van de onderhavige beheersverordening heeft dan ook geen financiële consequenties in de zin van bijvoorbeeld planschade.
In de gebiedsregels is vastgelegd dat gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig feitelijk gebruik en als zodanig in stand mogen worden gehouden. Hierbij is bepaald ten aanzien van gebruik en bebouwing, dat gebruik en bebouwing overeenkomstig de nu vigerende bestemming is toegestaan met inachtneming van onder andere de bepaling voor archeologie. De nu geldende bestemmingen zijn, voor zover relevant, als bijlage aan de regels van de verordening toegevoegd. Dit geldt ook voor de kaart “ruimtelijke karakteristiek” en de staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij het bestemmingsplan Centrum- Voorstraat .
Bij de verordening hoort de volgende bijlagen:
Bijlage bij de Toelichting op de verordening