a. in verband met het toezicht en onderhoud van (hoofd)watergangen mag geen bebouwing worden geprojecteerd bij alle watergangen, binnen de stroken grond ter breedte van 3 m landwaarts, gemeten vanaf de bovenkant van de taluds;
b. het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a teneinde een kleinere afstand toe te laten, na overleg met de waterbeheerder.