Plan: | De Drie Ster |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.wp100190066-4001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan 'De Drie Ster' van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.wp100190066-4001 met de bijbehorende regels;
onder het geldend bestemmingsplan wordt verstaan: het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Heron' met identificatienummer NL.IMRO.1926.BP00110066-4001, vastgesteld op 29 maart 2012.
de 1e partiele herziening bedrijvenpark Heron met identificatienummer NL.IMRO.1926.he100180066-4001 , vastgesteld op 26 mei 2019
voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Heron', vastgesteld door de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp op 29 maart 2012.
de regels die deel uitmaken van het geldend bestemmingsplan zijn op deze wijziging van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat indien in het vigerende bestemmingsplan verwezen wordt naar de verbeelding, de bij het wijzigingsplan behorende verbeelding wordt bedoeld. Volledigheidshalve zijn de regels behorende bij de relevante enkel- en dubbelbestemmingen tevens opgenomen in Hoofdstuk 2.
dit plan wijzigt de verbeelding met nummer NL.IMRO.1926.BP00110066-4001 van het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Heron', vastgesteld door de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp op 29 maart 2012, overeenkomstig de wijze zoals vervat in de verbeelding behorend bij dit plan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel met uitzondering van dakkapellen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie: | ter plaatse van de aanduiding: |
1, 2 of 3.1 | bedrijf tot en met categorie 3.1 |
1, 2, 3.1 of 3.2 | bedrijf tot en met categorie 3.2 |
1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 | bedrijf tot en met categorie 4.1 |
1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 of 4.2 | bedrijf tot en met categorie 4.2 |
zelfstandige kantoren met een maximaal totaal bruto vloeroppervlak van 20.000 m2 | kantoor |
een en ander met uitzondering van:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en andere masten | 6 meter |
erf- of perceelafscheidingen | 3 meter |
warmtebuffer | 12 meter |
overige andere bouwwerken | 3 meter |
Met een omgevingsvergunning mag worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 en 3.2 ten behoeve van de bouw van een miniwindturbine, mits per geval is aangetoond dat de miniwindturbine, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving op het gebied van beeldkwaliteit, geluidhinder en veiligheid redelijkerwijs kan worden toegestaan op de betreffende locatie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de bouwhoogte van gebouwen, ter waarborging van:
Met een omgevingsvergunning mag worden afgeweken van:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, mag niet meer dan 3 m bedragen.
De voor "Waarde - Archeologie - 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1 mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betreft:
Het is verboden, behoudens het bepaalde in sublid 5.3.2 om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 5.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 5.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming "Waarde - Archeologie - 2" naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
De bouw- en bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden door:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij de wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten als volgt wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan De Drie Ster van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.