Plan: | Oude Leedeweg 39/39a, Pijnacker |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.wp000230007-4001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan "Oude Leedeweg 39/39a, Pijnacker" van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.wp000230007-4001 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een al of niet voor bewoning bestemd gebouw dat aan een woning is aangebouwd en daarmee in directe verbinding staat;
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder een paardenfokkerij, met uitzondering van paardenhouderij en manege;
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van agrarische werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van agrarische werktuigen of apparatuur;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
het in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:
de totale oppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein.
het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, waaronder begrepen kinderopvang, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist, pedicure, in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een voor verblijf geschikt deel van een gebouw, gelegen tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en dak);
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. In dit plan worden een horecabedrijf alsmede het uitsluitend via internet aanbieden van diensten en producten, waarbij geen verkoopruimte voor rechtstreekse verkoop aanwezig is en aflevering ter plaatse aan consumenten plaatsvindt, niet als detailhandel aangemerkt;
een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel of gevellijn van het gebouw uitsteekt;
vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een functie gericht op permanent of daarmee vergelijkbaar wonen of verblijf van personen.
de teelt van tuinbouwgewassen met behulp van kassen.
een veehouderij, akkerbouwbedrijf, tuinbouw- of fruitteeltbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel, met uitzondering van paardenhouderij en manege.
een bedrijf, dat vermeld is in de bij dit plan behorende Staat van Horeca-activiteiten, waarvan de hoofdactiviteit één of meer van de volgende activiteiten is:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een persoon of groep van personen waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
Verhuur van een deel van een woning door een eigenaar/bewoner die zelf hoofdverblijf heeft in de woning. Waarbij:
het (laten) bewonen van een (deel van een) gebouw waarin zich 3 of meer onzelfstandige woonruimten bevinden en/of dat wordt bewoond door drie of meer personen die geen gezamenlijke huishouding voeren;
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming.
de bovenkant van de gronden van het terrein;
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening.
de ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende activiteit enerzijds en (milieu)gevoelige functie anderzijds, ter voorkoming van hinder en gevaar bij gevoelige functies.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen en welke constructie zelf niet wordt aangemerkt als een gebouw.
een volwaardig aan de grond gebonden agrarisch bedrijf dat zich richt op het bedrijfsmatig, op agrarische productie gericht opfokken, huisvesten en trainen (zadelmak maken) van paarden en pony’s tot een leeftijd van maximaal drie jaar.
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
het punt waar vanuit de hoogte van bouwwerken (of onderdelen) wordt gemeten:
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen;
het samenvoegen van twee of meer zelfstandige woningen tot één zelfstandige woning;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;
een als een gebouw aan te merken caravan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief woonverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief woonverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen.
de visuele weergave van een bestemmingsplan. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge als de digitale wijze verstaan;
het gebruiken of laten gebruiken van een (gedeelte van een) gebouw waar wonen is toegestaan ten behoeve van kamergewijze bewoning. Hieronder wordt tevens verstaan het toevoegen van onzelfstandige woonruimten aan bestaande situaties van kamergewijze bewoning;
het omzetten van één zelfstandige wooneenheid in meerdere onzelfstandige woningen;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een hoofdgebouw gelegen gevel;
de als zodanig op de plankaart aangeduide lijn of, indien niet aangeduid op de plankaart, de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
gehuisvest zijn in een woning;
een complex van aaneengesloten ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
het opsplitsen van één zelfstandige wooneenheid in twee of meer zelfstandige woningen;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
boven peil, tussen de buitenwerkse vlakken van de zijgevels.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor ‘Agrarisch - Weide’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd en herbouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3, ten behoeve van het gebruiken van gronden als paardenbak en het aldaar bouwen van andere bouwwerken ten dienste daarvan, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in sublid 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 3.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd woningen en bij de bestemming behorende andere bouwwerken.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Woningen
bouwwijze: | ter plaatse van de aanduiding: |
uitsluitend vrijstaand | vrijstaand |
Andere bouwwerken
De bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
Bouwwerken | Maximale bouwhoogte |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de gevellijn, op een terrein waarop een gebouw staat | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het uitoefenen van een beroep en/of bedrijf aan huis is toegestaan mits:
Ter plaatse van de aanduiding ‘ontsluiting’ is een ontsluiting toegestaan van maximaal 3,85 m breed.
Het gebruiken en/of laten gebruiken van de voor 'Wonen' aangewezen gronden en opstallen conform '4.1' en het bouwen van woningen, is alleen toegestaan als sloop van kassen en overige voormalige bedrijfsgebouwen volledig is uitgevoerd, met uitzondering van het behoud van bijbehorende bouwwerken die conform Bijlage II Besluit omgevingsrecht (zoals deze geldt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan) ter plaatse vergunningvrij zijn toegestaan.
Het gebruiken en/of laten gebruiken van de voor 'Wonen' aangewezen gronden en opstallen conform '4.1' en het bouwen van woningen, is alleen toegestaan nadat verkennend bodemonderzoek heeft plaatsgevonden en de bodem geschikt is gemaakt, en door een ter zake deskundige geschikt wordt bevonden, voor de beoogde functie.
Het realiseren van gebouwen is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - stedenbouwkundige inpassing' uitsluitend toegestaan indien deze gebouwen voldoen aan de Beeldkwaliteitsparagraaf, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan landschappelijke en stedenbouwkundige waarden.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betreft:
Behoudens het bepaalde in lid 5.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 50 m² of meer:
Het in sublid 5.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 5.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betreft:
Behoudens het bepaalde in lid 6.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 6.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 200 m² of meer:
Het in sublid 6.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 6.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op de gronden als bedoeld in 7.1 ten dienste van en behorende bij de in dat lid onder a bedoelde doeleinden toegestaan:
Het bouwen en gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in 7.1, mag uitsluitend geschieden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding ‘Overige zone - beschermingszone waterkering’ zijn de gronden primair bestemd voor de waterkering en waterhuishouding. Bouwen ter plaatse van de aanduiding is niet toegestaan, tenzij door het bevoegd gezag een omgevingsvergunning is verleend en advies hiervoor is gevraagd aan het Hoogheemraadschap.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de Hoofdstuk 2 opgenomen bestemmingsregels en toestaan dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan "Oude Leedeweg 39/39a, Pijnacker" van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.