direct naar inhoud van Regels
Plan: Boezemzoom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp000140087-4001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 het plan

het bestemmingsplan 'Boezemzoom' van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.bp000140087-4001 met de bijbehorende regels;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bedrijf:

inrichting waar de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, handel, vervoer of nijverheid plaatsvindt;

1.8 bedrijfsgebouw:

een gebouw ten dienste van en behorende bij een bedrijf, instelling of voorziening, niet zijnde een bedrijfs- of andere woning;

1.9 bedrijfsvloeroppervlakte:

de brutovloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen;

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 Bevi-inrichting:

een in het Besluit externe veiligheid inrichtingen bedoelde inrichting die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kan veroorzaken doordat risicobronnen op de betreffende bedrijfslocatie buiten de perceelsgrenzen een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar;

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwlaag:

Voor verblijf geschikt deel van een gebouw, gelegen tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en dak);

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;

1.17 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.18 bruto vloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;

1.19 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan worden een horecabedrijf alsmede het uitsluitend via internet aanbieden van diensten en producten, waarbij geen verkoopruimte voor rechtstreekse verkoop en aflevering ter plaatse aan consumenten plaats vindt, niet als detailhandel aangemerkt;

1.20 dienstverlening:

het beroepsmatig verlenen van diensten waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in:

  • a. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening: het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden;
  • b. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus. Hieronder worden niet verstaan belhuizen.
1.21 extensieve openluchtrecreatie:

vormen van recreatief medegebruik van een (natuur)gebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;

1.22 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.23 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.24 kantine:

een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming;

1.25 onderkomen:

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;

1.26 peil:

het punt waarvanuit de hoogte van bouwwerken (of onderdelen) wordt gemeten:

  • 1. de hoogte van de kruin van de weg: in geval van een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan die weg grenst en de onderzijde van de hoofdtoegang op maximaal 0,25 m boven of onder de hoogte van de kruin is gelegen;
  • 2. in andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw;
1.27 seksinrichting:

een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;

1.28 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 2 van deze regels deel uitmaakt;

1.29 verbeelding

de visuele weergave van een bestemmingsplan. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge-, als de digitale wijze verstaan;

1.30 voorgevel:

de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;

1.31 voorgevelrooilijn:

de lijn die buitenwerks loopt langs de voorgevel van een gebouw en/of de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn;

1.32 woning:

een complex van aaneengesloten ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. industriële en ambachtelijke (verzorgende) bedrijven en industriële en ambachtelijke activiteiten alsmede groothandelsbedrijven en groothandelsactiviteiten die zijn aangeduid als milieucategorieën 1, 2 en/of 3.1 van de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • b. een bedrijf voor op- en overslag, bewerking en verwerking van afvalstoffen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - op- en overslagbedrijf';
  • c. bij het bedrijf behorende wegen met bijbehorende paden en bermen;
  • d. groen-, parkeer-, en overige voorzieningen zoals nutsvoorzieningen behorende bij een bedrijfsterrein.

een en ander met uitzondering van:

  • e. detailhandel, behoudens productiegebonden detailhandel na toepassing van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.2;
  • f. bedrijven die krachtens artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder;
  • g. bedrijven die een Bevi-inrichting zijn of een Bevi-inrichting omvatten;
  • h. bedrijven die inrichtingen zijn, genoemd in de onderdelen C of D van de Bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd

  • a. gebouwen, niet zijnde bedrijfs- of andere woningen, en
  • b. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.
3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage van het bouwvlak;
  • c. per bedrijf mag ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak benut worden ten behoeve van kantoren behorende bij bedrijven tot een maximum van 500 m²;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen als bedoeld in sublid 3.2.1, onder a, mag niet meer bedragen dan op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. de hoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

andere bouwwerken   max. hoogte  
luifels, vlaggen- en andere masten:   6 m  
erf- of perceelafscheidingen op of rond een terrein met daarop een gebouw:   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken:   3 m  

  • f. in afwijking van het bepaalde in sub a, mogen bergingen, fietsenstallingen en andere ondergeschikte dienstgebouwen buiten bouwvlakken worden gebouwd, tot bij elke bedrijfsvestiging een gezamenlijke oppervlakte van 100 m2 en een hoogte van 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Parkeernormen

Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 1 Nota parkeernormen.

3.3.2 In- en uitrit

Elk bedrijf dient te voorzien in één in- en uitrit. De maximale breedte van een in- en uitrit bedraagt 8 m gemeten op de erfgrens.

3.3.3 Vormen van strijdig gebruik van bouwwerken

Tot een strijdig gebruik van bouwwerken, als bedoeld in lid 12.1, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. woondoeleinden;
  • b. de vestiging c.q. uitoefening van een ander bedrijf of inrichting dan volgens het bepaalde in lid 3.1 is toegestaan voor wat de aangegeven milieucategorie betreft;
  • c. de vestiging c.q. uitoefening van een geluidszoneringsplichtige inrichting;
  • d. de vestiging c.q. uitoefening van een andere tak van handel of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 3.1 is toegestaan, behoudens het uitoefenen van kantine-activiteiten.
3.3.4 Vormen van strijdig gebruik van gronden

Tot een strijdig gebruik van gronden, als bedoeld in lid 12.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • b. het opslaan of bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 3.1,onder a.

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. extensieve openluchtrecreatie;
  • b. instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • c. instandhouding en ontwikkeling van watergangen, sloten en andere waterpartijen, waterberging en kades;
  • d. wegen en fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • e. parkeerplaatsen, groenvoorzieningen en bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, en gebruiksvormen ten behoeve van waterbeheer.
4.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van windmolens ten behoeve van waterbeheer, bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

andere bouwwerken   max. hoogte  
andere bouwwerken ten behoeve van waterbeheer:   3 m  
lichtmasten, verkeerstekens en wegwijzers:   6 m  
overige andere bouwwerken:   3m  

4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Recreatie' ter plaatse van de aanduidiging 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf', zonder bouwvlak.

Artikel 5 Recreatie - Natuur

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. extensieve openluchtrecreatie;
  • b. instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • c. instandhouding en ontwikkeling van watergangen, sloten en andere waterpartijen, waterberging en kades, waarbij binnen de bestemming tenminste 14.016 m2 wateroppervlakte gerealiseerd dient te worden;
  • d. wegen en fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • e. parkeerplaatsen ten behoeve van de bestemming, groenvoorzieningen en bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;
  • f. bruggen en duikers.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, en gebruiksvormen ten behoeve van waterbeheer.
5.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van windmolens ten behoeve van waterbeheer, bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

andere bouwwerken   max. hoogte  
andere bouwwerken ten behoeve van waterbeheer:   3 m  
lichtmasten, verkeerstekens en wegwijzers:   6 m  
overige andere bouwwerken:   3m  

Artikel 6 Recreatie - Waterberging

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Waterberging' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een voorziening ten behoeve van waterberging met een minimale inhoud van 20.000 m3, ter plaatse van de aanduiding 'waterberging';
  • b. extensieve openluchtrecreatie;
  • c. instandhouding en ontwikkeling van watergangen, sloten en andere waterpartijen en kades, waarbij binnen de bestemming tenminste 17.156 m2 wateroppervlakte gerealiseerd dient te worden;
  • d. wegen en fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • e. groenvoorzieningen en bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;
  • f. bij de bestemming behorende andere bouwwerken, zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen, een en ander uitgezonderd steigers en andere aanlegplaatsen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, en gebruiksvormen ten behoeve van waterbeheer.
6.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 6.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van windmolens ten behoeve van waterbeheer, bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

andere bouwwerken   max. hoogte  
andere bouwwerken ten behoeve van waterbeheer:   3 m  
lichtmasten, verkeerstekens en wegwijzers:   6 m  
overige andere bouwwerken:   3m  

Artikel 7 Verkeer - Wegverkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebiedsontsluitingswegen, met ten hoogste twee rijstroken;
  • b. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • c. parkeerstroken en -voorzieningen;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. bermen en andere groenvoorzieningen;
  • f. watergangen, ecoducten, bruggen, faunapassages en duikers;
  • g. nutsvoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. ondergeschikte gebouwen en andere bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals abri's en telefooncellen;
  • b. bij de bestemming behorende andere bouwwerken, zoals lichtmasten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties en straatmeubilair, waartoe mede gerekend worden onder- en bovengrondse containers voor huishoudelijke afvalstoffen en fietsenstallingen en -rekken.
7.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 7.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. van gebouwen mag de oppervlakte niet meer dan 20 m² bedragen.
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van de hierna genoemde bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij is aangegeven:

bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
gebouwen   -   3 m  
lichtmasten en andere masten   -   10 m  
informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties   -   10 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   3 m  

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Toegestane bouwwerken

Op de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bij de bestemming behorende andere bouwwerken, zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen, een en ander uitgezonderd steigers en andere aanlegplaatsen, en
  • b. bij aangrenzende wegen behorende andere bouwwerken zoals overkluizingen ten behoeve van in- en uitritten en paden.
8.2.2 Bouwen

De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in sublid 8.2.1, mag niet meer dan 3 m bedragen.

Artikel 9 Waterstaat - Waterkering

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Bouwregels 'Waterkering'

In afwijking van het overige in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1, toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.

9.2.2 Bouwregels samenvallende bestemmingen

Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 9.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Gebruiksregels 'Waterkering'

Ter plaatse van deze bestemming zijn in de mede bestemming gestelde bebouwingsmogelijkheden niet toegestaan.

9.3.2 Gebruiksregels samenvallende bestemmingen

Het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 9.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Bestaande afmetingen en afstanden

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

12.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van gronden, gebouwen , bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en het uitoefenen van prostitutie;
  • b. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud, waaronder in ieder geval begrepen het gebruik voor grondopslag behorende bij een bedrijfsactiviteit als bedoeld in lid 3.1;
  • c. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten,

Artikel 13 Algemene afwijkingsregels

13.1 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:

  • a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers, gemalen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen;
  • b. de bouw van geluidwerende voorzieningen, met een maximale hoogte van 6 meter, indien zulks in het kader van de uitvoering van de Wet geluidhinder noodzakelijk is.
  • c. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen en pad en en ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedrage.

13.2 Afwijken voor productiegebonden detailhandel

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 sub d voor zover het betreft de verkoop van productiegebonden detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. deze activiteit als ondergeschikte nevenactiviteit van de hoofdbedrijfsactiviteiten wordt uitgeoefend, d.w.z. van mindere betekenis is voor wat de bedrijfsactiviteiten betreft c.q. de hoofdbedrijfsactiviteiten niet mag verdringen en niet als zelfstandige activiteit mag worden uitgeoefend;
  • b. de totale verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 5% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, met een maximum van 30 m2;
  • c. uitgezonderd is productiegebonden detailhandel in voedings- en levensmiddelen.

Artikel 14 Algemene wijzigingsregels

14.1 Algemene wijzigingen

Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.

14.2 Wijziging bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten als volgt wijzigen:

  • a. het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht bestaande bouwwerken

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen, wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 16 Overgangsrecht bestaand gebruik

  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Boezemzoom van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.