direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden
Plan: Duurzame Glastuinbouwgebieden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.62112-4003

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijvigheid,
  • b. instandhouding en ontwikkeling van de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden,
  • c. extensieve openluchtrecreatie voor zover de onder a en b bedoelde functies en waarden niet onevenredig worden aangetast,
  • d. sloten en andere watergangen en waterpartijen,
  • e. fiets-, voet- en ruiterpaden
5.2 Bouwregels

Op en in gronde als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend bij de bestemming behorende andere bouwwerken worden gebouwd met een hoogte van niet meer dan 2 m, met dien verstande dat langs fietspaden geen verlichting is toegestaan.-

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.3.1 Omgevingsvergunningplicht

Behoudens het bepaalde in sublid 5.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • c. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpar
  • d. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • f. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  • g. werken en werkzaamheden, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten, die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben;
  • h. definitief omzetten van grasland in bouwland, anders dan ten behoeve van herinzaai.
5.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het in sublid 5.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen vergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende vergunning;
  • c. werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 17.4.1, onder e, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 5.3.1, onder f, voor zover de APV daarop van toepassing is;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen.
5.3.3 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 17.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 5.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. voor zover burgemeester en wethouders dat nodig achten, advies is ingewonnen van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
5.4.1 Wijziging naar 'Agrarisch - Glastuinbouw' in 'wro-zone - wijzigingsgebied - 4'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat:

  • binnen een bestemmingsvlak ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 4' de in lid 5.1 bedoelde bedrijfsactiviteiten niet meer worden uitgeoefend,
  • instandhouding en ontwikkeling van de aldaar voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden niet meer aan de orde is, en
  • de gronden zijn verkocht ten behoeve van schaalvergroting en/of herstructurering van glastuinbouw,

de in dat vlak geldende bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden' ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 4' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. naar gelang de situatie ter plaatse en in aansluiting op aangrenzende gronden, wordt een bouwvlak aangeduid, waarbij rekening wordt gehouden met de gevolgen van glastuinbouw voor het milieu in de omgeving;
  • b. er wordt geen aanduiding 'bedrijfswoning' aangegeven.