direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Buitengebied Oostflakkee
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, bescherming en beheer van aanwezige natuurwaarden;
  • b. behoud, bescherming en beheer van water en oevers met natuurwaarden in combinatie met water, aan- en afvoer en waterberging;
  • c. ter plaatse van de 'specifieke vorm van natuur - vogelobservatiehut' tevens voor vogelobservatiehutten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' tevens voor een windturbine;

alsmede voor:

  • e. voorzieningen ter beveiliging en geleiding van het verkeer te water.
13.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

13.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 5 m bedragen.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 6 m voor voorzieningen ter beveiliging en geleiding van het verkeer te water;
    • 2. maximaal 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. maximaal 7 m voor palen en masten;
    • 4. maximaal 130 m voor de masthoogte van een windturbine uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
    • 5. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van (kavel)wegen of paden of het aanbrengen van anderen oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m2;
  • b. het ontgronden, bodem verlagen, afgraven of ophogen van de bodem;
  • c. het bebossen van gronden;
  • d. het wijzigen van het profiel van sloten, dan wel het graven of dempen hiervan;
  • e. het blijvend omzetten van grasland in bouwland;
  • f. het aanleggen van transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
13.3.2 Uitzondering

Het in lid 13.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. ten behoeve van extensief recreatief medegebruik;
  • c. die uit een oogpunt van ruimtelijke ordening van niet-ingrijpende betekenis zijn;
  • d. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • e. die reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
13.3.3 Voorwaarden
  • a. een vergunning als bedoeld in lid 13.3.1 wordt uitsluitend verleend indien de natuurwaarden, cultuurhistorische waarden en de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterking en/of herstel van die waarden niet worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen leidt tot de conclusie dat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
  • b. burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 13.3.1 advies in bij een deskundige voor natuur en/of andere ter zake deskundigen.