direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Landelijk Gebied - Ruimte voor Ruimte 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lgrvr2010-0010

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. de uitoefening van aan huis verbonden beroepen;

met de daarbij behorende:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;
  • f. tuinen en erven;
  • g. waterlopen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op de gronden als bedoeld in lid 5.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen;
  • c. bijgebouwen;
  • d. bij de bestemming behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2.2 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal woningen binnen een bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan één;
  • b. de bebouwde oppervlakte mag per woning niet meer dan 150 m2 bedragen;
  • c. de inhoud van een woning inclusief de daarbij behorende aan- en uitbouwen, en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 650 m3;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag per woning niet meer dan 50 m2bedragen;
  • e. de afstand van een bijgebouw tot de woning mag niet meer bedragen dan 20 meter;
  • f. de goothoogte en bouwhoogte van een woning mogen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m bedragen.

5.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ten minste 1 m achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en de en de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen niet meer bedragen dan hierbij is aangegeven:
bouwwerken max. goothoogte max. bouwhoogte  

aan- en uitbouwen, bijgebouwen: 3 m 6 m

pergola's en overkappingen: - 3 m

erf- of terreinafscheidingen vóór de

voorgevelrooilijn - 1 m

overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: - 2,5 m

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

  • c. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 30 m2.

5.2.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullend op het bepaalde in 5.2 (Bouwregels) nadere eisen te stellen omtrent de situering van woningen en bijgebouwen op een bouwperceel, indien na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen landschappelijke, cultuurhistorische of stedenbouwkundige belangen, het stellen van de genoemde eisen ten aanzien van de bebouwing redelijk gewenst of noodzakelijk is.

5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Ontheffing bouwhoogte erf- en perceelafscheiding

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.2.3 onderten behoeve van een grotere bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevelrooilijn tot 1,5 m, mits wordt voorzien in een goede inpassing van een en ander in het landschap.

5.3.2 Ontheffing oppervlakte aan- of uitbouwen en bijgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.2.2.onder d, ten behoeve van het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen:

  • tot een gezamenlijke oppervlakte van 50% van de oppervlakte van de bestaande, niet voor bewoning bestemde gebouwen op de bij de betreffende woning behorende gronden; met een maximum van 150 m2 en
  • indien vooraf vaststaat dat die bestaande gebouwen worden gesloopt, tenzij die gebouwen:
  • a. binnen de maximum oppervlakte van 150 m2 worden gebruikt als, of verbouwd tot aan- of uitbouwen en bijgebouwen, of
  • b. zijn aangemerkt als een beschermd monument in de zin van de Monumentenwet 1988 of de gemeentelijke monumentenverordening.
5.3.3 Procedure bij ontheffing

Bij de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van ontheffing als bedoeld in lid 5.3.2wordt de procedure gevolgd, die is vervat in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gereken, het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor een paardenbak of buitenrijbaan.

5.4.2 Toegestaan gebruik

Onder gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt niet verstaan het gebruik van (gedeelten van) als kantoor- en/of praktijkruimte voor de uitoefening van aan huis verbonden beroepen, op voorwaarde dat:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak dat ten behoeve van de uitoefening van het aan huis verbonden beroep niet meer bedraagt dan 30% van het gezamenlijke bruto-vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, tot een maximum van 45 m2;
  • c. ten behoeve van het aan huis verbonden beroep wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • e. er geen horeca resp. detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte mate van verkoopactiviteiten ondergeschikt en gerelateerd aan het toegestane gebruik;
  • f. het aan huis verbonden beroep door de bewoner van de desbetreffende woning wordt uitgeoefend.

5.4.3 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 5.4.2 onder b, tot een maximaal gezamenlijk bruto-vloeroppervlak van 65 m2, op voorwaarde dat er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en het parkeren voor het aan huis verbonden beroep op eigen terrein plaatsvindt.