direct naar inhoud van Artikel 11 Overige regels
Plan: Bestemmingsplan Westeinderweg 6 en 8 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.bpww-0010

Artikel 11 Overige regels

11.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
11.1.1 Vergunningsplicht

Behoudens het bepaalde in sublid 11.1.2. is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

gronden:   andere werken en werkzaamheden *)  
  a b c d e f g h  

gronden met de bestemming:    
  Waterstaat- Waterkering   + + + + + + + +  

*) de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = van toepassing  
a   aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;  
b   verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;  
c   aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;  
d   aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;  
e   scheuren grasland / omzetten grasland in bouwland;  
f   diepploegen (dieper dan 40 cm onder het maaiveld);  
g   bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;  
h   vellen en rooien van houtopstanden.  

11.1.2 Uitzonderingen

Het in sublid 11.1.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
  • c. het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- en uitritten;
  • d. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
  • e. werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 11.1.1, onder d, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist;
  • f. werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 11.1.1, onder e, voor zover de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing is;
  • g. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen.

11.1.3 Voorwaarden algemeen

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover:

  • a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft, noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden overeenkomstig hun bestemming;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten van het terrein;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en -kwantiteit;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de historisch-ruimtelijke, cultuurhistorische- en/of archeologische waarden van het terrein.

11.1.4 Advies

Alvorens omtrent een aanvraag om omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden te beslissen winnen burgemeester en wethouders, indien nodig, advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein meest aangewezen instantie.