direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Breukelen Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPcentrumBKL-VG02

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot ten hoogste milieucategorie 2 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van bedrijfsactiviteiten";

met de daarbij behorende:

  • b. erven;
  • c. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. overige functioneel met de bestemming 'Bedrijf' verbonden voorzieningen.
3.1.2

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

3.1.3

Risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zijn niet toegestaan.

3.1.4

Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.

3.1.5

Inrichtingen als bedoeld in bijlage 1, onderdeel C van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn niet toegestaan.

3.1.6

Per bedrijf mag niet meer dan 40% van het bedrijfsvloeroppervlak voor niet zelfstandige kantooractiviteiten worden gebruikt.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. ten aanzien van gebouwen:
    • 1. deze uitsluitend mogen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
    • 2. een bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
    • 3. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • b. ten aanzien van erfbebouwing:
    • 1. buiten het bouwvlak geen gebouwen zijn toegestaan;
  • c. ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
      a. 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
      b. 2 m op de overige gronden;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan:
      a. 10 m binnen een bouwvlak;
      b. 2.50 m buiten een bouwvlak.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 onder a. sub 3 tot een maximale goothoogte van 7.50 m en een maximale bouwhoogte van 12 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling noodzakelijk is en de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit en cultuurhistorische waarden.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Er dient te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij ten minste het aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd conform de parkeernormen zoals in de bijlage 'Parkeernormen' van deze regels is opgenomen. In de gevallen waarin de tabel niet voorziet, stelt het college van burgemeester en wethouders de parkeernorm vast.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1.1 onder a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen op de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van bedrijfsactiviteiten" in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar, dan wel om bedrijven toe te laten die niet zijn opgenomen in de "Staat van bedrijfsactiviteiten" indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) kan worden geacht te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten".

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van bedrijfsactiviteiten" te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

3.6.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf', ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2', te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:

  • a. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden mogen worden geschaad;
  • b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen worden geschaad.