Plan: | Aanlegplaatsen Vreeland-Noordoost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPaanlegplaatsnVLD-VG02 |
het bestemmingsplan "Aanlegplaatsen Vreeland-Noordoost" met identificatienummer NL.IMRO.1904.BPaanlegplaatsnVLD-VG02 van de gemeente Stichtse Vecht;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een plaats in het water, waar een recreatievaartuig wordt gestald gedurende de periode dat het niet wordt gebruikt voor deelname aan het vaarverkeer;
Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer), Staatsblad 2007, 415;
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken;
Besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Besluit omgevingsrecht), Staatsblad 2010, 143;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
al dan niet drijvende overkapping voor een recreatievaartuig;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een pad dat doorgaans gebruikt wordt voor voet- en fietsverkeer, maar dat tijdelijk gebruikt kan worden voor het gebruik van hulpdiensten, zoals brandweer, ambulance en politie;
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een bedrijf voor het houden van melk- en ander vee, geheel of nagenoeg geheel op open grond;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, maar met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een al dan niet bouwkundige constructie via welke regenwater kan infiltreren in de bodem;
een bouwkundige constructie waarmee de druk van hoger gelegen bodem of water kan worden weerstaan, zoals een kademuur of een beschoeiing, eventueel in de vorm van een trap(constructie);
een geleidelijk aflopende overgang van land naar water die een divers habitat biedt aan flora en fauna;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals ondergrondse kabels en leidingen, transformatorhuisjes, gasreduceerstations, telefooncellen, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
horeca die ondergeschikt en ondersteunend is aan, en passend binnen, de hoofdfunctie;
activiteiten gericht op het in goede staat houden, dan wel brengen, (van recreatievaartuigen) waarbij het volgende onderscheid van belang is:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde verbonden is;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het peil wordt ter plaatse door de afdeling Veiligheid, Vergunningverlening en Handhaving van de gemeente Stichtse Vecht vastgesteld met in achtneming van het volgende:
een entree van een (bouw)perceel vanaf de openbare weg, zoals een oprit of oprijlaan;
een vaartuig, bestemd of in gebruik voor kortdurend recreatief verblijf van één of meerdere personen zonder overnachting;
bouwkundige constructie die het overbruggen van hoogteverschillen mogelijk maakt;
gebouw waar recreanten elkaar al dan niet in verenigingsverband ontmoeten en dat veelal bestaat uit ondergeschikte horeca (kantine), kleedkamers, sanitaire voorzieningen en materiaalruimten;
het reglementair vastgestelde waterpeil dat door de beherende instantie wordt nagestreefd.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen de daarbij behorende overige bouwwerken zijnde worden gerealiseerd, met dien verstande dat de bouwhoogte de in onderstaande tabel aangegeven hoogten niet overschrijdt.
overige bouwwerken | maximale bouwhoogte |
erfafscheidingen, trapconstructies | 1 meter |
lichtmasten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan" | 12 meter |
andere overige bouwwerken | 2 meter |
In afwijking van het bepaalde in 3.2.1 is het verboden de volgende overige bouwwerken te bouwen:
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen overige bouwwerken worden gerealiseerd, met dien verstande dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde situaties dit toelaten.
In afwijking van het bepaalde in 4.2.1 is het verboden de volgende overige bouwwerken te bouwen:
De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in artikel 5.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in artikel 5.2.2 t/m artikel 5.2.3 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen en overige bouwwerken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter, met dien verstande dat erfscheidingen een bouwhoogte hebben van maximaal 2 meter en met uitzondering van de overige bouwwerken genoemd in 5.2.4.
Het is verboden overige bouwwerken in de vorm van vlaggenmasten, verlichtingsmasten, botenkranen en boatsavers te bouwen.
Het uitoefenen van ondergeschikte horeca is in overeenstemming met de recreatieve functie van het verenigingsgebouw, indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming van de in artikel 5.1 bedoelde gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
Het bepaalde in 5.3.1, onder g voor het afspelen van muziek buiten het verenigingsgebouw ten behoeve van de in 3.1, onder d bedoelde ijsbaan, met dien verstande dat:
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in artikel 6.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen de daarbij behorende gebouwen en overige bouwwerken zijnde worden gerealiseerd, met dien verstande dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde situaties dit toelaten.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1 is het toegestaan ter plaatse van de aanduiding “brug” een brug te bouwen met een oppervlak van maximaal 100 m2 en een maximale bouwhoogte van 4 meter boven waterpeil.
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 is het verboden de volgende overige bouwwerken te bouwen:
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in artikel 7.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende overige bouwwerken worden gerealiseerd, met inachtneming van het bepaalde in 7.2.2 en de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in 7.2.1 is het verboden de volgende overige bouwwerken te bouwen:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming van de in artikel 7.1 bedoelde gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de gronden toegekende cultuurhistorische waarden.
In afwijking van het bepaalde in Artikel 4 (Groen) mogen geen wijzigingen aangebracht in de aanwezige bouwwerken.
Bij een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 voor het bouwen, mits advies is gekregen van de Rijksdienst die toezicht houdt op de rijksmonumenten. Het gaat daarbij om de volgende ingrepen aan een rijksmonument:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
De in artikel 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien advies is verkregen van de Rijksdienst die toezicht houdt op de rijksmonumenten.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 is nodig voor:
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en de bescherming van het achtergelegen land tegen inundatie.
In afwijking van het bepaalde bij de overige bestemmingen (artikelen 3 t/m 7) in deze regels mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 9.1 genoemde bestemmingsomschrijving overige bouwwerken zijnde worden gerealiseerd met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
Bij een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de overige bestemmingen (artikelen 3 t/m 7) in deze regels, mits advies is gekregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
De in artikel 9.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 is nodig voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming van de in dit plan begrepen gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (geluidhinderlijke inrichtingen).
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels voor overschrijding van in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10%.
De in artikel 13.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven bescherming van waterkeringen en monumenten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat de aanduiding als bedoeld in artikel 12.1 wordt verwijderd. Deze bevoegdheid kan slechts worden:
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels bestemmingsplan Aanlegplaatsen Vreeland-Noordoost ".