Plan: | De Bloesemgaard fase 2, Margraten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1903.WPKOM6269HAONG-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan 'De Bloesemgaard fase 2, Margraten' met identificatienummer NL.IMRO.1903.WPKOM6269HAONG-VG01 van de gemeente Eijsden-Margraten.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden in de perceelsgrens zijn gebouwd, met dien verstande dat de eindwoning slechts aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens hoeft te worden gebouwd.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een bijbehorend bouwwerk bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur met bijbehorende bevestigingconstructie ten behoeve van telecommunicatie, radio en televisie en andere vormen van communicatie waar een antenne-installatie voor benodigd is.
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de eerste bouwlaag boven het peil.
het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat en is toegestaan (legaal gebruik) op het tijdstip dat het plan of betreffende planonderdeel rechtskracht heeft gekregen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder, zolder, dakopbouw of setback.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het bedrijfsmatig te koop/huur aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop/verhuur, het verkopen en/of verhuren van goederen aan personen die die goederen kopen/verhuren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
De afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf dan wel perceel of van de openbare ruimte.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
alle woningen met de bouwaanduiding ‘vrijstaand’, ‘twee-aaneen’ of ‘aaneengebouwd’.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd.
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard.
de bovenkant van het aansluitende afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport, de telecommunicatie, het transport van drinkwater en afvalwater, het openbaar vervoer of het wegverkeer en daarmee vergelijkbare voorzieningen, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen, niet zijnde een kruipruimte.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duuzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf - waaronder begrepen een erotische massagesalon - een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, alsmede bedrijven die hun bedrijf voeren geheel of gedeeltelijk in overwegend seksueel geaarde dienstverlening, al dan niet in combinatie met elkaar.
bebouwing van halfvrijstaande hoofdgebouwen, met dien verstande dat de eindwoning vrijstaand mag worden gebouwd.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw, tot aan de perceelsgrenzen.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet zijn gebouwd in de perceelsgrens.
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouding, met de daarbij behorende niet voor bewoning bestemde bergingen, stallingsruimten alsmede kantoor- en/of praktijkruimten, welke in de woning worden opgericht dan wel daaraan worden aangebouwd.
begrenzing van het perceel aan de zijkanten van de bebouwing, niet gericht naar de weg of openbaar groen.
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel of bouwvlak, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de afstand tussen de scheidende vloerdelen gemeten van bovenkant afgewerkte vloer tot bovenkant afgewerkte vloer.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,50 meter.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in lid 6.2, ten aanzien van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op de volgende werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 3.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in lid 4.2, ten aanzien van:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Type | Max. inhoud m3 | Min. Afstand hoofdgebouw tot zijdelingse bouwperceelgrens | Min. Afstand hoofdgebouw tot achterzijde bouwperceelgrens | Max. percentage vd voorgevelrooilijn dat bebouwd mag worden | Max. bebouwingsoppervlak bouwperceel |
Vrij | 1250 | 3 m. beide zijden | 12,5 m. | 80 % | 45 % |
Tae | 750 | 3 m. één zijde | 10 m. | 70 % | 50 % |
Aeg | 600 | 0 m. | 7 m. | 100 % | 60 % |
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De maximale hoogte bedraagt 3 meter, met uitzondering van de hoogte van erfafscheidingen, welke voor de gevellijn ten hoogste 1.00 m en achter de gevellijn bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in lid 5.2, ten aanzien van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder f ten aanzien van vrijstaande woningen voor wat betreft de min. afstand hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder f voor wat betreft de min. afstand hoofdgebouw tot achterzijde bouwperceelgrens en het max. bebouwingspercentage, mits:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.2 kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 10.1 wordt tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in ieder geval gerekend:
Voor het parkeren gelden de volgende regels:
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels:
Het is verboden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.5.4, en toestaan dat een bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte, mits:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Met dien verstande dat: ter plaatse van de aanduiding "geluidszone - industrie" uitsluitend gebouwd mag worden als afdoende geluidsmaatregelen zijn getroffen voor het industrielawaai van bedrijventerrein Aan de Fremme.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De maximale hoogte bedraagt 3 meter, met uitzondering van de hoogte van erfafscheidingen, welke voor de gevellijn ten hoogste 1.00 m en achter de gevellijn bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in lid 6.2, ten aanzien van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder e ten aanzien van vrijstaande woningen voor wat betreft de min. afstand hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder c voor wat betreft de maximale diepte van het hoofdgebouw.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3.2 en kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 10.1 wordt tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik in ieder geval gerekend:
Voor het parkeren gelden de volgende regels:
Parkeren geschied op eigen terrein
Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels:
Het is verboden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.4.4, en toestaan dat een bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte, mits:
De voor 'Waarde - archeologie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op de tot 'Waarde - archeologie' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, geen bouwwerken worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Voor de in 7.3.1 bedoelde omgevingsvergunning geldt het navolgende afwegingskader.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - archeologie' aangewezen gronden, voor zover aangeduid als 'archeologische waarden' in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 7.4.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
Voor de in 7.4.1 bedoelde omgevingsvergunning geldt het navolgende afwegingskader.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd door van één of meerdere bestemmingsvlakken de begrenzing te veranderen of de dubbelbestemming Waarde-Archeologie te verwijderen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het aantal woningen binnen de bestemmingen "Wonen-1" en "Wonen-2" mag gezamenlijk niet meer bedragen dan 40.
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Het is verboden de binnen dit plan begrepen gronden en opstallen te gebruiken, te doen gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de bestemming.
Onder gebruik in strijd met de bestemming, wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2 gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels van het plan ten aanzien van de bebouwing van niet voor bewoning bestemde gronden met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de in de deze regels genoemde percentages, hellingen en maten, mits:
Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels van het plan ten aanzien van het plaatsen van zendmasten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering met een maximale hoogte van 40.00 m mits:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in artikel 11.2 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid.
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Indien de waarden en/of belangen als genoemd in 11.2.1 onder a en b onevenredig worden geschaad en/of de 11.2.1 onder c en d genoemde uitvoerbaarheid/inpasbaarheid niet is aangetoond en/of de 11.2.1 onder e genoemde verkeerssituatie onevenredig wordt beïnvloed, vindt de afwijkingsbevoegdheid geen toepassing.
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming van het plan wijzigen ten behoeve van het verschuiven van de bestemmingsgrenzen, voorzover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en daardoor geen belangen van derden onevenredig worden geschaad.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Indien de waarden en/of belangen als genoemd in 12.1.2 onder a en b onevenredig worden geschaad en/of de in 12.1.2 onder c en d genoemde uitvoerbaarheid/inpasbaarheid niet is aangetoond en/of de in 12.1.2 onder e genoemde verkeerssituatie onevenredig wordt beïnvloed, vindt de wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 2 te wijzigen, indien een actualisatie van de kencijfers van de CROW heeft plaatsgevonden en de geactualiseerde kencijfers gehanteerd worden.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van lid 18.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 14.1.1 met maximaal 10%.
Lid 14.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
Lid 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'De Bloesemgaard fase 2, Margraten'.