Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Gulperstraat 5 te Noorbeek
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1903.BPLBUI1007-OH01

Artikel 5 Recreatie - verblijfsrecreatie

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 De voor 'recreatie-verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van:
1. recreatiewoningen tot ten hoogste het aangeduide ‘maximum aantal recreatiewoningen’;
2. groepsaccommodaties ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – groepsaccommodatie’;
3. kampeerterrein met uitsluitend tenten ter plaatse van de aanduiding ‘kampeerterrein’ tot ten hoogste het aangeduide ‘maximum aantal tenten’;
b. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
c. horecavoorzieningen, ondergeschikt en/of inherent aan de verblijfsrecreatieve functie;
d.agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke vorm van recreatie- agrarisch gebouw’ en ‘specifieke vorm van recreatie – agrarische opslag’;
en de daarbij behorende voorzieningen.
 
5.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met in acht name van de voorrangsregels uit artikel 18.
 
 
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
Op de tot 'recreatie-verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen, met in acht name van het gestelde onder 5.1 uitsluitend worden ingericht of gebouwd:
a. recreatiewoningen tot ten hoogste het aangeduide ‘maximum aantal recreatiewoningen’;
b. groepsaccommodaties ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – groepsaccommodatie’;
ckampeerterrein met uitsluitend tenten ter plaatse van de aanduiding ‘kampeerterrein’ tot ten hoogste het aangeduide ‘maximum aantal tenten’;
d. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van de daarbij behorende voorzieningen;
e. één bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
f. gebouwen ten behoeve van agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – agrarisch gebouw’;
g.andere bouwwerken ten behoeve van agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke vorm van recreatie – agrarisch gebouw’ en ‘specifieke vorm van recreatie – agrarische opslag’;
 
en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande, dat:
1. gebouwen uitsluitend in het bouwvlak mogen worden gebouwd;
2. sanitaire en daarmee vergelijkbare voorzieningen ook buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat het bebouwingspercentage buiten het bouwvlak ten hoogste 15% mag bedragen;
3. de goothoogte van gebouwen ten hoogste 6.50 meter mag bedragen;
4. de dakhelling ten hoogste 60° mag bedragen;
5. het totale vloeroppervlak van een recreatiewoning ten hoogste 100 m² mag bedragen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – grotere recreatiewoning’ waar 1 recreatiewoning mag worden gebouwd met een totaal vloeroppervlak van maximaal 150 m² en waar 8 recreatiewoningen mogen worden gebouwd met een totale vloeroppervlakte van maximaal 115 m²;
6. het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor kantine/ontspanningsruimte/horeca-accommodatie ten hoogste 200 m² mag bedragen;
7. de inhoud van een bedrijfswoning ten hoogste 800 m3 mag bedragen;
8. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 4.00 meter mag bedragen, met uitzondering van:
- de hoogte van erfafscheidingen, die ten hoogste 2.50 meter mag bedragen;
9.één bedrijfswoning uitsluitend in het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ mag worden gebouwd;
10. de voorgevel van een bedrijfswoning uitsluitend in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens mag worden gebouwd;
11. de voorgevelbreedte van een bedrijfswoning ten minste 5.00 meter zal bedragen;
12. in ten hoogste 2 bouwlagen mag worden gebouwd;
13. vrijstaande woningen zullen aan beide zijden en halfvrijstaande woningen aan één zijde op ten minste 2.50 meter uit de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd.
 
5.2.2 Bestaande bebouwing
Voor zover bestaande maten en hellingen afwijkend van de bepalingen in dit lid, mogen de bestaande maten en hellingen worden gehandhaafd.
   
5.3 Landschappelijke inpassing
5.3.1 De landschappelijke inpassing en tegenprestatie van de locatie van Maatschap Wouters-Andrien op de gronden met de bestemming ‘Recreatie - verblijfsrecreatie’ moet binnen een termijn van twee jaar na het onherroepelijk worden van onderhavig bestemmingsplan zijn aangelegd overeenkomstig het inrichtingsplan en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden.
 
5.3.2 Onder inrichtingsplan wordt in deze regels verstaan het ‘Landschappelijke inpassing en tegenprestatie uitbreiding recreatieboerderij Terlingerhoeve Gulperstraat 5, 6255 NX Noorbeek - PNR 6255NX5-150411 / agp 220911’ gedateerd 15 april 2011 en gewijzigd op 22 september 2011, opgesteld door ir. Guido Paumen, Tuin- en landschapsarchitect Bnt (bijlage 6 van de toelichting).
  
 
5.4 Nadere eisen
5.4.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
b. de aard, hoogte en de situering van erfafscheidingen;
c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp).
 
5.4.2 De onder 5.4.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en landschappelijke inpassing, of
b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden, of
c. in verband met maatwerk ten aanzien van het bouwperceel en de verbetering van de gebiedskwaliteit.
 
 
5.5 Afwijken van de bouwregels
5.5.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van grotere goothoogte
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2, ten behoeve van de bouw van voorzieningengebouwen buiten het bouwvlak met een goothoogte groter dan 3.50 meter, mits:
a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
b. landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind, met dien verstande, dat:
1. de goothoogte ten hoogste 6.50 meter mag bedragen.
 
 
5.6 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
a. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
b. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
c. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
d. opslag, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – opslag’ waar agrarische opslag is toegestaan;
e. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘kampeerterrein’, waar tenten zijn toegestaan;
f.permanente bewoning, anders dan in een bedrijfswoning;
g. detailhandel, anders dan inherent en van ondergeschikte betekenis aan het toegelaten gebruik;
h. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
i. horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
j. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.